4H - Leesvaardigheid H2: tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom 4H!

Blok 2 - Leesvaardigheid

Deze les: Verbanden tussen tekstdelen, zinnen en alinea's

Leerdoelen vandaag

• Je begrijpt en herkent hoe alinea's en zinnen met elkaar verbonden zijn;
• Je begrijpt en herkent signaalwoorden en tekstverbanden. 

Manieren om alinea's met elkaar te verbinden (blz. 131)

1. Herhaling van woorden of woordgroepen; overlappers 

2. Signaalwoorden (niet alleen het verband, maar ook welk!)

Manieren om alinea's met elkaar te verbinden (blz. 131)

3. Signaalzinnen: aankondigende en terugblikkende 

4. Overgangszinnen met een verwijzend woord: deze, die, dit, dat, dergelijke, zulke 

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?

1. Herhaling woorden/zinnen
2. Signaalwoorden
3. Signaalzinnen
4. Overgangszinnen met verwijswoorden

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?

1. Herhaling woorden/zinnen
2. Signaalwoorden
3. Signaalzinnen
4. Overgangszinnen met verwijswoorden

Op welke manier worden de alinea's met elkaar verbonden?

1. Herhaling woorden/zinnen
2. Signaalwoorden
3. Signaalzinnen
4. Overgangszinnen met verwijswoorden

Welke signaalwoorden ken je allemaal?Noem er zoveel mogelijk uit je hoofd. Voorbeeld signaalwoord: Ook

Volledige overzicht staat op blz. 132 

Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband

Opsommend

tegenstellend

chronologisch

oorzakelijk (oorzaak - gevolg)

toelichtend

voorwaardelijk

vervolgens

desondanks

later

zodat

neem nou

wanneer

Lees de tekst rechts

Deze tekst is een voorbeeld van een 

[                       ]. 

In de tekst staat het woord DAARMEE. Dit is een voorbeeld van [                      ]. 

Als een schrijver zinnen of alinea's met elkaar wil verbinden, gebruikt hij een

[                    ]. Zo'n woord geeft jou een seintje dat er een [                    ] aankomt. Het woord DUS in de tekst is een voorbeeld van een [                           ] verband.           

nieuwsbericht

column

signaalwoord

verwijswoord

signaalwoord

tekstverband

concluderend

redengevend

Sleep het signaalwoord naar het juiste tekstverband

Vergelijkend

redengevend (argument)

doel-middel

voorwaardelijk 

samenvattend

concluderend

chronologisch

evenals

omdat

met de bedoeling

mits

kortom

dus