Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Toets
Hoofdstuk 1 Stoffen
Nask
Slide 1 - Diapositive
Van een stof zijn de vorm, de smaak, de kleur en de geur bekend. Welke van deze eigenschappen is geen stofeigenschap?
A
Vorm
B
Smaak
C
Kleur
D
Geur
Slide 2 - Quiz
Stofeigenschappen gebruik je om stoffen van elkaar te onderscheiden. Welke stofeigenschap gebruik je om alcohol en ammonia van elkaar te onderscheiden?
A
de brandbaarheid
B
de geur
C
de kleur
D
de smaak
Slide 3 - Quiz
Wasbenzine en alcohol zijn twee verschillende vloeistoffen, maar niet al hun eigenschappen verschillen.
Welke stofeigenschap is voor wasbenzine en alcohol hetzelfde?
A
de brandbaarheid
B
de geur
C
de smaak
D
de vorm
Slide 4 - Quiz
In huis worden veel stoffen gebruikt. Die zet je niet willekeurig door elkaar. Als je stoffen opruimt, zet je meestal stoffen bij elkaar met dezelfde:
A
kleur
B
smaak
C
toepassing
D
verpakking
Slide 5 - Quiz
De meeste stoffen die je tegenkomt, zijn mengsels. Als je op de verpakking van een voedingsmiddel kijkt, zie je een lijst met ingrediënten.
Welke bewering over mengsels en ingrediënten is waar?
A
Mengsels bevatten geen ingrediënten.
B
Mengsels bevatten één ingrediënt.
C
Mengsels bevatten twee ingrediënten.
D
Mengsels bevatten 2 of meer ingrediënten.
Slide 6 - Quiz
Welke van de volgende stoffen is een zuivere stof?
A
Cola
B
Ice tea
C
Melk
D
Zout
Slide 7 - Quiz
Bij een proef doe je wit krijtpoeder in water en roert. Er ontstaat een witte troebele vloeistof.
Welke bewering over deze vloeistof is waar?
A
Het mengsel blijft steeds goed gemengd
B
Het mengsel is een oplossing van krijt in water
C
Het is een suspensie
D
Het is een oplossing
Slide 8 - Quiz
Als je suiker in heet water doet en roert, verdwijnen de suikerkorrels. Er ontstaat een oplossing.
Welke bewering over het water is waar?
A
Het water is de opgeloste stof.
B
Het water is de oplossing.
C
Het water is het filtraat
D
Het water is het oplosmiddel.
Slide 9 - Quiz
Op een fles helder kleurloos mineraalwater staat dat het ‘zuiver mineraalwater’ is, waarin verschillende gezonde mineralen zijn opgelost. Welke bewering over dit mineraalwater is, scheikundig gezien, juist?
A
Het is een mengsel.
B
Het is een suspensie
C
Het is een zuivere vloeistof.
D
Het is ondoorzichtig
Slide 10 - Quiz
?
?
?
suspensie
residu
filtraat
Slide 11 - Question de remorquage
Rode inkt is een oplossing van een rode kleurstof in een oplosmiddel. Als je rode inkt in een filter schenkt, komt er een rode vloeistof uit het filter en blijft er niets in het filter achter.
Slide 12 - Question ouverte
Tom filtreert een groen mengsel. Na afloop is het filtraat helder en kleurloos en er zit een groene stof in het filter.
Slide 13 - Question ouverte
Bekijk het plaatje goed
Op de volgende pagina volgt hier een vraag over
Slide 14 - Diapositive
Hoe heet onderdeel B?
Slide 15 - Question ouverte
Welke invloed heeft draaien aan dit onderdeel op de vlam?
Slide 16 - Question ouverte
Bekijk het plaatje goed
Op de volgende pagina volgt hier een vraag over
Slide 17 - Diapositive
Leg uit welke kleur de vlam van deze brander krijgt als je onderdeel C dichtdraait.