Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Examentraining; leervaardigheden
K1 Leervaardigheden in het vak biologie
Slide 1 - Diapositive
Niet in een antwoord
Bijv. Waarom hebben dieren zuurstof nodig?
Antw. Om te blijven leven.
Alles bij biologie draait om het leven (de studie van het leven) hier ben je niet specifiek genoeg. Je moet uitleggen waarom het organisme niet kan blijven leven in deze situatie.
Slide 2 - Diapositive
Niet in een antwoord
Bijv. Leg uit waarom te veel chips en friet eten ongezond is.
Antw. Omdat het (on)gezond is.
Je bent niet specifiek genoeg. Wat is er (on)gezond? En waarom is het (on)gezond?
Slide 3 - Diapositive
Niet in een antwoord
Het woord alles verwerken in je antwoord.
Alles omvat wel heel veel. Wat dan precies?
Het woord nietsin je antwoord.
Niets is wel heel weinig? Wat dan niet?
Slide 4 - Diapositive
Niet in een antwoord
Beginnen met dus, want, omdat --> NOOIT doen!
Dus, want en omdat zijn een koppelwoorden.
Het koppelt 1 zin aan de ander. Je kan je antwoord daar niet mee beginnen.
Bijv. Planten hebben licht nodig, omdat licht nodig is voor fotosynthese.
Slide 5 - Diapositive
Niet in een antwoord
NOOIT ... Binnen je antwoord gebruik maken van het, zij, hij , die , dat , enz.
Dan vraag ik wie, of wat en is het?
En reken het antwoord fout.
Slide 6 - Diapositive
Feit of mening
MENING: iets dat iemand vindt
- Het is al laat.
- Chocolade is lekker.
FEIT: iets dat zo is, dat staat vast
Feiten zijn dingen die je kunt controleren en dingen die bijvoorbeeld onderzocht zijn.
- Het is nu twaalf uur.
- In deze chocoladereep zit suiker.
Slide 7 - Diapositive
bronnen
Biologische bronnenmateriaal
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Stappen tot een antwoord
1. Lees de vraag.
2. Haal het onderwerp uit de vraag. 3. Wat wil je weten over het onderwerp? - Moet je de tekst lezen voor informatie? (markeren) - Heb je een bron nodig voor het antwoord?
4. Begin het antwoord van een open vraag met het onderwerp!
Slide 12 - Diapositive
Je moet een grafiek maken over leeftijd en lengte. Waar zet je de leeftijd?
A
onderaan, de x as
B
aan de zijkant, y as
Slide 13 - Quiz
examenopdracht 1.
Slide 14 - Diapositive
Welk type grafiek zou jij maken?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram
D
histogram
Slide 15 - Quiz
Welke grootheid en eenheid zou je op de y as zetten
Slide 16 - Question ouverte
Rekenen in de biologie
Slide 17 - Diapositive
Breuken
basisvaardigeden rekenen
Slide 18 - Diapositive
Procenten
basisvaardigeheden rekenen.
Slide 19 - Diapositive
Oefenvraag
Hieronder staat informatie over de voedingswaarde van 100 gram gekookte spruitjes.
Pubers hebben gemiddeld per dag 90 mg vitamine C nodig.
Hoeveel gram gekookte spruitjes moet je minimaal eten om 90 mg vitamine C binnen te krijgen?
Leg je antwoord uit met een berekening.
Slide 20 - Diapositive
antwoord vorige vraag
A
68 of 69 gram
B
50 gram
C
10 gram
D
anders
Slide 21 - Quiz
Bio & rekenen
Basisvaardigheden rekenen
Slide 22 - Diapositive
Bio & rekenen
rekenen met grootheden en eenheden.
Slide 23 - Diapositive
biologische begrippen
Slide 24 - Diapositive
biologische begrippen
Slide 25 - Diapositive
hulpmiddelen
Slide 26 - Diapositive
Moet je weten!
hulpmiddelen
Kalkwater indicator voor CO2
Slide 27 - Diapositive
Indicator
hulpmiddelen
Zetmeel kan je aantonen met jodium. De jodium kleurt dan blauwzwart.
Slide 28 - Diapositive
Examenopdracht
Geef de naam van de indicator die Paul en Ria hebben gebruikt.
Slide 29 - Diapositive
antwoord:
A
Jodium
B
Kalkwater
C
Rodekool sap
Slide 30 - Quiz
Hoe werkt het?
Hulpmiddelen
determinatiekaart
Slide 31 - Diapositive
Hoe werkt het?
Hulpmiddelen
determinatietabel
Slide 32 - Diapositive
Stappen kennen.
Onderzoek
Slide 33 - Diapositive
schrijf een conclusie
Slide 34 - Diapositive
Wat is een goede conclusie?
A
Jongen die door beide ouders gevoerd worden groeien sneller dan jongen die door 1 ouder worden gevoerd
B
als alleen vrouwtjes voeren groeien de jongen de eerste 3 dagen even hard als dat allebei de ouders voeren
Slide 35 - Quiz
Onderzoek
werkplan
Slide 36 - Diapositive
Wanneer dieren in het wild ziek worden, kunnen ze niet net als wij naar de dokter voor medicijnen. Bekend is dat sommige diersoorten medicijnen in hun leefomgeving zoeken. Door deze medicijnen kunnen ze zichzelf genezen. Zo eten rode franje-apen houtskool dat giftige stoffen in hun voedsel onschadelijk maakt. Wetenschappers willen onderzoeken of houtskool bij olifanten helpt als medicijn. Maak een werkplan waarmee de werking van het houtskool als medicijn bij zieke olifanten onderzocht kan worden.
Slide 37 - Question ouverte
Huiswerk
Maak de 0-meting via de eindexamensite af.
Tips:
Als je woorden niet begrijpt zoek dit op in je boek of op internet. Probeer niet te gokken. Door dingen die je niet begrijpt op te zoeken en de context te snappen leer je veel meer dan alleen je boek lezen en een samenvatting maken.
TIP met leren:
Ga zo veel mogelijk vragen maken. Wees hierbij heel kritisch op je eigen antwoorden. Gebruik vaktermen, herhaal de vraag in je antwoord.