H2 Wat voor consument ben jij? 2.3 Hoe wil je wonen? (Pincode editie 7) deel 2

Welkom bij €conomie

Hoofdstuk 2: Wat voor consument ben jij?

2.3 Hoe wil je wonen? Deel 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij €conomie

Hoofdstuk 2: Wat voor consument ben jij?

2.3 Hoe wil je wonen? Deel 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Herhalen Theorie 2.3 Hoe wil je wonen? deel 1
  • Theorie 2.3 Hoe wil je wonen? deel 2
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen 2.3 deel 1
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen welke verschillen er zijn tussen het huren of het kopen van een woning √
  • uitleggen wanneer je recht hebt op huurtoeslag √

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.3 Hoe wil je wonen? deel 2
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • uitleggen wat een hypotheek is
  • benoemen welke belastingen je als inwoner van een gemeente betaalt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan het werk 
timer
10:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 9 t/m 14 op blz 50 en 51. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. Maak de herhalings-opgaven. Oefen met de flashcards.
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 7 - Diapositive

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 9 blz 50:

Hoe noem je een lening voor de aankoop van een woning?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 10 blz 50:
Kasper en Joy kopen deze woning. Ze sluiten een hypotheek af voor
€ 300.000. Ze betalen 2,5% rente per jaar.
a Bereken hoeveel euro rente Kasper en Joy per maand betalen.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 10 blz 50:
b Leg uit waarom Kasper en Joy méér dan alleen je antwoord bij de vorige
vraag aan de bank moeten betalen.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 11 blz 50:
De titel van het leerblokje is ‘Een eigen huis’.
Vind jij een woning waarvoor je een hypotheek moet afsluiten een eigen woning?
Geef een argument voor je mening.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 12 blz 51:

In de leertekst staan diverse uitgaven die met wonen te maken hebben.
Wat voor soort uitgaven zijn dit? Kies het juiste antwoord.
A
Dagelijkse uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kosten heb je als huurder? En welke kosten heb je als eigenaar van
een woning? Vul in het overzicht de juiste woorden in. Sommige kosten heb
je zowel als huurder en als woningeigenaar.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 14 blz 51:
Domenica huurt een huis. Per maand betaalt ze € 760 aan huur.
Haar energiekosten zijn € 90 per maand. Haar woonverzekering kost € 30 per
maand. De gemeentelijke belastingen kosten gemiddeld € 46 per maand.
Bereken hoeveel Domenica per week kwijt is aan woonkosten.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten 2.3
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen welke verschillen er zijn tussen het huren of het kopen van een woning √
  • uitleggen wanneer je recht hebt op huurtoeslag √
  • uitleggen wat een hypotheek is √
  • benoemen welke belastingen je als inwoner van een gemeente betaalt √

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions