Begrippen knallen - TL4 14-3-23

Begrippen knallen:)
Welke begrippen ken jij al?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Begrippen knallen:)
Welke begrippen ken jij al?

Slide 1 - Diapositive

Deel 1: speeltechniek
en uitvoeringswijze

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je de
speeltechniek in
deze video?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoe noem je de
speeltechniek?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe noem je de
speeltechniek in
deze video?


Let op het instrument dat het kleine jochie speelt. Ook de buurman met de rode schoenen speelt het instrument.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo


Hoe noem je deze speeltechniek?
Bonus: hoe heet dit instrument?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe noem je de
speeltechniek in
deze video?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hoe noem je de
speeltechniek?

Slide 11 - Question ouverte

Let op de rechter zanger
Deze zanger zingt glijdend van de
ene noot naar de andere noot.
Hoe noem je deze speeltechniek?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hoe noem je de
speeltechniek?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe noem je deze
uitvoeringswijze?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoe noem je deze
uitvoeringswijze?
A
A cappela
B
Akoestisch
C
Beatbox

Slide 17 - Quiz

INSTRUMENTEN RONDE :)

Slide 18 - Diapositive

Welk instrument is dit?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Strijkersfamilie
Contrabas
Altviool
Cello
Viool

Slide 21 - Question de remorquage

Slagwerk zonder vel
Grote trom
Xylofoon
Pauken
Klokkenspel
Tamtam

Slide 22 - Question de remorquage

Je hoort zo een beat:
Op welk onderdeel van het drumstel worden 8sten noten gespeeld?
Drumstel

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Op welk onderdeel van
het drumstel werden
8sten noten gespeeld?
A
Snaredrum
B
Bassdrum
C
Tomtom
D
Hihat

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

De solist speelde op een houtblaasinstrument
A
Klopt.
B
Nee, klopt niet.

Slide 27 - Quiz

Klarinetniet.
Fagot
Klarinet
Hobo

Slide 28 - Question de remorquage

Welk instrument is dit?

Slide 29 - Question ouverte

Je hoort zo twee mensen na elkaar zingen.
Welke twee stemsoorten hoor je achter elkaar?
(sopraan, alt, tenor, bas)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Dit was:
A
1. alt 2. tenor
B
1. alt 2. bas
C
1. sopraan 2. tenor
D
1. sopraan 2. bas

Slide 32 - Quiz

Hoeveel % van de begrippen ken ik al?
Ongeveer:
A
20 à 30%
B
30 à 45%
C
45 à 60%
D
60 à 80%

Slide 33 - Quiz