3.2. Dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Thema 3, hoofdstuk 2N\Blz. 

Blz. 139

Lesdoel

Aan het eind van deze les weet je:

• in welke vijf kleinere groepen je gewervelde dieren kunt ordenen.
• de kenmerken van deze vijf kleinere groepen.

Herhaling van vorige week:
Betekent ordenen indelen in groepen?

1. Ja
2. Nee

Hoe noemen we het indelen van organismen?

1. Kenmerken
2. Vertakkingsschema
3. Celkern
4. Ordening (of ordenen)

Bij de ordening let je op de kenmerken van organismen

1. ja
2. nee

Er zijn 4 rijken in de biologie. Welke zijn dat?

1. Dieren en planten, paddenstoelen en ziekten
2. Dieren, planten, bacteriën, schimmels
3. Dieren, planten, dieren en mensen
4. Bacteriën, schimmels, mensen, paddenstoelen

Dieren hebben een celwand

1. ja
2. nee

Bacteriën hebben GEEN celkern

1. dat klopt
2. dat klopt niet

Kijk goed naar dit plaatje. Hierna volgt de vraag.

Het vorige plaatje was een cel van een plant

1. waar
2. niet waar

Wat is geen rijk bij het ordenen?

1. Bacterien
2. Dieren
3. Mensen
4. Schimmels

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt

1. waar
2. niet waar

Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?

1. Hoe groot dieren zijn
2. Op kleur
3. Bepaalde kenmerken
4. leeftijd

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?

12

1. alleen zoogdieren
2. vogels en zoogdieren
3. reptielen, vogels en zoogdieren
4. amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

In welke groep van de gewervelden komen de jonge dieren uit de moeder?

10

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?

1. reptielen
2. amfibieën
3. zoogdieren
4. vogels

Een hagedis is een reptiel, gebruikt hij kieuwen om adem te halen

1. ja
2. nee

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar

1. naar zijn naam
2. Of hij in Italie leeft
3. of hij zeewier eet
4. Of hij kieuwen heeft

Welke kenmerken hebben reptielen

1. kieuwen
2. schubben
3. slijm
4. veren

Je gaat een koe in een groep indelen
Waar kijk je naar?

1. naar zijn naam
2. of hij gras eet
3. Of hij haren heeft
4. Of hij in Nederland leeft

Huiswerk

Maken:

Opdrachten bij thema 3.2.

Via Magister online of in je boek