Herhalingsles H1

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

H1, Begroten voor iedereen

Welkom!

Log in op LessonUp, zie code!

Planning

• Leerdoelen                                           2 min
  
• Introductie                                            3 min
  
• Uitleg + filmpje + actieve opgaves     20 min
  
• Opdracht(en) maken                          10 min
  
• Leerdoelen behaald?                           5 min
• Afsluiting les                                         2 min
  

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen giraal geld en chartaal geld.

Aan het einde van de les ken ik de verschillende soorten belastingen.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een budgetlijn werkt.

Omrekenen

Chartaal en giraal geld

• 2 Soorten geld:
  

1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.
   
2. Giraal = geld dat op je account/bankrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

Zwart geld?

NIBUD

Nationaal 

Instituut 

BUDgetvoorlichting

 

Cola is dus € 2,-

Mars kost dus blijkbaar € ??

Totale budget van Jantje bij een uitje= €20

Bij een verandering van het budget verandert de helling van de budgetlijn.(H1)

1. Onjuist
2. Juist

Begroting (= budgetplan)

Overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven

Als de uitgaven groter zijn dan de inkomsten, dan is er sprake van een tekort. (Oplossing(en)?)

En zijn er meer inkomsten dan de uitgaven, dan is er een overschot.

Een ander woord voor begroting is:

1. budgetplan
2. inkomsten
3. reservering

De budgetlijn gebruiken we omdat

1. Deze lijn producten weergeeft
2. Deze lijn alle mogelijke productcombinaties weergeeft die je maximaal kunt kopen met een bepaald budget
3. je dan beter kunt kiezen
4. dan weet je hoeveel je kunt overhouden

Door een verandering komt Peter terecht op de blauwe budgetlijn.
Wat is er gebeurd?

1. Blikjes cola zijn duurder geworden.
2. Zijn inkomen is gestegen.
3. Broodjes zijn goedkoper geworden.
4. Blikjes cola zijn goedkoper geworden.

5.2 Het huishoudboekje van de overheid (deel 2)

Directe belastingen:

• Belastingen die je direct aan de overheid betaald

• Loon- en inkomstenbelasting
• Vennootschapsbelasting

5.2 Het huishoudboekje van de overheid (deel 2)

Indirecte belastingen:

• Belastingen die verwerkt zitten in de prijs van een product

• Btw 
• Accijns
• Invoerrechten 

Leerdoelen behaald?

Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen giraal geld en chartaal geld.

Aan het einde van de les ken ik de verschillende soorten belastingen.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe een budgetlijn werkt.