2.5 -woorden- oktober '24

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Nederlands - Talent - 3 vmbo-k

2.5 Woorden

Leerdoelen

Woorden 2.5

• Ik kan leenwoorden uit andere talen gebruiken
• Ik kan de betekenis van een woord omschrijven.
• Ik kan bij een omschrijving het juiste woord kiezen.
• Ik kan het juiste woord in een zin zetten.
• Ik begrijp de betekenis van de woorden en ik kan er zelf een zin mee maken.
  

 

Leren

2.5 Woorden    blz.  121

• woord  - betekenis
• betekenis - woord
• juiste woord in zin kunnen zetten
• zelf zin maken met woord

Oefenen: woord - betekenis

Je leest het moeilijke woord.

Jij typt de betekenis.

Wat is de betekenis van ...
1. afnemen

Wat is de betekenis van ...
2. iets tot op de bodem uitzoeken

Wat is de betekenis van ...
3. registreren

Wat is de betekenis van ...
4. toenemen

Wat is de betekenis van ...
5. wetenschapper

Oefenen: betekenis - woord

Je leest de betekenis. 

Jij typt het moeilijke woord.

Welk woord hoort bij deze omschrijving?
6. Zeggen of opschrijven wat je het best kunt doen

Welk woord hoort bij deze omschrijving?
7. Zonder naam, onbekend

Welk woord hoort bij deze omschrijving?
8. Elk detail willen kennen

Welk woord hoort bij deze omschrijving?
9. Vastleggen

Welk woord hoort bij deze omschrijving?
10. Tot gevolg hebben

Oefenen: maak een zin met een moeilijk woord.

• Maak een zin met het gegeven woord.
• De betekenis van het woord moet daarin duidelijk worden.
• Gebruik een hoofdletter aan het begin.
• Zet een punt, vraagteken of uitroepteken aan het einde.

Maak een zin met het woord:
11. Anoniem

Maak een zin met:
12. De bewering

Maak een zin met:
13. Iets tot op de bodem uitzoeken

Maak een zin met het woord:
14. De wetenschapper

Maak een zin met het woord:
15. De onderbouwing

Oefenen: meerkeuzevragen

Wat is de betekenis van het woord?
16. De hypothese

1. het idee waarvan nog bewezen moet worden dat het juist is
2. de redenen die je aanvoert om iets te bewijzen
3. iemand die aan de universiteit een onderzoek doet
4. de feiten die bekend zijn, de informatie

Wat is de betekenis van het woord?
17. De gegevens

1. elk detail willen kennen
2. tot gevolg hebben
3. de feiten die bekend zijn, de informatie
4. de uitspraak die niet bewezen is

Wat is de betekenis van het woord?
18. De bewering

1. elk detail willen kennen
2. tot gevolg hebben
3. de feiten die bekend zijn, de informatie
4. de uitspraak die niet bewezen is

Wat is de betekenis van het woord?
19. Het onderzoeksinstituut

1. de organisatie die onderzoek doet
2. het verslag van een onderzoek
3. iets onderzoeken door het in stukjes te verdelen
4. de uitkomsten van het onderzoek hebben geen verdere uitleg nodig

Wat is de betekenis van het woord?
20. De cijfers laten spreken

1. de organisatie die onderzoek doet
2. het verslag van een onderzoek
3. iets onderzoeken door het in stukjes te verdelen
4. de uitkomsten van het onderzoek hebben geen verdere uitleg nodig

Wat is de betekenis van het woord?
21. Benadrukken

1. zeggen of opschrijven wat je het best kunt doen
2. de nadruk leggen op iets, beklemtonen
3. aantonen dat iets juist is
4. elk detail willen kennen

Oefenen: welk woord past in de zin?

22. Welk woord past in de zin?

'Als je ......... wil blijven, moet je niet meedoen aan al die gekkigheid op sociale media '

1. aanbevelingen doen
2. afnemen
3. analyseren
4. anoniem

23. Welk woord past in de zin?

'Als je niet schuldig bent, moet je deze week ......... .'

1. autoriteit
2. benadrukken
3. bewering
4. bewijs leveren

24. Welk woord past in de zin?

'Uit onze ............... blijkt dat jij in het verleden in aanraking bent geweest met de politie.'

1. de cijfers laten spreken
2. gegevens
3. hypothese
4. iets tot op de bodem uitzoeken

25. Welk woord past in de zin?

'Mooi excuus, maar het is geen sterke .......... voor deze actie. '

1. het naadje van de kous willen weten
2. onderbouwing
3. onderzoeksinstituut
4. onderzoeksrapport

26. Welk woord past in de zin?

'Voor het volgen van een opleiding moet je je goed ............... '

1. registreren
2. resulteren in
3. toenemen
4. wetenschapper

27. Welk woord past in de zin?

'De besmettingcijfers zullen na de zomervakantie in rap tempo ........ '

1. registreren
2. resulteren in
3. toenemen
4. wetenschapper

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.

Goed gewerkt!

paragraaf 2.5

1) kijk de opdrachten na van paragraaf 1.8

2) meer dan 2 fouten, dan kom je bij mij aan tafel

3) maak van paragraaf 2.5 opdracht 2 t/m 10

Ben je klaar, dan werk je gewoon verder aan paragraaf 2.5

Daarnaast oefen je online de woorden van 1.5 en 2.5 met de woordtrainer.

Heb je niets af, of veel te weinig, dan kom je gezellig vrijdagmiddag bij mij werken onder het genot van een glaasje ranja en iets te snoepen.