Blok 3 ON Lezen les 4

Blok 3 ON Lezen les 4
Argumenteren
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Blok 3 ON Lezen les 4
Argumenteren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Welkom / lezen
Analyse gedicht
Terugblik argumentatiestructuren + kleine oefening
Argumentatieschema's
Werken
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Drie vormen van argumentatie
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 3 - Diapositive

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

Slide 4 - Diapositive

Bij nevenschikkende argumentatie, gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 5 - Diapositive

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument. Dit andere argument noem je het subargument.

Slide 6 - Diapositive

Deze argumentatieschema's kun je natuurlijk ook combineren.
mening
argument
subargument
argument
subargument
subargument

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 10 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als manager, want hij heeft al vijf jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 11 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. In de onderbouw leren leerling hoe zij moeten leren en in de bovenbouw presteren zij daardoor beter.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Haar nieuwe baas komt uit Limburg. Hij zal dus wel met een zachte g praten.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 22 - Quiz

Myanmar is schuldig aan het verdrijven van de moslims uit het land. Amnesty International heeft de bewijzen daarvoor vorige week gepubliceerd.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 23 - Quiz

Vorige week organiseerde de dorpscommissie nog een soepactie voor de bejaarden. Ze doet goed werk voor de gemeenschap.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 24 - Quiz

Mobiele telefoons moeten tijdens de les uit staan. In het theater en in de bioscoop moet dat namelijk ook.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 25 - Quiz

Onze geschiedenisleraar is opgegroeid in een Indisch gezin: hij zal dit pittige gerecht zeker waarderen.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 26 - Quiz

In Amstelveen is vorige week een drone een huis in gevlogen. Het wordt volgens mij de hoogste tijd dat dronebezitters een vliegbewijs moeten halen voordat ze hun drone mogen gebruiken.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 27 - Quiz

Werken:
Maak opdracht 3 af op pagina 171 t/m 173 en maak opdracht 4 op pagina 173 t/m 176.

Slide 28 - Diapositive