3.4 bijwoorden en bijvoeglijke nw / plaats van bijwoord

grammar: Bijwoorden= bijv. nw + ly
- LY woorden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

grammar: Bijwoorden= bijv. nw + ly
- LY woorden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke naamwoord en bijwoord
What's the difference between 
these two words?

terrible - terribly


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
That was a terrible game. (adjective – describes “game”)


The team played terribly. (adverb – describes “played”)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A. Bijvoeglijk naamwoord

  1. good 
  2. fast     
  3. hard (=hard) 
  4. daily 
  5. friendly 



B. Bijwoord (= bijv. nw + ly)

  1. well
  2. fast
  3. hard
  4. daily 
  5. friendly 

Leer deze 5  uitzonderingen uit je hoofd.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op spelling van sommige -ly woorden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fill in:  -ly words (bijwoorden)
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

What's the translation?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homework for tomorrow
eDition Unit 3.4 -> grammar box -> 34 + 35b

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

He smells bad / he smells badly?
Bij (Zintuig) werkwoorden bijvoeglijk naamwoord (zonder LY) gebruiken.
to be, taste, smell, sound, feel. (Deze werkwoorden uit je hoofd leren). 

He smells good / well. 
It tastes awfully / awful.
They are kind / kindly. 
It sounds loudly / loud.
It feels well / good. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak Self Test Unit 3 in eDition
Alleen de grammatica onderdelen:
C. may / might en should / shouldn't
D. past continuous vs past simple
E. Onregelmatige werkwoorden: past simple en present perfect
F. bijwoorden / adverbs

Klaar? Oefen in StudyGo - groepen - onregelmatige werkwoorden. 


timer
25:00

Slide 10 - Diapositive

3C -> Joep, Dion, Jason / 3D  Chivo -> in werkboek maken of PS/PP/PC opdracht in OneNote. 
Duuk -> Roxy nabespreken Self Test op leerplein. 
Voegwoorden werkbladen nakijken door leerling.