M3 H3 Formules en Grafieken

M3 Hoofdstuk 3 Formules en grafieken
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

M3 Hoofdstuk 3 Formules en grafieken

Slide 1 - Diapositive

Is deze grafiek lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Welk soort grafiek hoort er bij een lineaire formule?
A
Vloeiende kromme
B
Rechte lijn
C
Periodieke grafiek
D
Gebogen grafiek

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort grafiek is dit?
A
Lineaire grafiek
B
Vloeiende kromme
C
Periodieke grafiek

Slide 4 - Quiz

Welke grafiek hoort bij een periodieke grafiek?
A
plaatje 1
B
plaatje 2
C
plaatje 3
D
plaatje 4

Slide 5 - Quiz

Schuif de grafieken naar de juiste plek. 1 grafiek kan je niet plaatsen!
Welke grafieken stijgt steeds langzamer
Welke grafiek stijgt steeds sneller?
Welke grafiek is periodiek?
Welke grafiek daalt steeds langzamer?
Welke grafiek stijgt steeds met dezelfde snelheid?

Slide 6 - Question de remorquage

Wat zijn variabelen in een formule
A
getallen
B
woorden en/of letters
C
letters en getallen

Slide 7 - Quiz

Welke variabelen zitten er in de formule:

Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de variabelen in deze formule H = 5 + 3t
A
H en t
B
5 en 3
C
3t
D
H

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de variabelen in de formule?
A = 2500 - 25t

A
A
B
A en t
C
t
D
geen idee

Slide 10 - Quiz

afstand in km = 10 + 6t
Wat is de afstand als t = 0
A
10
B
16
C
6
D
0

Slide 11 - Quiz

Maak van deze woordformule een letterformule.
winst in euro = 5 + 3 x aantal dagen
A
w = 5 + 3a
B
w = 5 + 3 x aantal
C
winst in euro = 5 + 3t
D
w = 5 + 3t

Slide 12 - Quiz

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Wat is een richtingscoëfficiënt?
A
stijggetal
B
daalgetal
C
stijg- of daalgetal

Slide 14 - Quiz

Welk getal in de formule is het stijggetal?
Hoeveelheid = 35 + 5 x aantal minuten
A
35
B
5
C
Hoeveelheid
D
aantal minuten

Slide 15 - Quiz

Is de grafiek die bij de formule hoort een stijgende of een dalende grafiek?
Aantal flesjes = 40 - 6 x aantal weken
A
Stijgend
B
Geen van beide
C
Dalend
D
Ik kan het niet aflezen in de formule

Slide 16 - Quiz

Wat is het daalgetal van de volgende formule:


K = 3,12 - 54a
A
-3,12
B
54
C
-54
D
3,12

Slide 17 - Quiz

Wat is het begingetal van de volgende formule?


K = 3,12 - 54a
A
-3,12
B
54
C
-54
D
3,12

Slide 18 - Quiz

Wat is het begingetal van de volgende formule?


B = 8,5t
A
8,5
B
kun je niet weten
C
1
D
0

Slide 19 - Quiz

Welke formule heeft als begingetal 2?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quiz

Welke formule(s) heeft/hebben er een daalgetal?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

Geef van de formules aan of de bijbehorende grafiek een dalende of een stijgende lijn is. Sleep de formule naar het juiste vak.
Stijgende lijn
dalende lijn
b = -2a
b = a + 4
b = 25 + 2a
b = -6a + 12
b = 10 - 3a
b = 2a - 5

Slide 22 - Question de remorquage

Maken
Opdrachten: 
Pargraaf 3.1: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Paragraaf 3.2: 9, 11, 12, 13, 15, 19, 20, 21, 22, 23.

Slide 23 - Diapositive

Wat is het
begingetal?
A
60
B
40
C
20
D
Dat kan je niet weten!

Slide 24 - Quiz

Hoe bereken of zie je de richtingscoëfficiënt in een tabel?
A
toename onder : toename boven
B
toename boven : toename onder

Slide 25 - Quiz

Als er in een tabel geen regelmaat is, kan je dan een lineaire formule maken?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Hoe bereken of zie je de richtingscoëfficiënt in een tabel?
A
toename onder : toename boven
B
toename boven : toename onder

Slide 27 - Quiz

Maak van alle onderdelen en bestaande formule
variabele onder in de tabel
Begingetal
r.c.
=
+
x
variabele boven in de tabel

Slide 28 - Question de remorquage

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
variabele bij de horizontale as
B
variabele bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 29 - Quiz

Maak van alle onderdelen en bestaande formule
variabele verticale as
Begingetal
r.c.
=
+
x
variabele horizontale as

Slide 30 - Question de remorquage

Wat is het begingetal bij deze grafiek?
A
500
B
0
C
100
D
5

Slide 31 - Quiz

Wat is de richtingcoëfficiënt bij deze grafiek?
A
400
B
100
C
-100
D
-500

Slide 32 - Quiz

Welke formule past bij deze grafiek?
A
b = 25t - 75
B
b = 75 - 25t
C
b = 25 + 75t
D
b = 75 + 25t

Slide 33 - Quiz

Grafieken met dezelfde richtingscoëfficiënt zijn/hebben:
A
Snijdend
B
Evenwijdig
C
Hetzelfde beginpunt op de x-as
D
Hetzelfde beginpunt op de y-as

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo