27-1, Leestekens

Nederlands, periode 3
planning:
1. bespreken LET-II
2. uitleg periode 3 (cursus 7, paragraag 1 t/m 17)
3. herhaling leestekens
4. aan de slag
5. lezen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands, periode 3
planning:
1. bespreken LET-II
2. uitleg periode 3 (cursus 7, paragraag 1 t/m 17)
3. herhaling leestekens
4. aan de slag
5. lezen

Slide 1 - Diapositive

Na deze les
  • Weet je waarom leestekens in een tekst noodzakelijk zijn.
  • Herken je de verschillende leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt.
  • Kan je deze leestekens correct in een tekst verwerken.

basisvaardigheid
taal:
taalverzorging

Slide 2 - Diapositive

Waarom zijn leestekens in een tekst belangrijk?

Slide 3 - Question ouverte

Interpunctie (= leestekens)
. ? ! , : ; "

We gebruiken interpunctie om een tekst leesbaar te maken. 

Slide 4 - Diapositive

Goed of verkeerd geplaatst leesteken?


Ik heb zin in patat!
A
goed
B
verkeerd

Slide 5 - Quiz

Goed of verkeerd geplaatst leesteken?

'Jan liep weg'.
A
goed
B
verkeerd

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Wat is de directe rede?
A
Als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt.
B
Als je redelijke taal gebruikt.

Slide 8 - Quiz

De directe rede wordt ook wel citeren genoemd. Je zet het citaat tussen
A
komma's
B
uitroeptekens
C
aanhalingstekens
D
dubbele punten

Slide 9 - Quiz

Schrijf nu een zelfbedachte zin in de directe rede (met juist gebruik van leestekens!)

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

aan de slag:
cursus 7, paragraaf
opdracht 1 t/m 6

klaar? Dan lekker lezen!

Slide 14 - Diapositive

Na deze les
  • Weet je waarom leestekens in een tekst noodzakelijk zijn.
  • Herken je de verschillende leestekens: punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt.
  • Kan je deze leestekens correct in een tekst verwerken.

basisvaardigheid
taal:
taalverzorging

Slide 15 - Diapositive