Fictie




Fictie en Non-fictie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon




Fictie en Non-fictie

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Doel van de les
- Waarom Fictie
- Uitleg + voorbeelden
- Opdracht

Slide 2 - Diapositive

Doel
  • Je weet waarom lezen zo belangrijk gevonden wordt
  • Je kent het verschil tussen fictie en non-fictie
  • Je kent het verschil tussen realistisch en niet-realistisch
  • Je weet wat beoordelingswoorden zijn



Slide 3 - Diapositive

Waarom is lezen zo belangrijk?
1. Lezen ontwikkelt de taalvaardigheid (vergroot gratis en voor niets je woordenschat!)

2. Lezen ontwikkelt het denken en verbeelden
3. Lezen verschaft prikkels aan het hongerige brein
4. Lezen geeft kennis en inzichten
5. Lezen traint de concentratie
6. Lezen ontwikkelt het zelfinzicht
7. Lezen leert over de ander
8. Lezen leert over mogelijke consequenties
9. Lezen geeft inzicht in normen, regels en gebruiken
10. Lezen ondersteunt de identiteitsontwikkeling








Slide 4 - Diapositive

Wat is voor jou de belangrijkste reden om te lezen?
Lezen ontwikkelt de taalvaardigheid
Lezen geeft kennis en inzichten
Lezen traint de concentratie
Lezen ontwikkelt het zelfinzicht
Lezen leert over de ander

Slide 5 - Sondage

Fictie

Slide 6 - Carte mentale

Non-fictie

Slide 7 - Carte mentale

Fictie of non-fictie?

Slide 8 - Diapositive

Fictie

Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.


Geschreven om je te vermaken.


Voorbeelden:

Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie

Slide 9 - Diapositive

Non-fictie

Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.


Geschreven om je te informeren of instrueren.


Voorbeelden:

Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Realistisch / niet-realistisch

Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:


Realistisch - verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt

Niet-realistisch - verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren




Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Oorlogswinter is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Black Panther is ...
A
heel realistisch
B
deels realistisch
C
niet-realistisch

Slide 18 - Quiz

Beoordelingswoorden
Over fictie kun je je mening geven, dat doe je met beoordelingswoorden.

Slide 19 - Diapositive

beoordelingswoorden

Slide 20 - Carte mentale


Een beoordelingswoord is ...
A
een feit
B
een argument
C
een mening
D
een idee

Slide 21 - Quiz


Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch

Slide 22 - Quiz



Een krantenartikel in de krant De Speld is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 23 - Quiz

Opdracht
- Je krijgt een trailer te zien
- Schrijf op of het om fictie of non-fictie gaat
- Schrijf op of het realistisch of niet-realistisch is
- Schrijf drie passende beoordelingswoorden op
- Schrijf op wat voor jou een reden zou zijn om deze film te bekijken?

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Opdracht
- Je krijgt een trailer te zien
- Schrijf op of het om fictie of non-fictie gaat
- Schrijf op of het realistisch of niet-realistisch is
- Schrijf drie passende beoordelingswoorden uit
- Schrijf op wat voor jou een reden zou zijn om dit item te bekijken?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Doel
  • Je weet waarom lezen zo belangrijk gevonden wordt
  • Je kent het verschil tussen fictie en non-fictie
  • Je kent het verschil tussen realistisch en niet-realistisch

  • Je weet wat beoordelingswoorden zijn



Slide 28 - Diapositive

Is het doel behaald?

Slide 29 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
1100

Slide 30 - Sondage

Slide 31 - Diapositive