Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Kenmerken:
- meercellig
- uitwendig skelet
- leven in het water (zitten meestal vast op de bodem van de zee)
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
(kwallen en anemonen)
- Meercellig
- geen skelet
- lichaam is lang en dun
- leven in water en op land
- Meestal een schelp of huisje
als skelet, soms een inwendig skelet of soms geen skelet
- Leven in water en op land.
Bv. Schelpdieren, inktvissen, slakken
- inwendig skelet (kalk)
- de huid is bedekt met stekels
of knobbels
- leeft op de bodem van de zee
Bv: zeesterren, zeeëgels