NOVA 6.1 Simulatie evenwicht en diagrammen (les 2)

CHEMISCH EVENWICHT(2)


NOVA H6.1 HAVO4
les 2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CHEMISCH EVENWICHT(2)


NOVA H6.1 HAVO4
les 2

Slide 1 - Diapositive

LEERDOELEN DEZE LES:

  • je ziet hoe concentraties en reactiesnelheid veranderen bij het instellen van een evenwicht
  • je ontdekt hoe het komt dat concentraties bij evenwicht niet meer veranderen, terwijl de reacties gewoon doorlopen
  • je kunt uit een diagram de insteltijd van het evenwicht aflezen
  • je kunt het instellen van een evenwicht weergeven in een diagram (s - t)
  • je kunt een evenwicht weergeven in een reactievergelijking

Slide 2 - Diapositive

Simulatie opdracht
Onderzoek met behulp van gekleurde kaartjes hoe de reactiesnelheid en de concentratie van de stoffen veranderen als een evenwicht zich instelt. Gebruik hiervoor het uitgedeelde werkblad.
Bron: NVOX april 2022, blz 40/41

Slide 3 - Diapositive

dynamisch evenwicht =
een omkeerbare reactie waarbij beide reacties even snel verlopen. Hierdoor veranderen de concentraties niet.
S1
   Beginstof (Blauw)                                       Reactieproduct (Roze)
 S2

weet je het nog?

Slide 4 - Diapositive

welke factoren hebben invloed op de reactiesnelheid (S1 en S2)?
1. soort stof
2. 
3. 
4. 
5. 

Slide 5 - Diapositive

welke factoren hebben invloed op de reactiesnelheid (S1 en S2)?
1. soort stof
2. 
3. 
4. 
5. 
bij ons "kaartjes"experiment blijven de temperatuur en verdelingsgraad constant en gebruiken we geen katalysator.
S1 is dus alléén afhankelijk van [B] en
S2 alléén afhankelijk van [R]

Slide 6 - Diapositive

Het aantal moleculen dat elke minuut wordt omgezet
(= reactiesnelheid), bereken je deze les
met de volgende formules:
S1 = k1 x [B]            neem aan dat snelheidsconstante k1 = ½
S2 = k2 x [R]           neem aan dat snelheidsconstante k2 = ¼

Slide 7 - Diapositive

stap 1:
 concentratie op t = 0
  • Je krijgt 24 kaartjes. 
  • Leg ze met de blauwe kant naar boven aan de linkerkant van je blad.
  • Noteer het aantal blauwe en roze kaartjes
    in tabel 1 bij t = 0

Slide 8 - Diapositive

stap 2: 
verandering t = 0 > 1 min
  • Bereken hoeveel beginstof wordt omgezet:
     S1 = k1 x [B] met k1 = 1/2
  • Hoe groot zal S2 zijn?


Slide 9 - Diapositive

stap 2: 
verandering t = 0 > 1 min
  • Noteer de uitkomst in
     tabel 2
  • Draai dit aantal blauwe kaartjes om naar de roze kant en verplaats ze naar rechts

Slide 10 - Diapositive

stap 2:
concentratie op 
t = 1 min
  • Noteer het aantal blauwe en roze kaartjes op t = 1 minuut in tabel 1

Slide 11 - Diapositive

stap 3: verandering 
t = 1 > 2 minuut
  • Bereken hoeveel beginstof wordt omgezet in reactieproduct (S1

  • Bereken hoeveel reactieproduct wordt omgezet in beginstof (S2)

  • Noteer de uitkomst in tabel 2
S1 = 1/2 x [B]
S2 = 1/4 x [R]

Slide 12 - Diapositive

stap 3: verandering 
t = 1 > 2 minuut
  • Verplaats het berekende aantal blauwe kaartjes naar de roze kant (en draai ze om)
  • Verplaats het berekende aantal roze kaartjes naar de blauwe kant (en draai ze om)
  • Tel het aantal blauwe en roze kaartjes en noteer dit in tabel 1. Dit is de concentratie van de stoffen. op t = 2

Slide 13 - Diapositive

En nu zelf: noteer de uitkomsten in tabel 1 & 2
  • Bereken  de verandering van t = 2 >3 min. Verschuif het aantal kaartjes en tel de concentratie op t = 3. Rond af op hele getallen.
  • Bereken de verandering van t = 3 > 4 min. Verschuif het aantal kaartjes en tel de concentratie op t = 4.
  • Bereken de verandering van t = 4 > 5 min. Verschuif het aantal kaartjes en tel de concentratie op t = 5.
S1 = 1/2 x [B]
S2 = 1/4 x [R]
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

verwerking
  • Maak een grafiek van de gegevens in tabel 1 en
  • maak een grafiek van de gegevens in tabel 2.
  • Verbind de punten met een vloeiende lijn.

Slide 15 - Diapositive

vragen
1. Wat gebeurde er in de eerste drie minuten met
a. De concentratie beginstof?
b. De concentratie reactieproduct?



Slide 16 - Diapositive

vragen
2. In de laatste twee minuten veranderen de concentraties niet meer. Zijn de reacties gestopt? 
Zo niet, leg dan in eigen woorden uit hoe het komt dat de concentraties niet meer veranderen.

Slide 17 - Diapositive

vragen
3. Hoe kun je aan de grafiek van de snelheid zien wanneer het evenwicht zich heeft ingesteld?


Markeer dit punt met een verticale lijn in de grafiek. Dit is de insteltijd ti van het evenwicht. Noteer het bijschrift ti op de plek waar deze lijn de x-as snijdt.

Slide 18 - Diapositive

afronding: leerdoelencheck
met de vragen op de volgende dia's controleer je of je de leerdoelen van deze les hebt gehaald

Slide 19 - Diapositive

Welke omschrijving is de beste? 
Geef bij de andere uitspraken aan waarom zij niet (volledig) 
juist zijn.
A
B
C
D

Slide 20 - Diapositive

Reactievergelijking van een evenwicht
  • je noteert een aflopende reactie met een enkele pijl
bijv  CH4 + 2 O2                CO2    + 2 H2O

  • je noteert een evenwicht met een dubbele pijl
bijv  N2O4                 2 NO2

Slide 21 - Diapositive


A
I
B
II
C
beide
D
geen van beide

Slide 22 - Quiz

uitleg
  • In de simulatie van deze les reageerden beginstof en reactieproduct 1:1. Je hebt gezien dat de concentraties bij evenwicht niet hetzelfde waren.
  • De verhouding waarin stoffen reageren is dus niet hetzelfde als de verhouding waarin de stoffen bij evenwicht aanwezig zijn: uitspraak I is onjuist.
  • Bij de simulatie heb je gezien dat uitspraak II wel juist is.

Slide 23 - Diapositive


A
I
B
II
C
beide
D
geen van beide

Slide 24 - Quiz

uitleg
  • Een aflopende reactie stopt, wanneer één van de beginstoffen op is. Eén van de stoffen heeft dan een concentratie nul: uitspraak II is onjuist.
  • Als de reactie is gestopt, kan de concentratie van de aanwezige stoffen niet meer veranderen: uitspraak I is juist.

Slide 25 - Diapositive


A
I2(g)
B
O3(g)
C
I2O(g)
D
O2(g)

Slide 26 - Quiz

uitleg
  • Een aflopende reactie stopt als één van de beginstoffen op is.
  • De beginstof waarvan teveel aanwezig is, blijft over en reageert niet op. Deze stof noem je de overmaat.
  • Bij deze reactie is O3 in overmaat, die reageert dus niet op.
  • Om aan te tonen dat de reactie aflopend is, moet Eva dus aantonen dat alle I2 op is (afwezig is).

Slide 27 - Diapositive


A
F2(g)
B
O3(g)
C
F2O(g)
D
O2(g)

Slide 28 - Quiz

uitleg
  • Bij een evenwichtsreactie wordt steeds reactieproduct omgezet naar beginstof, dus de beginstoffen raken nooit op. Cynthia moet dus aantonen dat één van de twee beginstoffen nog aanwezig is.
  •  Aan de aanwezigheid van O3 kan Cynthia niet het verschil zien tussen een aflopende reactie of een evenwicht: O3 is in overmaat en zou ook bij een aflopende reactie nog steeds aanwezig zijn.
  • Om aan te tonen dat dit een evenwicht is, moet Cynthia daarom aantonen dat F2 nog steeds aanwezig is.

Slide 29 - Diapositive

H6.1 Chemisch evenwicht
Op de volgende dia's vind je twee filmpjes om de uitleg nog eens terug te horen:
  •   de evenwichtsreactie tussen NO2 en N2O4
  • het tekenen van grafieken van concentratie tegen tijd & snelheid tegen tijd

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

Eigen werk
Doorlezen H6.1 blz 130 t/m 132 

AFMaken + nakijken H6.1 opgaven 1 t/m 6 

Slide 33 - Diapositive