Begrippen knallen :)

Begrippen knallen:)
Welke begrippen ken jij al?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Begrippen knallen:)
Welke begrippen ken jij al?

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

Welke speeltechniek
zag je hier?

Slide 3 - Question ouverte


Hoeveel tellen staan hier afgebeeld?
A
5
B
7
C
6
D
10

Slide 4 - Quiz

Op welke twee plekken zou jij een maatstreep neerzetten? Kies twee getallen.

Slide 5 - Question ouverte

Dynamiek
Uitvoerings-
praktijk
Tempo
Toonhoogte
G-sleutel
A capella
Forte
Accelerando
Adagio

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen overgangsdynamiek en terrassendynamiek?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Was er in dit fragment
sprake van polyfonie
of homofonie?
A
Polyfonie
B
Homofonie
C
Nee, sterker nog: het was unisono

Slide 9 - Quiz

INSTRUMENTEN RONDE :)

Slide 10 - Diapositive

Welk instrument is dit?

Slide 11 - Question ouverte

Strijkersfamilie
Contrabas
Altviool
Cello
Viool

Slide 12 - Question de remorquage

Slagwerk zonder vel
Grote trom
Xylofoon
Pauken
Klokkenspel
Tamtam

Slide 13 - Question de remorquage

Je hoort zo een beat:
Op welk onderdeel van het drumstel worden 8sten noten gespeeld?
Drumstel

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Op welk onderdeel van
het drumstel werden
8sten noten gespeeld?
A
Snaredrum
B
Bassdrum
C
Tomtom
D
Hihat

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

De solist speelde op een houtblaasinstrument
A
Klopt.
B
Nee, klopt niet.

Slide 18 - Quiz

Klarinetniet.
Fagot
Klarinet
Hobo

Slide 19 - Question de remorquage

Welk instrument is dit?

Slide 20 - Question ouverte

Je hoort zo twee mensen na elkaar zingen.
Welke twee stemsoorten hoor je achter elkaar?
(sopraan, alt, tenor, bas)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Dit was:
A
1. alt 2. tenor
B
1. alt 2. bas
C
1. sopraan 2. tenor
D
1. sopraan 2. bas

Slide 23 - Quiz

Hoeveel % van de begrippen ken ik al?
Ongeveer:
A
20 à 30%
B
30 à 45%
C
45 à 60%
D
60 à 80%

Slide 24 - Quiz