4LAT week 2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

4LAT week 2

Welkom terug! 

Pegasus 3: even verkennen

Leerwerkboek, bronnenboek, woordenlijst 

Planning komende periode 

week 4: proefvertaling tm caput 7 

week 7: Romereis (geen lessen)

week 8: voorjaarsvakantie 

week 10?: toets beeldhouwkunst 

week 12/13: (=toetsweek 2) proefvertaling en tekstrepetitie 

Hoofdstuk 1 

1. Wat is een fabel precies?

2. De mure urbano et agrario

Lesdoelen: 

Je kunt verbanden leggen tussen de inhoud van de leestekst en de culturele achtergrond van de fabel en de filosofie 

Je kunt congruentie herkennen en leeseenheden onderscheiden

Waar moet een fabel aan voldoen om zo te mogen heten? 

Fabel

• antropomorfistische dieren 
• algemene waarheden
• moraal/zedenles
• al ontstaan in het tweede millennium v.Chr.  (in Egypte en Mesopotamië) 
• meestal mondeling overgeleverd 

Zo ook Anansi 

 spin is iedereen te slim af 

West-Afrika --> o.a. Suriname
vooral verspreid in de 18e eeuw 

teken van protest

later ook: domme tijger erbij

Aesopus en Phaedrus 

Aesopus: Griekse slaaf, zelf niets opgeschreven, anderen wel 

Phaedrus: bewerkte deze verhalen tot ROmeinse gedichten 
De La Fontaine: Fransman die er een bundel van maakte (Esopet)

Waarom zo populair? 

Voorbeelden? 

Leerwerkboek p.8

Video: La grenouille et de le boeuf

Een kikker zag een os in de wei

en dacht: was ik maar zoals hij!

Hij dronk water en met een diepe zucht

hapte hij zoveel moog'lijk lucht.

Zijn kinderen zaten bij de sloot;

hij vroeg ze: ‘Ben ik al even groot

als die os daar in het gras?’

Ze zeiden dat hij halverwege was.

Hij zoog zich vol en dronk nog meer,

en riep: ‘Kijk nog maar eens een keer!’

‘Lieve vader,’ zeiden ze nu,

‘die os is véél groter dan u.’

Toen dronk hij nog meer, maar

dit keer spatte hij uit elkaar.

Wie wordt bedoeld met dit gedicht?

De mens die zichzelf te gronde richt!

Zijn hart zit zo vol overmoed,

dat hij er wel van barsten moet.

Dan nu in het Latijn

De mure urbano et mure agrario 

Je kunt verbanden leggen tussen de inhoud van de leestekst en de culturele achtergrond van de fabel en de filosofie

Je kunt congruentie herkennen en leeseenheden onderscheiden