220228 Oog gnm vervolg

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kan 4 veel voorkomende oogaandoeningen noemen en de behandeling
  • Je weet aan welke aandachtpunten de toediening van oogmedicatie moet voldoen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke oogaandoeningen kun je nu nog noemen?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 Noem de voor- en nadelen van oogzalven en oogdruppels.

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

11 Waarom is het zinvol na het druppelen de traanbuis dicht te drukken.

Slide 10 - Question ouverte

Anders kan de oogdruppel via de traanbuis in de keel terecht, is het korter op de plaats waar het moet werken en kan het voor systemische bijwerkingen zorgen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 15 Welke oogdruppels kunnen er gebruikt worden bij allergische conjuctivitis?

Slide 14 - Question ouverte

oa antihistaminica; azelastine, levocabastine en cromoglicinezuur(nadelen 4xpd voor blootstelling starten)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 16 Wanneer worden prostaglandine-syntetaseremmers in de oogheelkunde toegepast?

Slide 17 - Question ouverte

na operatie om zwelling te verminderen
Vraag 17 Bij glaucoom worden pupilvernauwende middelen gebruikt en betablokkers. Wat is glaucoom? En wat is het nadeel van pupilvernauwende middelen?

Slide 18 - Question ouverte

Oogziekte waarbij de oogboldruk verhoogd is. Daardoor komt de bloedvoorziening
van het oog in gevaar en de oogzenuw kan afsterven met blindheid tot gevolg.
Ze vernauwen de pupil met als gevolg slechter zien doordat de lichthoeveelheid vermindert

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 18 Lasogen zijn door hel licht ontstane verbrandingen van het netvlies. De pijn ontstaat meestal pas enkele uren na de blootstelling. Welke stof wordt gebruikt en wat is een belangrijke waarschuwing?

Slide 21 - Question ouverte

Lidocaine of oxybuprocaine(Novesine). Zeer kortdurend gebruiken.    
Vraag 19 Welke groep stoffen wordt toegepast bij oogonderzoek?

Slide 22 - Carte mentale

Stoffen die de pupil verwijden, waardoor er gemakkelijker in het oog gekeken kan worden. Stoffen zijn mydriatica: het zijn fenylefrine (sympathicomimeticum) en atropine (parasympaticolyticum) of afgeleiden daarvan. 
Vraag 20 Het oog kan ook geïnfecteerd raken. Dit kan een bacteriële, virale (algemeen) of een herpes infectie zijn. Zoek uit hoe de verschillende infecties worden behandeld.

Slide 23 - Carte mentale

bacterieel=pus; chlooramfenicol of fusidinezuur
viraal=tranend; niets
herpes; aciclovir

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 21 Een ander veelvoorkomende klacht is blepharitis. Wat is dat en hoe wordt dat behandeld?
Waarom ooggel op het ooglid en geen creme?

Slide 26 - Question ouverte

ontstoken ooglid; fusidinezuur ooggel ->waarom ooggel? ivm steriliteit als het in het oog komt 
Vraag 22 Het oog is erg gevoelig. Aan welke eisen moeten oogdruppels voldoen?

Slide 27 - Carte mentale

steriel, isotoon(juiste osmotische waarde),juiste ph ±7, steriel, beperkte hoeveelheid, juiste conservering

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 23 Oogpreparaten moeten steriel zijn ivm het risico op infecties. Daarom worden ze vaak geconserveerd. Welk nadeel hebben geconserveerde oogpreparaten?

Slide 29 - Question ouverte

overgevoeligheid
Vraag 24 Er zijn ook oogdruppels die niet geconserveerd worden. Welke maatregel wordt genomen waardoor ze niet geconserveerd hoeven te worden en hoe worden deze oogdruppels genoemd?

Slide 30 - Question ouverte

1 daagse verpakking, minims 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Steriele toedienvormen 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke steriele toedienvormen ken je?

Slide 39 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
Oogdruppels en andere steriele toedienvormen 
Vraag 1 tm 4 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kan 4 veel voorkomende oogaandoeningen noemen en de behandeling
  • Je weet aan welke aandachtpunten de toediening van oogmedicatie moet voldoen 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je het lesdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions