Zinnen apprendre 9

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Nederlands is mijn moedertaal.

• Nederlands
• Le néerlandais
• is
• est
• mijn moedertaal.
• ma langue maternelle.

Nederlands is mijn moedertaal.

Le néerlandais est ma langue maternelle.

Nederlands is mijn moedertaal.

Ik leer Frans op school.

• Ik leer
• J'apprends
• Frans
• le français
• op school
• au collège.

Ik leer Frans op school.

J'apprends le français au collège.

Ik leer Frans op school.

Ik heb in een winkel gewerkt.

• Ik heb gewerkt
• J'ai travaillé
• in een winkel.
• dans un magasin.

Ik heb in een winkel gewerkt.

J'ai travaillé dans un magasin.

Ik heb in een winkel gewerkt.

Ik heb een beetje ervaring als serveerster.

• Ik heb
• J'ai
• een beetje ervaring
• un peu d'expérience
• als serveerster.
• comme serveuse.

Ik heb een beetje ervaring als serveerster.

J'ai un peu d'expérience comme serveuse.

Ik heb een beetje ervaring als serveerster.

Ik vind het leuk om vreemde talen te spreken.

• Ik vind het leuk om te spreken
• J'aime bien parler
• vreemde talen.
• des langues étrangères.

Ik vind het leuk om vreemde talen te spreken.

J'aime bien parler des langues étrangères.

Ik vind het leuk om vreemde talen te spreken.

Ik spreek behoorlijk goed Frans.

• Ik spreek
• Je parle
• behoorlijk goed
• assez bien
• Frans
• français

Ik spreek behoorlijk goed Frans.

Je parle assez bien français.

Ik spreek behoorlijk goed Frans.

Ik spreek een beetje Spaans.

• Ik spreek
• Je parle
• een beetje
• un peu
• Spaans
• espagnol

Ik spreek een beetje Spaans.

Je parle un peu espagnol.

Ik spreek een beetje Spaans.

Ik heb nog enkele vragen.

• Ik heb
• J'ai
• nog
• encore
• enkele vragen
• quelques questions

Ik heb nog enkele vragen.

J'ai encore quelques questions.

Ik heb nog enkele vragen.