Signaalwoorden 2

Welkom

Leg je laptop alvast klaar en pak je leesboek
Lezen 20 min 
Lesson Up
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom

Leg je laptop alvast klaar en pak je leesboek
Lezen 20 min 
Lesson Up

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive


Signaalwoorden..
A
Verwijzen naar iets in de tekst.
B
Geven aan dat iets van iemand is.
C
Geven een eigenschap aan.
D
Geven een verband aan in de tekst.

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Tegenover
D
Denk aan

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Mits
D
Dus

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
Omdat
B
Zoals
C
En
D
Maar

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
Zoals
B
Daarnaast
C
Echter
D
Zo

Slide 9 - Quiz

'Dus' is een signaalwoord van een...
A
Concluderend verband
B
Redengevend verband
C
Doel-middel verband
D
Chronologisch verband

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Hoewel
D
Denk aan

Slide 11 - Quiz

'want' hoort bij het tekstverband...
A
Tegenstelling
B
Middel-doel
C
Redengevend
D
Vergelijking

Slide 12 - Quiz

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het
tekstverband conclusie?
A
Kortom
B
Al met al
C
Met dat doel
D
Daarentegen

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "daarentegen"?
A
Chronologisch
B
Toelichtend
C
Redengevend
D
Tegenstellend

Slide 15 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "zo"?
A
Tegenstellend
B
Opsommend
C
Toelichtend
D
Chronologisch

Slide 16 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "namelijk"?
A
Redengevend
B
Oorzakelijk
C
Vergelijkend
D
Concluderend

Slide 17 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "weliswaar"?
A
Toegevend
B
Voorwaardelijk
C
Doel-middelverband
D
Concluderend

Slide 18 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "al met al"?
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Samenvattend
D
Chronologisch

Slide 19 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "evenals"?
A
Toegevend
B
Redengevend
C
Samenvattend
D
Vergelijkend

Slide 20 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord "desondanks"?
A
Toegevend
B
Tegenstellend
C
Samenvattend
D
Voorwaardelijk

Slide 21 - Quiz

doel-middel
toelichtend
oorzakelijk
zodat
om...te
door middel van
zodat
doordat
als gevolg van
vanwege
bijvoorbeeld
neem nou
zoals
waardoor
met behulp van

Slide 22 - Question de remorquage

Volgende week
  • Laatste week voor de toetsweek!
  •  Herhalen hoofdgedachte, inleiding, middenstuk, slot
  •  Oefentoets (dinsdag)
  •  Zorg dat je taak af is
  •  Signaalwoorden leren  (stampen)

Fijn weekend!

Slide 23 - Diapositive