De stad in de Industriële tijd

De stad in de industriële tijd
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De stad in de industriële tijd

Slide 1 - Diapositive

De stad in de Industriële
tijd. Waar denk je aan?

Slide 2 - Carte mentale

Werken in de fabriek
Eeuwenlang leerden zoons een vak van hun vader waarbij ze een product in een kleine werkplaats maakten. Ze waren bijvoorbeeld meubelmaker, schoenmaker of kleermaker.

Maar met de komst van grote fabrieken veranderden hun arbeidsomstandigheden:

Lange werkdagen
Laag loon
Onveilig werkomstandigheden in de fabriek

Slide 3 - Diapositive

In een fabriek werkten, mannen, vrouwen en kinderen

Slide 4 - Diapositive

Wonen in de stad rond 1900
  • De arbeiders woonden op loopafstand van de fabriek
  • Meestal woonden arbeiders in een kelder of op een zolder. Soms deelden ze een verdieping met een ander gezin. 
  • De woningen waren klein en hadden geen stromend water of electriciteit

Slide 5 - Diapositive

Mensen leefden veel op straat omdat het binnen te benauwd en te vol was. 

Slide 6 - Diapositive

Kinderarbeid
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 7 - Diapositive

De Sociale kwestie
  • Een kwestie is een probleem
  • De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders werden nu duidelijk zichtbaar
  • Eind 19e eeuw

Slide 8 - Diapositive

De arbeiders
  • De arbeiders gaan samenwerken in vakbonden

  • De arbeiders gaan staken, maar dit werkt alleen wanneer iedereen mee doet en dat is lastig vol te houden


Slide 9 - Diapositive

De oplossing
Nederland had drie grote politieke stromingen:
  • socialisten ( links) confessionelen ( midden) liberalen (rechts)
Zij hadden allemaal hun eigen ideeën over de sociale kwestie, maar uiteindelijk werden er een aantal wetten ingevoerd die de levensomstandigheden van de arbeiders verbeterden
Namelijk:
  • Armenwet 1854
  • 'Kinderwetje van Van Houten' 1874
  • Leerplichtwet 1900
  • Ongevallenwet 1901
  • Woningwet 1901

Slide 10 - Diapositive

Welk woord past het best bij deze afbeelding?
A
huisnijverheid
B
Landbouw
C
Fabriek
D
Werkverschaffing

Slide 11 - Quiz

Wat is geen gevolg van de Industriële revolutie?
A
Ontstaan van Krottenwijken in steden
B
Werkeloosheid op het land
C
Aanleg van spoorwegen en kanalen
D
Markten

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past bij deze omschrijving?

Een vereniging van mensen met een bepaald beroep die opkomt voor de rechten van die mensen en strijdt voor betere werkomstandigheden



A
Kapitalisme
B
Infrastructuur
C
Liberalen
D
Vakbond

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt de wet die Kinderarbeid verbood ook wel genoemd?
A
Het Kinderwetje
B
Het Onderwijswetje
C
Het Schoolwetje
D
Het Van Houtenwetje

Slide 14 - Quiz

Wat is géén sociale wet gekomen door de sociale kwestie?
A
Kinderwetje van Van Houten
B
Ongevallenwet
C
Woningwet
D
Vrijheid van vergaderingwet

Slide 15 - Quiz

Schrijf nu 3 dingen op die je kan gebruiken voor je opdracht

Slide 16 - Question ouverte