20250224 Mask VAV4VMB000AK vmbo leerjaar 1 Thema's criminaliteit: 4. Nederland is een rechtsstaat

VAV4VMB000AK 
Maatschappijkunde
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.



1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

VAV4VMB000AK 
Maatschappijkunde
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.



Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Diapositive

Maatschappijkunde
Thema's kgt Politiek en criminaliteit



  
Woensdag 18-12: Les 3: Politieke partijen
Woensdag 18-12: HERKANSING SO1
Week 52 t/m week 01: kerstvakantie
Maandag 06-01: Les 4: Politieke stromingen
Woensdag 08-01: Les 5: Kabinet en regering
Maandag 13-01: Praktische opdracht
Woensdag 15-01: Les 6: Het Parlement + Les 7. Politieke besluitvorming
Maandag 20-01: Les 8. Gemeente en provincie + Les 9. Nederland en Europa
Woensdag 22-01: Les 10. De toekomst van de Nederlandse politiek
Dinsdag 28-01: so2 maatschappijkunde en toets maatschappijleer






Slide 4 - Diapositive

Maatschappijkunde
Thema's kgt Politiek en criminaliteit



  
Woensdag 05-02: 1. Wat is criminaliteit?
Maandag 10-02:  2. Ons beeld van criminaliteit
Woensdag 12-02: 3. Oorzaken van criminaliteit
Maandag 24-02: 4. Nederland is een rechtsstaat
Woensdag 26-02: 5. Het strafrecht
Maandag03-03: 6. Van politie naar officier
Woensdag 05-03: 7. Voor de rechter
Maandag10-03: 8. Straf
Woensdag 12-03: 9. Criminaliteitsbeleid
Maandag 17-03: samenvatting en voorbereiding so3
Woensdag 19-03: voorbereiding op het eindexamen
 Maandag 24-03: voorbereiding op het eindexamen
Woensdag 26-03: voorbereiding op het eindexamen
Dinsdag 01-04: 09.00-10.30: so3

Slide 5 - Diapositive

Terugblik op: 

Les 3. Oorzaken van criminaliteit

Slide 6 - Diapositive

Les 3.1 Wie worden crimineel?

Er zijn verschillende factoren die de kans op het
ontwikkelen van strafbaar gedrag vergroten
of juist verkleinen.

Met risicofactoren bedoelen we omstandigheden die de kans op bepaald gedrag vergroten.

Beschermende factoren zijn eigenschappen en omstandigheden die de kans op crimineel gedrag juist verkleinen.



Slide 7 - Diapositive

Les 3.1 Wie worden crimineel?

Risicofactoren:

  1. Psychische problemen: aangeboren eigenschappen of
    onveilige opvoeding
  2. Foute vrienden / groepsdruk
  3. Alcohol- en drugsgebruik




Slide 8 - Diapositive

Les 3.1 Wie worden crimineel?
Beschermende factoren:
  1. Werk en onderwijs
  2. Een relatie
  3. Het gezin
  4. Sociale vaardigheden

Slide 9 - Diapositive

Les 3.1 Wie worden crimineel?


Een recidivist is een persoon die steeds opnieuw strafbare
feiten pleegt.

Van alle opgroeiende jongeren is ongeveer 5 procent
recidivist.


Slide 10 - Diapositive

Les 3.2 

Theorieën over criminaliteit:
 
  1. Aangeleerd-gedragtheorie
  2. Bindingstheorie
  3. Rationele-keuzetheorie
  4. Etikettentheorie
  5. Anomietheorie
  6. Neutraliseringstheorie



Slide 11 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (1v6)

Aangeleerd-gedragtheorie

Volgens deze theorie zijn criminelen niet slechter dan
andere mensen.

Ze hebben alleen verkeerd gedrag aangeleerd.

De theorie verklaart hoe crimineel gedrag van de ene op de
andere persoon wordt overgedragen.




Slide 12 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (2v6)

Bindingstheorie

Volgens de bindingstheorie hebben mensen met sterke bindingen ervoor dat je goede redenen om crimineel gedrag te vermijden.

Volgens deze theorie zou iemand gemakkelijker tot crimineel gedrag overgaan als hij of zij geen hechte band met mensen en de maatschappij heeft.



Slide 13 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (3v6)

Rationele-keuzetheorie

Volgens deze theorie vragen mensen zich bij alles wat ze doen af: wat levert het mij op? Ook criminelen maken een rekensom: ze wegen de opbrengst af tegen de risico’s. We zeggen ook wel: gelegenheid maakt de dief.


Slide 14 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (4v6)

Etikettentheorie

Sommige groepen krijgen van de maatschappij het ‘etiket’ crimineel opgeplakt. Volgens de etikettentheorie gaan mensen uit deze groepen zich naar dit etiket gedragen.

Hun gedachte is: Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?



Slide 15 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (5v6)

Anomietheorie

Volgens deze theorie wordt het in onze westerse samenleving belangrijk gevonden dat je succesvol bent en een goede maatschappelijke positie bereikt.

Volgens deze theorie is voor sommigen succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.



Slide 16 - Diapositive

Les 3.2 
Theorieën over criminaliteit (6v6)
Neutraliseringstheorie

Volgens deze theorie hebben deze jongeren net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.

Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit.

De schuldgevoelens die achteraf komen, negeren ze. Of ze maken het allemaal minder erg dan het is.


Slide 17 - Diapositive

Les 4. Nederland is een rechtsstaat

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat

  • 4.1 Wat is een rechtsstaat?
  • 4.2 De scheiding van de machten
  • 4.3 knelpunten in onze rechtsstaat



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat
(pag. 40-51)
opdrachten 01 - 20 + Begrippen en samenvatting

Slide 19 - Diapositive

Zelfwerktijd:

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 50-51: 

Begrippen en samenvatting
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 20 - Diapositive

4.1 Wat is een rechtsstaat?

Nederland is een rechtsstaat, een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wet zijn  vastgelegd.

In een rechtsstaat heeft de overheid twee belangrijke taken:

  1. Rechtshandhaving of het handhaven van de rechtsorde
  2. Rechtsbescherming, burgers worden door de grondwet beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur door de overheid.




Slide 21 - Diapositive

4.1 Wat is een rechtsstaat?

Kenmerken van de rechtsstaat. Een rechtsstaat 
heeft de volgende kenmerken:

  1. Er is een grondwet waarin de belangrijkste rechten en plichten van de burgers en van de overheid staan.
  2. De burger heeft grondrechten, de belangrijkste rechten die in onze samenleving gelden.
  3. De overheid moet zich aan de wet houden. (=Legaliteitsbeginsel). In een rechtsstaat weet elke burger wat er gebeurt als hij de wet overtreedt. Dit noemen we rechtszekerheid. Ook moet elke burger erop kunnen vertrouwen dat hij niet anders zal worden behandeld of bestraft dan anderen. Dat noemen we rechtsgelijkheid.
  4. De politieke macht is in drieën verdeeld, zodat niet één persoon of instantie alle macht heeft. De rechtsstaat is dus ook gelijk een democratie. Burgers hebben daardoor invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd en op het vaststellen van de grondrechten.







Slide 22 - Diapositive

Zelfwerktijd:

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 40-41

vragen 01-04
timer
8:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 23 - Diapositive

4.2 De scheiding van de machten


Een belangrijk kenmerk van onze Nederlandse democratie
is de trias politica, de scheiding van de macht in
drie onderdelen.

Om te voorkomen dat de overheid te veel invloed
heeft, is de macht in drieën verdeeld:
  • de wetgevende macht
  • de uitvoerende macht
  • de rechterlijke macht



Slide 24 - Diapositive

4.2 De scheiding van de machten


Wetgevende macht
De wetgevende macht stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden. De wetgevende macht is in handen van de regering (de ministers en de koning) en het gekozen parlement (Eerste en Tweede Kamer).

Uitvoerende macht
De uitvoerende macht zorgt ervoor dat wetten worden uitgevoerd en nageleefd. In ons land zijn de ministers hier verantwoordelijk voor.

Rechterlijke macht
De rechterlijke macht beoordeelt of de overheid en burgers zich aan de wet houden en doet uitspraak in conflicten.
Deze macht is in handen van onafhankelijke en onpartijdige rechters.




Slide 25 - Diapositive

Zelfwerktijd:

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 42-45

vragen 05-12
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 26 - Diapositive

4.3 knelpunten in onze rechtsstaat


Wanneer dit dilemma van de rechtsstaat leidt tot
ongelijke behandeling spreken we van discriminatie of klassenjustitie:

mensen uit verschillende sociale klassen en uit
verschillende etnische groepen worden verschillend behandeld.

Voorbeeld: België - Sanda Dia

Slide 27 - Diapositive

Zelfwerktijd:

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 46-49

vragen 13-20
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 28 - Diapositive

Terugblik:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat

  • 4.1 Wat is een rechtsstaat?
  • 4.2 De scheiding van de machten
  • 4.3 knelpunten in onze rechtsstaat



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat
(pag. 40-51)
opdrachten 01 - 20 + Begrippen en samenvatting

Slide 29 - Diapositive