Risico bij ouderen thuis

Risico signalering 
wanneer gaat er een bel 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Risico signalering 
wanneer gaat er een bel 

Slide 1 - Diapositive

Verschil risicosignalering en vroegsignalering
  • Risicosignalering vindt plaats bij mensen die in zorg zijn. Dit in tegenstelling tot vroegsignalering of vroegopsporing (al of niet in signaleringshuisbezoeken). Vroegsignalering richt zich op het opsporen van kwetsbare ouderen met complexe problematiek die (nog) niet goed in beeld zijn bij de huisartsenpraktijk of andere zorginstantie. Deze vroegsignalering komt hier niet aan bod. Instrumenten op het gebied van vroegsignalering, zoals bijvoorbeeld Easycare-TOS, zijn te vinden op de website van BeterOud.
lesdoelen
  • student  kan benoemen wat risicosignalering is
  • student kan uitleggen wat het doel is van risico signalering 
  • Student  kan uitleggen welke meetinstrumenten gebruikt worden
  • Student  kan risicosignalering toepassen in de stage 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicosignalering

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is risicosignalering?
timer
0:40
A
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij de zorgvrager
B
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij de zorgvrager die ik vast leg in het zorgleefplan
C
Het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico's bij een zorgvrager die ik vastleg in het zorgpleefplan en waar indien nodig actie op wordt ondernomen
D
Het signaleren van berustcomplicaties bij langdurige bedrust

Slide 5 - Quiz

Een risicosignalering is een doorlopend proces waarin je dagelijks eventuele risico’s signaleert en opvolgt. Bij kwetsbare ouderen komen gezondheidsrisico’s vaker voor. Het is belangrijk de gezondheid van de zorgvrager goed in de gaten te houden om risico’s te verkleinen of voorkomen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke gebieden signaleer je risico's

huidletsel, ondervoeding/overgewicht, vallen, problemen medicatiegebruik, depressie en incontinentie
(Kwaliteitsdocument 2013).

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toetst op de thema’s 

  • Een goede risicosignalering beperkt zich  niet alleen tot de onderwerpen uit het Kwaliteitsdocument. 
  • Je cliënt kan immers op allerlei fronten risico’s lopen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn er betrokken bij risicosignalering?
Risicosignalering: een gezamenlijke verantwoordelijkheid!

Uitvoering van risicosignalering zal vooral gedaan worden door verpleegkundigen en verzorgenden. De cliënt en zijn familie of mantelzorger worden er nauw bij betrokken. Maar ook helpende spelen een belangrijke rol: een ‘niet-pluisgevoel’ is vaak de eerste stap om verder te gaan onderzoeken. Schroom dus niet om je gevoel met de zorgcoördinator of EVV’er van die cliënt te bespreken. Ga zo nodig in overleg met de arts of andere disciplines.  

Bij de opvolging van risicosignalering speelt iedereen die betrokken is bij de cliënt een rol om de afgesproken acties uit te voeren. 



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn er betrokken bij risicosignalering?
timer
0:30
A
De zorgvrager en ik als zorgverlener
B
De zorgvrager, de mantelzorger, ik als zorgverlener en rest van mijn team
C
De zorgvrager, en de mantelzorger
D
Ik als zorgverlener en de rest van mijn team.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ogen & oren open houden...

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je observeren bij cliënten om risico's te verlagen
A
Bewegelijkheid Voeding De huid
B
urine productie Ontlastingspatroon
C
Conditie Gezonde voeding Mentale toestand
D
Kleedjes op de vloer Handgrepen in de badkamer

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke gebieden signaleer je risico's?
A
medicatiegebruik, huidletsel, vallen, incontinentie, depressie & ondervoeding/ overgewicht
B
ik ben mij op allerlei gebieden bewust van risico’s voor cliënten
C
pijn, medicatiegebruik, huidletsel, delier, incontinentie, depressie & ondervoeding/ overgewicht

Slide 12 - Quiz

In het Kwaliteitsdocument 2013, Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis worden een aantal zorgproblemen genoemd waarop organisaties verplicht zijn een risicosignalering uit te voeren. Dit zijn: huidletsel, ondervoeding/overgewicht, vallen, problemen medicatiegebruik, depressie en incontinentie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGJ) toetst op deze thema’s. “De IGJ is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit van zorg. De IGJ gebruikt de uitkomsten uit het kwaliteitskader om te kijken of de zorg veilig en verantwoord is”.
 
Een goede risicosignalering beperkt zich echter niet alleen tot de onderwerpen uit het Kwaliteitsdocument. Je cliënt kan immers op allerlei fronten risico’s lopen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pak je risicosignalering aan?
timer
0:40
A
Signaleren-verkennen-plannen en doen-evalueren en bijstellen
B
verkennen-plannen en doen-evalueren en bijstellen
C
Verkennen-signaleren-plannen en doen - evalueren
D
evalueren - verkennen - plannen en doen - signaleren

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Client en mantelzorgers betrekken bij je observaties en checken of het klopt wat je ziet.
Een hulpmiddel bij monitoren is
A
vochtbalans
B
thermometer
C
risicosignaleringslijst
D
weegschaal

Slide 17 - Quiz

Monitoren wil zeggen: het observeren en signaleren van veranderingen in de gezondheidstoestand en zorgbehoefte van de zorgvrager.

Risicosignalering: één van de voorgeschreven manieren om gegevens te verzamelen => hiermee kun je dreigende of bestaande gezondheidsproblemen onderkennen


welke tools heb jij nodig ?

  • Kennis van ziektebeelden, symptomen, gevolgen van aandoeningen, medicatie, risico’s.
  • Communicatieve vaardigheden.
  • Observatievaardigheden.
  • Gestructureerd werken (methodisch, planmatig).
  • Kennis van up to date interventies.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meetinstrumenten
  • Pijnanamnese
  • DOS (delier)
  • VAS (pijn) cijfer 1 tot 10
  • risicoscore lijst decubitus 
  • snaq score lijst 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld van een risico lijst 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijn meetinstrument
pijnanamnese

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • student  kan benoemen wat risicosignalering is
  • student kan uitleggen wat het doel is van risico signalering 
  • Student  kan uitleggen welke meetinstrumenten gebruikt worden
  • Student  kan risicosignalering toepassen in de stage 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werken aan  portofolio   

Slide 24 - Diapositive

Docent:

De gehele les evalueren 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve gezondheid
Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

Risicosignalering: je signaleert niet alleen risico's en lost ze op, maar je werkt hierin nauw samen met de zorgvrager en zijn netwerk om de risico's te voorkomen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WIE ZIJN ER BETROKKEN BIJ RISICOSIGNALERING?​
A
De cliënt en ik als zorgverlener ​
B
De cliënt, ik als zorgverlener en eventueel de mantelzorger ​
C
De cliënt, de mantelzorger, ik als zorgverlener en de rest van mijn team​

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer doe je aan risicosignalering?
A
Wanneer een cliënt in zorg komt en daarna eens per half jaar
B
Bij een ‘niet pluis’ gevoel of wanneer de gezondheidstoestand van de cliënt verandert
C
A en B zijn beiden juist

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Polifarmacie

Slide 31 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering is onjuist?
Risicosignalering is ...
A
Preventief
B
In een vroeg stadium signaleren
C
Voortdurend monitoren
D
Alleen een taak van de verpleging

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 3 stappen bestaat risicosignalering?
A
Signaleren-plannen-evalueren
B
Probleem-etiologie-symptomen
C
Verkennen-plannen en doen-evalueren en bijstellen
D
Verkennen-oorzaak-gevolg

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 polyfarmacie=  5 soorten medicatie of meer

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waarom risicosignalering ?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is risico signalering?
A
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt
B
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt die ik vastleg in het zorgleefplan
C
het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij de cliënt die ik vastleg in het zorgleefplan en waar indien nodig actie op wordt ondernomen

Slide 36 - Quiz

Risicosignalering is het in een vroeg stadium signaleren van (gezondheids)risico’s bij je cliënt door de cliëntsituatie voortdurend te monitoren, door met kennis van zaken de situatie te bekijken en door de juiste vragen te stellen aan de cliënt. De cliënt en zijn familie of mantelzorger worden er nauw bij betrokken.
Risicosignalering bestaat niet alleen uit de uitvoering hiervan. Nadat je risico’s gesignaleerd hebt, onderneem je actie. Dit noemen we ‘opvolging’. Dit is het, in overleg met de cliënt, inzetten van de juiste interventies om te voorkomen dat een probleem optreedt of verergert.

Wanneer doe je aan risicosignalering?
A
Wanneer een cliënt in zorg komt en daarna eens per half jaar
B
Bij een ‘niet pluis’ gevoel of wanneer de gezondheidstoestand van de cliënt verandert
C
A en B zijn beiden juist

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn er betrokken bij risicosignalering?
A
De cliënt en ik als zorgverlener
B
De cliënt, ik als zorgverlener en eventueel de mantelzorger
C
De cliënt, de mantelzorger, ik als zorgverlener en de rest van mijn team

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pak je risicosignalering aan?
A
signaleren – verkennen – plannen en doen – evalueren en bijstellen
B
verkennen – plannen en doen – evalueren en bijstellen
C
verkennen – signaleren – plannen en doen – evalueren en bijstellen

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions