Menu maken

Menu maken
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Menu maken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Ik kan zelf een menu samenstellen.
Ik kan rekening houden met de doelgroep.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

10 basisregels bij het samenstellen van een menu

  1. Pas de keuze voor de maaltijd aan het gezelschap aan ( kinderen, ouderen)
  2. Afwisseling in kleur en smaak van de gerechten en in de volgorde van opdienen.
  3. Een voedingsproduct mag maar één keer in een menu voorkomen. Dit geldt niet voor champignons, aardappelen en room 
  4. Gebruik verschillende bereidingswijzen voor de gerechten.
  5. De visschotels worden voor vleesschotels geserveerd.
  6. Houd bij de keuze van je menu rekening met seizoensproducten.
  7. Serveer nooit twee koude bereidingen na elkaar.
  8. Wanneer je verschillende vleesschotels op het menu hebt, dan komt het rood vlees steeds voor het wit vlees of wild.
  9. Er moet een opbouw zitten in de samenstelling van het menu.
  10. De hoeveelheid per gang wordt opgebouwd, met als hoogtepunt het hoofdgerecht, daarna een afbouw.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een menu?
A
een combinatie van gerechten.
B
een klein hapje voorafgaand aan een diner.
C
een onderdeel van een maaltijd.
D
een zelfstandig hoofdgerecht.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Menu:
een menu bestaat minimaal uit ...... gangen
A
1 gang
B
2 gangen
C
3 gangen
D
4 gangen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kan je gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je maakt een vegetarisch menu. Wat kun je niet gebruiken?
A
ei
B
spinazie
C
noten
D
haring

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddelen of gerechten kun je gebruiken?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
spinazie
B
ansjovis
C
tofu
D
gelatine

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet een menu aan voldoen?
  • Afwisseling in kleurstelling
  • Afwisseling in bereidingstechnieken
  • Afwisseling in gerechten
  • Seizoen 
  • Smaak

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips:
  • Een voorgerecht moet de eetlust opwekken. (licht)
  • Een hoofdgerecht moet zorgen voor een vol gevoel.(zwaar) (verzadiging)
  • Een nagerecht moet de maaltijd afsluiten.(licht)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorgerecht
  • Koud voorgerecht
  • Soep
  • Warm voorgerecht 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdgerecht

  1.  Vis 
  2. Vlees
  3. Wild 
  4. Gevogelte
  5. Vegetarisch
Nagerecht

  1. Kaas
  2. Zoet en warm
  3. Zoet en koud
  4. IJs
  5. Fruit

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort niet bij het hoofdgerecht?
A
Opgebakken aardappeltjes
B
Worteltjes
C
Brood met kruidenboter
D
Patat

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

A la Carte dan stel je je eigen gerechten samen. Zoals je ziet is er al een verdeling gemaakt in voor, hoofd en nagerechten.
Maak je eigen menu met 3 gangen

  • Voor wie maak je het menu?
  • Houd rekening met de regels.
  • Omschrijf het gerecht en waarom je voor dit gerecht kiest.
  • Geef aan bij welke gang dat gerecht hoort.
  • Zoek een afbeelding bij het gerecht.
  • Zorg voor een mooie lay-out die op één A4 past.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Ik kan zelf een menu samenstellen.
Ik kan rekening houden met de doelgroep.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions