Bezittelijke voornaamwoorden + woordenschat Unité 2

1 / 14
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Bezittelijke voornaamwoorden + woordenschat Unité 2

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel:
 We kunnen bezittelijke voornaamwoorden correct toepassen in zinnen.

Slide 3 - Diapositive

Vertaal deze zinnen
  1. Mon père est drôle.
  2. C'est sa mère.
  3. L'anniversaire de ma tante est demain(morgen).
  4. J'ai toujours écouté ton frère.
timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden
1. Mon père est drôle.
   → Mijn vader is grappig.
2. C'est sa mère.
   → Dat is zijn/haar moeder.
3. L'anniversaire de ma tante est demain.
   → De verjaardag van mijn tante is morgen.
4. J'ai toujours écouté ton frère.
   → Ik heb altijd naar jouw broer geluisterd.





Slide 5 - Diapositive

Pak je boek op blz 64

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Pak je boek op bladzijde 57

Slide 8 - Diapositive

Klassikaal
Tu...... quel âge?
Nous....... deux frères.
Vous....... un enfant?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht rollenspel
  • Twee vrienden praten over hun familie en bezittingen. Jullie moeten de juiste bezittelijke voornaamwoorden invullen en krijgen hulp met de Nederlandse vertaling tussen haakjes.
  • Eerst ga je de opdracht invullen.
  • Alleen
  • Stilte(Stoplicht rood)
  • 6 minuten.
  • Klaar? --> Maken opdracht 16 D in je boek(Bladzijde 60)
timer
6:00

Slide 10 - Diapositive

Spreken!
  • 4 minuten spreken.
  • In tweetallen.
  • Klaar? --> Draai de rollen om en herhaal.
  • We draaien door.
timer
4:00

Slide 11 - Diapositive

Klassikaal bespreken

Slide 12 - Diapositive

Maak een zin waarin je het bezittelijk voornaamwoord gebruikt en een woord uit je woordenlijst.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive