PROEFWERK H5 - LICHT

PROEFWERK H5 - LICHT
-Zorg dat je bij berekenvragen altijd de formule noteert!
-Bij een meerkeuze is 1 antwoord goed tenzij anders aangegeven
-ZORG DAT JE ALLEEN LESSONUP OPEN HEBT STAAN. ANDERE PAGINA'S OF PROGRAMMA'S ZORGEN VOOR EEN 1,0
-REKENMACHINE OP COMPUTER NIET TOEGESTAAN
-Klaar? Ga in stilte bezig in je leesboek (geen laptop of telefoon)

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

PROEFWERK H5 - LICHT
-Zorg dat je bij berekenvragen altijd de formule noteert!
-Bij een meerkeuze is 1 antwoord goed tenzij anders aangegeven
-ZORG DAT JE ALLEEN LESSONUP OPEN HEBT STAAN. ANDERE PAGINA'S OF PROGRAMMA'S ZORGEN VOOR EEN 1,0
-REKENMACHINE OP COMPUTER NIET TOEGESTAAN
-Klaar? Ga in stilte bezig in je leesboek (geen laptop of telefoon)

Slide 1 - Diapositive

Is dit oog bijziend of verziend?
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 2 - Quiz

Holle lens
Bolle lens
Convergerend
Divergerend
+
-
In het midden dikker
In het midden dunner

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de juiste namen naar de juiste plaatsen van het oog.
iris
pupil
hoornvlies
lens
netvlies
oogzenuw

Slide 4 - Question de remorquage

Rood licht schijnt op de Nederlandse vlag. Hoe zien wij de kleuren?
A
zwart, rood, blauw
B
rood, wit blauw
C
rood, rood, zwart
D
zwart, rood, rood

Slide 5 - Quiz

Bijziend                        Verziend
veraf goed zien
beeld achter het netvlies
dichtbij goed zien
beeld valt voor het netvlies
hole lens nodig
bolle lens nodig

Slide 6 - Question de remorquage

Reflecterende weerkaatsing of diffuse weerkaatsing?
Reflecterend
Diffuus

Slide 7 - Question de remorquage


A
De bolle lenzen zijn 1, 2 en 4
B
De bolle lenzen zijn 3, 5 en 6
C
De bolle lenzen zijn 1 en 4
D
De bolle lenzen zijn 2, 3, 5 en 6

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zie je een plaatje. Hoe heet dit plaatje. Vul het woord in met een hoofdletter

Slide 9 - Question ouverte

Als iemand fotografeert met een flitser krijg je vaak scherpe schaduwen op de muur erachter. Daarom is het vaak beter de flitser op het plafond te richten in plaats van op de persoon die je wilt fotograferen.
Hoe wordt het licht op het plafond weerkaatst?
A
Spiegelend
B
Diffuus

Slide 10 - Quiz

Wit licht is op te splitsen in de kleuren van de regenboog. Noem een voorwerp waarmee deze kleuren te splitsen zijn.

Slide 11 - Question ouverte

Wit licht is op te splitsen in de kleuren van de regenboog. Noem deze kleuren in de juiste volgorde.

Slide 12 - Question ouverte

Maak op je werkblad opdracht 1. Als je deze hebt gemaakt schrijf hieronder dan ''gedaan''

Slide 13 - Question ouverte

Maak op je werkblad opdracht 3. Als je deze hebt gemaakt schrijf hieronder dan ''gedaan''

Slide 14 - Question ouverte

Wanneer je spierpijn hebt, is het mogelijk om de pijn te verlichten met een warmtelamp. Met welke soort straling werkt deze lamp?

Slide 15 - Question ouverte

Dennis voetbalt bij Sparta in een wit shirt met rode strepen. Als hij onder een natriumlamp (gele lamp) doorloopt veranderd hij heel even in een speler van een andere voetbalclub. Welke club is dat?
A
Heracles Amelo (zwartwit gestreept)
B
Go Ahead Eagles (roodgeel gestreept)
C
Vitesse (zwartgeel gestreept)
D
ADO Den Haag (geelgroen gestreept)

Slide 16 - Quiz

leg uit wat accomoderen met het oog betekend

Slide 17 - Question ouverte

In de figuur is een tekening van het oog met
daarvoor een negatieve lens van een bril. Er zit
een fout in de tekening.

I Volgens Jan moet de lens voor het oog bol zijn
II Volgens Mary is het beeld op het netvlies verkeerd getekend
A
Geen van beiden heeft gelijk
B
Alleen Jan heeft gelijk
C
Alleen Mary heeft gelijk
D
Jan en Mary hebben allebei gelijk

Slide 18 - Quiz

Wat is de beeldafstand in dit plaatje?
A
3 cm
B
2 cm
C
4 cm
D
6 cm

Slide 19 - Quiz

De zon zendt licht uit. Aan weerszijden van het licht liggen in het spectrum twee andere soorten straling. Welke soorten straling zendt de zon nog meer uit? Geef ook aan wat voor effect deze straling op je heeft als je aan het zonnen bent.

Slide 20 - Question ouverte

Maak op je werkblad opdracht 2. Als je deze hebt gemaakt schrijf hieronder dan ''gedaan''

Slide 21 - Question ouverte

Tegen welke straling beschermt zonnebrandcrème
A
Ultraviolet (UV)
B
Infrarood (IR)
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 22 - Quiz


Je schijnt met een zaklamp op een negatieve lens.
Wat valt het brandpunt voor de lens of achter de lens? En is de brandpuntsafstand positief of negatief?
A
Brandpunt: Voor de lens Brandpuntsafstand: negatief
B
Brandpunt: Voor de lens Brandpuntsafstand: positief
C
Brandpunt: Achter de lens Brandpuntsafstand: negatief
D
Brandpunt: Achter de lens Brandpuntsafstand: positief

Slide 23 - Quiz

Leg uit wat diffuse terugkaatsing is. Leg ook uit of de spiegelwet van toepassing is op diffuse terugkaatsing

Slide 24 - Question ouverte

Toets is klaar
KLIK RECHTS ONDERIN OP HET KRUISJE EN LEVER JE TOETS IN. Ga vervolgens in stilte wat lezen in je leesboek. Geen laptops of telefoons

Slide 25 - Diapositive