VHT: Sinterklaas 🎁

• SLB
• HBO
• Studiejaar 1

De Grote 

Sinterklaasquiz

Waar denk je
aan bij Sinterklaas?

Wat is de officiële naam van Sinterklaas?

1. Sint Nico
2. Sint Maarten
3. Sint Nicolaas
4. Sinterklaas

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?

1. Turkije
2. Brazilië
3. België
4. Nederland

In welk jaar is Sinterklaas
geboren?

1. 342 v.Chr
2. 280 n. Chr
3. 1889
4. 125 v. Chr

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?

1. Dominee
2. Priester
3. Bisschop
4. Pastoor

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?

1. 1 December
2. 6 December
3. 24 december
4. 6 november

Vanaf de zestiende eeuw werd voor het eerst door kinderen thuis de schoen gezet. Wat kregen zij?

1. Geld
2. Schoolspullen
3. Speelgoed, snoep of zout (vooral jongens)
4. Niets

Waarom zeggen ze dat Sinterklaas uit Spanje komt?

1. Hij is begraven in Bari. Tijdens de opstand hoorde dat bij Spanje
2. Ze waren in die tijd nog niet zo goed in geografie
3. Hij heeft leefde het grootste deel van zijn leven in Spanje
4. Hij ging vaak op reis naar Spanje

Welke snoepgoed hoor je NIET te eten met Sinterklaas?

1. Chocoladeletter
2. Pepernoten
3. Oliebollen
4. Chocolademunten

Hoe heet het paard van
Sinterklaas ?

1. Amerigo
2. Rudolf
3. Arabella
4. Pedro

Wat is zwaarder:
1000 gram pepernoten of
1 kg marsepein?

1. 1000 gram pepernoten
2. 1 kg marsepein
3. Ze zijn even zwaar
4. 1 kg marsepein dat is toch logisch...

Welk woord is
FOUT gespeld?

1. Taajtaaj
2. Pepernoot
3. Marsepein
4. Chocoladeletter

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

De grote 

Sinterklaasquiz

Wat voor soort werkvorm was deze (uitgebreide) motiverende opening?

Wat leren we vandaag

• Diverse manieren om de beginsituatie te bepalen
• Realistische en specifieke doelstellingen op stellen 
• Bewust didactische werkvormen toepassen in je lessen en opschrijven op je LVB

Hoe ziet de les eruit

1. Ophalen voorkennis over beginsituatie bepalen en het opstellen van lesdoelen
2. Beginsituatie en lesdoelen eigen LVB bespreken 
3. Kennismaken met didactische werkvormen 
4. Eigen les verrijken met didactische werkvormen 

Beginsituatie bepalen

werkwoorden voor leerdoelen 

Opdracht: bekijk de beginsituatie + het leerdoel. Noteer het leerdoel dat het best specifiek en realistisch is gezien de beginsituatie.

Didactische werkvormen

• Didactische werkvormen zijn activiteiten die je binnen de onderwijsleersituatie inzet om kinderen doelgericht te laten leren. 
• Een didactische werkvorm is een middel om het leerdoel te bereiken 
• Didactische werkvormen geven aan hoe de onderwijs leersituatie wordt ingericht.   

==> gedragingen van leraren 

Wat was jouw leukste stageles tot nu toe; welke didactische werkvorm heb je toegepast?

Iedere les heeft 3 niveaus van communicatie

inhoud 

aanpak 

taak 

Inhoud

De les of bijeenkomst gaat ergens over, bijv. over voorrang geven of kikkers.  

- Voorafgaand aan de les stel je doelen op met betrekking tot dit onderwerp. 

- Je beschrijft bijv. wat leerlingen moeten kunnen benoemen of kunnen aanwijzen hierover.  

- Tijdens de les stuur je bij, stel je gerichte vragen en vat je samen.  

Aanpak (werkvorm)

De aanpak is de manier waarop je het onderwerp aan de orde stelt.   

- Vertellen, een onderwijsleergesprek, een filmpje met kijkvragen.  

- Hiervoor bereid je materialen voor.

- Je geeft beurten tijdens de les en houdt de tijd bij.   

Gedrag

Hier valt alles onder wat er met of tussen de leerlingen speelt.  

- Zijn ze druk of juist heel rustig. 

- Zijn er ruzies of hoor je steeds dezelfde leerlingen  

- Zou je graag eens de stille leerlingen aan het woord willen?  

Instructievormen

Doelen:  

-doorgeven informatie  

-presenteren van kennis zodat leerlingen zelfstandig kunnen gaan werken 

-geven van een inleiding op een nieuw onderwerp  

Instructievormen

Interactievormen

Doelen: 

- Openstellen voor de ander 

- Overleggen  

- Actief luisteren  

- Mening vormen  

- Leerstof verwerken   

Interactievormen

onderwijsleergesprek

Opdrachtvorm

Doelen:  

- Informatie zoeken  

- Met informatie omgaan  

- Informatie delen  

- Samenwerking 

- Rolverdeling  

- Presentatie product 

- Verantwoordelijkheid  

- Zelfstandigheid 

Opdrachtvormen

Samenwerkingvormen 

Principes van coöperatieve structuren:    

• Gelijke deelname 
• Individuele aanspreekbaarheid 
• Positieve wederzijdse afhankelijkheid 
• Simultane interactie  

Spelvormen

Onderwijsorganisatievormen

kring   

werken in hoeken

  

circuit   

tafelgroepen  

• instructievormen
• interactievormen 
• opdrachtvormen 
• samenwerkingsvormen 
• spelvormen
• onderwijsorganisatievormen

Het is van belang om te leren inschatten

• Welke werkvormen goed bruikbaar zijn binnen bepaalde activiteiten of lesinhouden.  
• Afwisseling van werkvormen door de dag heen binnen vakgebieden en de fase van de les of project.  
• Tot slot het belang van het oefenen van allerlei werkvormen om je eigen repertoire uit te breiden.  

Les verrijken met werkvormen

Je hebt een les meegenomen die je binnenkort gaat geven. 

Je hebt je doelen SMART geformuleerd: ze zijn dus uitgewerkt in concreet gedrag dat je kunt zien (kinderen kunnen aanwijzen, benoemen, samenvatten…) 

- In groepjes van vier bedenk je werkvormen bij de meegebrachte lessen en doelen. 

- Ieder groepje voert van één les de verrijkende werkvormen uit met de klas.