Deviant Via Vervolg Thema 3 Hoofdstuk 4 Schrijven

Thema 3
 Hoofdstuk 4
 Schrijven
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 3
 Hoofdstuk 4
 Schrijven

Slide 1 - Diapositive

In dit hoofdstuk leer je de volgende begrippen
- informele taal
- formele taal
- conventies

Slide 2 - Diapositive

Doel:
Je leert het verschil tussen informele en formele taal

Slide 3 - Diapositive

Formele taal:
Formele taal is zakelijke (netjes) taal

Je schrijft in de u-vorm

Deze taal gebruik je bij oudere mensen of (belangrijke) mensen die je niet kent en als je officiële dingen moet regelen.

Slide 4 - Diapositive

Informele taal:
Informele taal is persoonlijke taal

Je schrijft in de je-vorm

Deze taal gebruik je met je vrienden of mensen die je goed kent.

Slide 5 - Diapositive

Formele taal vs informele taal
Formele taal:

- zakelijk
- u-vorm
- ouderen/onbekenden
Informele taal:

- persoonlijk
- je-vorm
- vrienden/ kennissen 

Slide 6 - Diapositive

Doel:
Je leert wat conventies zijn

Slide 7 - Diapositive

Conventies
Conventies zijn afspraken over de vaste indeling voor het schrijven van een formele (zakelijke) brief

Slide 8 - Diapositive

Welke onderdelen zijn er?
- afzender
- datering
- adressering
- onderwerp
- aanhef
- inhoud
- ondertekening

Slide 9 - Diapositive

Afzender
Bij de afzender schrijft de schrijver:


- naam
- adres
- telefoonnummer
- e-mailadres
Froukje Meijer
Herenkade 24
3101 DE Devidam
froukje@gmail.com

Slide 10 - Diapositive

Datering
Bij de datering schrijft de schrijver:


- plaatsnaam
- datum
Devidam, 23 juni 2013

Slide 11 - Diapositive

Adressering
Bij de adressering schrijft de schrijver:


- naam van persoon/organisatie
- adres van persoon/organisatie
Stichting Walvissen
T.a.v. de afdeling onderwijs
Zeeweg 13
4509 VH Waterland

Slide 12 - Diapositive

Onderwerp
Bij het onderwerp schrijft de schrijver:


Het onderwerp van de brief in steekwoorden
Betreft: Aanvraag informatiepakket walvisjacht

Slide 13 - Diapositive

Aanhef
Bij de aanhef schrijft de schrijver:


Openingsgroet
Geachte heer/mevrouw,

Slide 14 - Diapositive

Inhoud
Bij de inhoud schrijft de schrijver:


- inleidende zin
- het middenstuk
- afsluitende zin

Slide 15 - Diapositive

:


Voor school maak ik een werkstuk over walvisjacht. Op internet heb ik de website van Stichting Walvissen gevonden.

Op de website staat dat ik informatie kan aanvragen voor mijn werkstuk. Zou u mij het informatiepakket over de walvisjacht willen toesturen? U vindt mijn adres bovenaan deze brief.

Ik hoop het informatiepakket snel te ontvangen.

Slide 16 - Diapositive

Ondertekening
Bij de ondertekening schrijft de schrijver:


- slotgroet
- handtekening
Met vriendelijke groet,

Froukje Meijer

Slide 17 - Diapositive