Triage Oogklachten (inclusief trauma)

Oogklachten (inclusief trauma)
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oogklachten (inclusief trauma)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan je verschillende soorten oogklachten en hun oorzaken beschrijven
  • Aan het einde van de les kan je de symptomen en gevolgen van verschillende oogklachten identificeren

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over oogklachten en oogletsel?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke acties kunnen schadelijk zijn bij een doorboord oog?
A
Het oog wrijven
B
Half zitten
C
Beide ogen afdekken
D
Druk op het oog vermijden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste positie bij een doorboord oog?
A
Liggen
B
Staan
C
Half zitten
D
buikligging

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen bij een doorboord oog?
A
Beide ogen afdekken, vermijd druk op het oog
B
Het oog wrijven
C
Liggen
D
Water in het oog spuiten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doorboord oog
  • Symptomen: pijn, verminderd zicht, bloed in het oog
  • Oorzaken: voorwerp dat het oog doorboort
  • Gevolgen: infectie, verlies van gezichtsvermogen
  • Overbruggingsadvies: Beide ogen afdekken, vermijd druk op het oog. Half zitten, niet liggen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet je wel spoelen bij kruit in het oog?
A
Als de patiënt pijn heeft, maar de pupilvorm onduidelijk is
B
Als de pupil niet meer rond is, maar de patiënt goed ziet
C
Nooit spoelen bij een oogletsel
D
Als de pupil gewoon rond is en de patiënt goed ziet

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet je niet spoelen bij kruit in het oog?
A
Als de pupil niet meer rond is, de patiënt slecht ziet of de pupilvorm en/of zichtvermogen onduidelijk is
B
Altijd spoelen, ongeacht de situatie
C
Als de patiënt geen pijn heeft
D
Als de pupil nog rond is, maar de patiënt slecht ziet

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruit in het oog
  • Symptomen: pijn, roodheid, brandend gevoel
  • Oorzaken: blootstelling aan explosief kruit (vuurwerk)
  • Gevolgen: oogirritatie, hoornvliesbeschadiging
  • Overbruggingsadvies: Oefen nooit druk uit op de oogleden. Niet spoelen als pupil niet meer rond is, patiënt ziet niet meer goed, pupilvorm en/of zichtvermogen onduidelijk. Als pupil gewoon rond is en patiënt ziet goed dan wel spoelen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevolg van onbehandeld acuut glaucoom?
A
Rood, tranend opgezet oog
B
Roodheid en visusdaling
C
Blindheid
D
Hoofdpijn, misselijkheid en braken

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de algemene klachten bij acuut glaucoom?
A
Rood, tranend opgezet oog
B
Wijde pupil en visusstoornis
C
Roodheid en visusdaling
D
Hoofdpijn, misselijkheid en braken

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Acuut glaucoom
  • Symptomen: plotselinge oogpijn, wazig zicht, roodheid
  • Oorzaken: plotselinge drukverhoging in het oog
  • Gevolgen: permanente schade aan de oogzenuw, blindheid

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blefaritis
  • Symptomen: roodheid, jeuk, schilferige oogleden
  • Oorzaken: ontsteking van het ooglid
  • Gevolgen: chronische oogirritatie, korstvorming
  • Advies: warme kompressen op de oogleden, vermijd oogmake-up en contactlenzen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is conjunctivitis?
A
Ontsteking van het hoornvlies van het oog
B
Ontsteking van de oogzenuw
C
Ontsteking van de lens van het oog
D
Ontsteking van het bindvlies van het oog

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan conjunctivitis veroorzaken?
A
Bacteriën
B
Irritatie
C
Virussen
D
Allergie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen verschijnselen van conjunctivitis?
A
Veel pijn
B
Afscheiding
C
Rood oog
D
Jeuk

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang duurt conjunctivitis meestal?
A
Enkele maanden
B
Enkele uren
C
1 of 2 weken
D
Enkele dagen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als je last hebt van een oogontsteking en je draagt lenzen?
A
Gebruik een nieuw bewaardoosje voor je lenzen.
B
Maak je lenzen extra goed schoon.
C
Doe nieuwe lenzen in je ogen.
D
Doe meteen je lenzen uit en draag een bril.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunt u voorkomen dat de ontsteking zich verspreidt naar uw andere oog?
A
Raak uw ogen aan met uw handen
B
Doe niets
C
Gebruik oogmake-up
D
Wrijf niet in uw ogen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunt u doen om uw ogen te beschermen bij veel licht?
A
Doe niets
B
Draag een zonnebril
C
Gebruik veel oogmake-up
D
Knijp uw ogen dicht

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe moet u uw ogen schoonmaken bij een oogontsteking?
A
Veeg naar boven
B
Veeg van uw binnenste naar uw buitenste ooghoek
C
Veeg van uw buitenste naar uw binnenste ooghoek
D
Veeg naar beneden

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kunt u doen om slijm en pus bij een oogontsteking weg te halen?
A
Wrijf in uw ogen
B
Gebruik een handdoek
C
Gebruik een washandje, wattenstaafje of wattenschijfje
D
Raak uw ogen aan met uw handen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Conjunctivitis
Conjunctivitis
Ontsteking van het bindvlies van het oog. 
Verschijnselen kunnen zijn: rood oog, branderig gevoel, afscheiding, jeuk en tranenvloed.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geel/ groen pus
Geel/ groen pus is verdacht voor een soa (chlamydia, gonorroe, etc.). De baby kan tijdens de bevalling door de moeder besmet zijn.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van monoculair dubbelzien?
A
Lens- of hoornvliesproblemen
B
Problemen van de oogspieren
C
Onbekend
D
Neurologische afwijkingen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van binoculair dubbelzien?
A
Oogaandoeningen
B
Onbekend
C
Lens- of hoornvliesproblemen
D
Problemen van de oogspieren of neurologische afwijkingen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als er loog of zuur in het oog is gekomen?
A
Minstens 15 minuten goed spoelen met kraanwater
B
Het oog met kracht dichtknijpen
C
Wachten tot het vanzelf weggaat
D
Een koud kompres op het oog leggen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Etsing van het oog
  • Symptomen: ernstige pijn, roodheid, zwelling
  • Oorzaken: blootstelling aan logen, zuren of kalk
  • Gevolgen: ernstige oogbeschadiging, blindheid
  • Advies:  Het oog minstens 15 minuten goed spoelen met kraanwater.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van logen (basen) in huishoudelijke producten:

Ammoniak (NH3) - Te vinden in sommige glasreinigers en allesreinigers.
Natriumhydroxide (NaOH) - Ook bekend als bijtende soda, kan aanwezig zijn in sommige afvoerreinigers.
Kaliumhydroxide (KOH) - Wordt vaak gebruikt in de productie van zeep en als een sterke base in laboratoriumomgevingen.


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van zuren

Azijnzuur (CH3COOH) - Veel mensen hebben azijn in hun keuken voor kook- en schoonmaakdoeleinden.
Citroenzuur (C6H8O7) - Gebruikt in voedselbereiding en als schoonmaakmiddel.
Zoutzuur (HCl) - Een sterk zuur dat vaak wordt gebruikt in laboratoria en industrieën.
















Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een glasvochtbloeding veroorzaken?
A
Allergie
B
Een netvliesscheur
C
Ouderdom
D
Vermoeidheid

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een symptoom van een glasvochtbloeding?
A
Dubbelzien
B
Verhoogde oogdruk
C
Ernstige visusdaling
D
Rode ogen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een mogelijke oorzaak van een glasvochtbloeding?
A
Hoge bloeddruk
B
Hoofdletsel
C
Diabetes
D
Ooginfectie

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Glasvochtbloeding
  • Gaat gepaard met ernstige visusdaling en wordt veroorzaakt door lekkage van bloed."
  • Er zijn veel oorzaken zoals diabetes, doorgeschoten antistolling, trauma of een netvliesscheur. Soms is er vóór de visusdaling geperst.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hordeolum/ chalazion – strontje
  • Ontsteking van een van de kliertjes in het ooglid. In eerste instantie is het ooglid ontstoken (rood, gezwollen, pijnlijk). 
  • In latere instantie ontstaat vaak een abcesje. Kompressen kunnen het doorbreken van die abcesjes versnellen. Een abces kan ook worden geopend met een kleine incisie.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen van iridocyclitis?
A
Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid
B
Jeukende huid, roodheid, zwelling
C
Vermoeidheid, slapeloosheid, concentratieproblemen
D
Pijn, lichtschuwheid, visusvermindering

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke aandoeningen komt iridocyclitis relatief vaak voor?
A
Migraine, epilepsie, alzheimer, parkinson
B
Griep, verkoudheid, keelontsteking, bronchitis
C
Ziekte van Bechterew, ziekte van Besnier-Boeck, juveniele reumatoïde artritis, trauma of oogoperatie
D
Astma, diabetes, hoge bloeddruk, schildklierproblemen

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iridocyclitis
  • Ontsteking van de iris en het corpus ciliare. 
  • Gaat gepaard met pijn, lichtschuwheid en visusverminderin

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lasogen
  • Door overmatige blootstelling aan ultraviolet licht. De ogen zijn rood, pijnlijk, branderig en lichtschuw. De klachten ontstaan binnen acht tot twaalf uur na de blootstelling en verdwijnen binnen een etmaal.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als netvliesloslating niet wordt behandeld?
A
kan leiden tot tijdelijke kleurenblindheid
B
leidt tot blindheid in enkele dagen of weken
C
veroorzaakt slechts tijdelijk wazig zicht
D
verbetert vanzelf na verloop van tijd

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van netvliesloslating?
A
vocht onder het netvlies
B
vermoeide ogen, te veel schermtijd
C
slechte voeding, gebrek aan slaap
D
stress, angst, depressie

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen van netvliesloslating?
A
koorts, hoesten, keelpijn
B
hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid
C
buikpijn, diarree, braken
D
lichtflitsen, verlies van gezichtsveld en gezichtsscherpte

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Netvliesloslating
  • Netvliesloslating – ablatio retinae
  • Gaat gepaard met lichtflitsen en verlies van gezichtsveld en gezichtsscherpte. De oorzaak is vocht onder het netvlies. Zonder behandeling leidt een ablatio in enkele dagen of weken tot blindheid.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oogtrauma
  • Symptomen: pijn, zwelling, bloeding
  • Oorzaken: letsel aan het oog veroorzaakt door een klap of steek
  • Gevolgen: oogbeschadiging, verminderd gezichtsvermogen
  • Eerste hulp: bedek het oog met een schoon verband, zoek onmiddellijk medische hulp

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subconjunctivaal hematoom
  • Egaal rode verkleuring van (een deel) van het oogwit. 
  • Deze bloeduitstorting in het oog kan spontaan optreden of als gevolg van een trauma of door hoesten of persen. 
  • Een onschuldige aandoening die niet of nauwelijks klachten geeft, maar is, doordat het zichtbaar is, soms aanleiding om de huisarts te raadplegen

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaatafsluiting
  • Afsluiting van de arteria of vena centralis retinae. Gaat gepaard met een acute visusdaling. 
  • Geeft geen pijn en roodheid. 
  • Oorzaken zijn een stolsel, arteriosclerose, spasme, arteriitis, tromboflebitis of compressie.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 48 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 49 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 50 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.