Par. 2.2

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Antwoord terugblikvraag

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opdracht (20 min.)  
  • De vorige les hebben jullie een samenvatting gemaakt van de verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur, of de verspreiding van het Romeinse imperium. 
  • De les: 
  1. Vorm groepjes van vier met twee mensen van het ene onderwerp en twee van het andere onderwerp 
  2. Leest 1 van de 2 de samenvatting voor aan de anderen en vult het groepslid met dezelfde samenvatting de voorlezer aan. De voorlezer verwerkt de suggesties in zijn samenvatting. Omgekeerd gebeurt hetzelfde 
  3. Leden met het andere onderwerp stellen vragen 
  4. Bij onzekerheid kun je eventueel het antwoordenmodel raadplegen (zie Teams-documenten)
  5. Stel elkaar vragen over zaken die jullie niet begrijpen. 
  6. Maak een lijstje met alle begrippen en vragen die jullie niet begrijpen 
  7. Zorg dat alle groepsleden beide samenvattingen hebben. Bijv. door foto te maken, document via de mail of Teams te sturen.  
  8. Klaar? Begin alvast in stilte aan de controlevragen (Ga zelf naar de Lessonup 2.2, vanaf pag. 11 

Slide 10 - Diapositive

Groei van het imperium
Rome groeide in enkele eeuwen uit van stad tot wereldrijk (imperium). Gebied: rond de Middellandse Zee, van Engeland tot het Midden-Oosten. Dit was niet gepland.
Belangrijke oorzaken waren:
- Veroveringen leverden status op voor bestuurders (triomftocht).
- Veroveringen leverden belastinginkomsten, landbouwgrond en slaven op.
- Romeinen waren hard voor ongehoorzame volken, maar mild voor bondgenoten en gehoorzame volken.
Belangrijke gevolgen waren:
- Contact met de Griekse cultuur, waarvan veel werd overgenomen.
- Generaals zoals Julius Caesar konden steeds sterker worden, waardoor burgeroorlogen ontstonden, de Republiek ten val kwam en Rome een keizerrijk werd.
- De bevolking van de veroverde gebieden, vooral in het westen, raakten geromaniseerd.
Het imperium kon niet altijd goed verdedigd worden, waardoor het in de derde eeuw zwakker werd, vooral in het westen.

Slide 11 - Diapositive

Groei van het imperium: KA's 
Deze ontwikkeling heeft te maken met het kenmerkend aspect 7 ‘De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa’, omdat door de groei van het imperium de Germanen in Noordwest-Europa in contact kwamen met de Grieks-Romeinse cultuur. De confrontatie zie je terug in:
- de veroveringen zelf;
- culturele beïnvloeding;
- de handel, de introductie van een landbouwstedelijke samenleving;
- het verlenen van burgerrecht aan Germanen;
- (later) groepen Germanen die het rijk binnenvielen.

Slide 12 - Diapositive

Verspreiding Grieks-Romeins cultuur
De Romeinen namen veel elementen uit de Griekse cultuur over, omdat ze daarvan onder de indruk waren. Bijvoorbeeld: bouwkunst, beeldhouwkunst, filosofie en wetenschap. Belangrijke oorzaken:
- Door de groei van het Rijk kwamen ze in contact met Griekse koloniën, Griekenland en de vergriekste gebieden ten oosten daarvan.
- Kunst werd als buit meegenomen naar Rome en nagemaakt.
- Overwonnen Grieken kwamen als slaaf naar Rome en brachten hoogontwikkelde cultuur en kennis mee.
Belangrijke gevolgen waren:
- Er ontstond een Grieks-Romeinse mengcultuur.
- In het hele Romeinse Rijk kwamen mensen met deze Grieks-Romeinse cultuur in aanraking. Dit was bijvoorbeeld goed te zien in steden, met tempels, een forum en amfitheaters.
- Deze cultuur heeft in Europa blijvende invloed gekregen.


Slide 13 - Diapositive

Verspreiding Grieks-Romeins cultuur: KA's
Dit heeft te maken met kenmerkend aspect 6 ‘De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur’, omdat de uiterlijke kenmerken van de mengcultuur die zich verspreidde, goed te herkennen zijn. Bijvoorbeeld:
- aan de vormen in de architectuur, met Griekse zuilen en Romeinse bogen en koepels;
- Grieks-Romeinse marmeren beelden.

Slide 14 - Diapositive

Welke vragen heb je nog over 2.2?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Antwoord controlevraag 1

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Antwoord controlevraag 2

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Antwoord controlevraag 3

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive