V5 Thema 3 Stofwisseling B2 Enzymen

Thema 3 Stofwisseling
B2 Enzymen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Stofwisseling
B2 Enzymen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B2
2. Je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven. 

3. Je kunt de invloed van temperatuur en ph op de enzymactiviteit beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten absorberen vooral groen licht voor fotosynthese

Slide 3 - Diapositive

_

Veel meer: tot wel 10.000 in gezal van urease

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat gebeurt er met het gewicht van een individu als in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaats vindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af
D
ik heb geen idee ....

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is ook alweer autotroof en heterotroof?
A
gebruikt CO2 en stoot het niet uit/verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
kan uit organische stoffen energie halen/kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken/kan dat niet
D
heeft geen zuurstof nodig/heeft wel zuurstof nodig

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organisch
Anorganisch
CO2
Glucose
Eiwit
N2
H2O
DNA
Zetmeel

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

assimilatie + dissimilatie
fotosynthese
verbranding
nog groter organisch molecuul
voortgezette assimilatie

Slide 8 - Diapositive

tijdens de verbranding (cellulaire respiratie) wordt het 'geld' gedrukt wat de cellulaire economie drijft: ATP

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elk enzym heeft dus zijn eigen functie:







Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking enzymen
  • Cofactor: een speciaal ion of molecuul die nodig is voor de werking van een enzym (co-enzym wanneer het organische stof is)

  • Apo-enzym: het eigenlijke enzymmolecuul wanneer cofactor nodig is

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enzymactiviteit

           de mate waarin een enzym een reactie versnelt

Afhankelijk van:
  • Activatoren en remstoffen
  • Temperatuur
  • pH
  • Concentratie deelnemende stoffen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Remstoffen en activatoren
Activatoren:
sommige hormonen 
en medicijnen

Remstoffen:
zware metalen (lood en 
cadmium)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optimum temperatuur

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Optimum pH

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pH in het maag-darmkanaal

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enzymatische reacties

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 
10, 11, 12, 15, 16, 18, 21

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar? Neem Context 'Helende honing' door op bladzijde 22

Maak opdracht 22 en 23 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesafsluiter

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een enzym altijd nodig om een product te maken?
A
co-enzym
B
eiwit
C
fotosynthese
D
substraat

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Enzymeigenschappen
Welke uitspraak over enzymen is juist?

A
Het apo-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
B
Het apo-enzym is een metaalion of een vitamine.
C
Het co-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
D
Het co-enzym is het eigenlijke enzym.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het proces waarbij een eiwit zijn ruimtelijke structuur verliest door bijvoorbeeld te hoge temperatuur?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was je procentuele score?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leuke herhalingsfilmpje
Van Amoeba Sisters

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra uitlegvideo's
zie Magister.me

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions