14 mei: comm, les 1, 2, 3

Welkom klas!

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B

Op tafel:
Map/schrift, pen, KERN werkboek.

  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Oefenen met les 1-6
Vandaag maandag 13 mei

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
PTO 4 lesstof: 

Communicatie les 1 t/m 6 + les 19 t/m 22.

Telt 1x mee = 50% van periode 4.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Mondeling 4 lesstof: 

Literatuur les 1 t/m 3 + les 8 t/m 10 + les 11 t/m 16

Telt 1x mee = 50% van periode 4.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Communicatie les 1 t/m 6

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Termen uit les 1: 

- referentiekader
- verbale communicatie 
- non-verbale communicatie 
- medium/media
- activeren
- amuseren
- beschouwen 
- informeren 
- overtuigen 
- tekstvormen 
- context 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onderwerp
- samenvatting in één woord of woordgroep
- oriëntatie
- deelonderwerpen
Je moet het onderwerp van een tekst kunnen bepalen. 
Bij je PWS moet je het andersom kunnen: jij moet een onderwerp met deelonderwerpen bedenken. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Onderwerp of hoofdgedachte?

Het onderwerp van een tekst = het samenvatten van de tekst in één woord of woordgroep.

De hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + hoofdzaken in één zin.
Tekst bekijken, inleiding + slot lezen
Hele tekst lezen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkeursplaatsen
  • Onderwerp: titel, inleiding, afbeeldingen
  • Deelonderwerpen: middenstuk - deeltitels (tussenkoppen)
  • Hoofdgedachte: slot

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea. 
Meestal de eerste, tweede of laatste zin in een alinea.

De kernzin helpt bij het vinden van de hoofdgedachte, maar! 
de hoofdgedachte staat vaak niet letterlijk in de tekst. 

De hoofdgedachte moet je vaak zelf bedenken met de vraag: 
Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Werkboek, pg 36.

Bekijk de tekst en afbeelding.

  • Oriënteer je op het onderwerp
  • Lees de inleiding + slot
  • Weet je al wat het onderwerp kan zijn?
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Hoe weet je de hoofdgedachte?

  • Door de hele tekst te lezen. 
  • Dus als dit de tweede vraag is, laat 'm dan even liggen tot het einde. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Maak opdracht 12 en 13. 
Schrijf de antwoorden in je schrift/map.
timer
8:00

Slide 15 - Diapositive

vraag 11 behandeld
Communiceren doe je samen 2
  • Antwoorden bespreken, vraag 12 en 13. 
  • Lees de tekst tot het einde uit en schrijf de hoofdgedachte op. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Termen uit les 1: 

- referentiekader
- verbale communicatie 
- non-verbale communicatie 
- medium/media
- activeren
- amuseren
- beschouwen 
- informeren 
- overtuigen 
- tekstvormen 
- context 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je houdt rekening met de kennis en ervaring van je publiek en het referentiekader. 

Referentiekader: Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatiedoelen/tekstdoelen?
1. Informeren
2. Beschouwen
3. Overtuigen
4. Activeren
5. Amuseren

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige docenten vinden telefoons in de klas nuttig, andere vinden ze alleen maar afleidend.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Femke Bol wint de finale van de 400 meter horden en is voor het eerst in haar carrière wereldkampioen.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen uit les 3: 
  • tekstvorm 
  • tekstsoorten 
  • tekstdoelen 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen uit les 3: 
  • tekstvorm 
  • tekstsoorten 
  • tekstdoelen 


Opdracht: 
Van elk begrip 2 voorbeelden. Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen uit les 3: 
  • tekstvorm > lesboek, advertentie, dagboek
  • tekstsoorten > vertelling, verklaring, beschouwing
  • tekstdoelen > informeren, activeren, overtuigen

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Pak erbij: Kern pg. 40-41. 

Bekijk de tekst, lees de inleiding en het slot. 

Vraag: Wat is het onderwerp? 
  • codeswitching
timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Maak vraag 12. 
Schrijf het antwoord op in je schrift. 

  • Antwoord vind je in alinea 1 + 2.
  • Bijvoorbeeld: codeswitching is dat je je taalgebruik voortdurend aanpast aan de situatie / omgeving.
timer
2:00

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Lees alinea 3, 4, 5 en 8.
Maak vraag 15 en 17.
Schrijf de antwoorden in je schrift. 


timer
5:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Lees alinea 3, 4, 5 en 8.
Maak vraag 15 en 17.
Schrijf de antwoorden in je schrift. 


beschouwing > voor- en tegenargumenten geven, mening van verschillende kanten bekijken.
betoog > argumenten voor of tegen een standpunt
pleidooi > ook argumenten voor of tegen iets, meestal mondeling.
uiteenzetting > lezen informeren

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Antwoord 15: 
  • beschouwing
beschouwing > voor- en tegenargumenten geven, mening van verschillende kanten bekijken.
betoog > argumenten voor of tegen een standpunt
pleidooi > ook argumenten voor of tegen iets, meestal mondeling.
uiteenzetting > lezen informeren

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Antwoord 17: 
  • uiteenzetting
beschouwing > voor- en tegenargumenten geven, mening van verschillende kanten bekijken.
betoog > argumenten voor of tegen een standpunt
pleidooi > ook argumenten voor of tegen iets, meestal mondeling.
uiteenzetting > lezen informeren

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen les 4: 
  • Inleiding
  • kern
  • slot 
  • uitsmijter

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen les 4: 
  • Inleiding
  • kern
  • slot 
  • uitsmijter
Vraag: 
Wat lokt een goede inleiding uit? 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
   - anekdote
   - opvallende stelling of          mening
   - actuele gebeurtenis
   - het voordeel voor de            lezer

- kennismaking met het onderwerp
- richting geven aan de tekstopbouw
- idee geven van het genre (tekstsoort)
Tekst
Middenstuk
- uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
- uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

Begrippen van les 4

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 5:
  • vaste structuren: 
  • aspecten-, vraag-antwoord-, verleden-heden-toekomst-, voor- en nadelen-, argumentatie-, verklarings-, probleem-oplossings-
  • tekststructuur voor de schrijver
  • tekststructuur voor de lezer

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 6:
  • microstructuur - alinea's
  • alinea
  • inhoud: kernzin
  • lengte: ongeveer 10 regels
  • verbanden: signaalwoorden > zie overzicht theorieboek pg 65
  • functie: functiewoorden

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren doe je samen 2

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions