KGT Overal 3.1 Warmte opwekken

Verbranden en verwarmen 
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verbranden en verwarmen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert op welke manieren je warmte kunt maken en gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Warmtebron
Een warmtebron zet energie om in warmte.
  •  zon
  • Electrische dompelaar
  • Gasbrander
  • de centrale verwarming maar ook...
  • het gasfornuis
  • de aarde
  • een föhn


Slide 3 - Diapositive

Energie komt in de vorm van zichtbaar licht en onzichtbare straling  van de zon

Slide 4 - Diapositive

Wat is verbranden?
Het omzetten van CHEMISCHE ENERGIE
in WARMTE
door een scheikundige reactie
van zuurstof met een brandstof
Energie
Symbool voor warmte/energie = Q

De eenheid van energie = Joule = J

Slide 5 - Diapositive

De voorwaarden voor een brand

Slide 6 - Diapositive

Verschillende brandstoffen
Niet fossiele brandstoffen
BIJVOORBEELD

  • HOUT
  • PAPIER
  • BIOMASSA
Fossiele brandstoffen
  • AARDOLIE
  • AARDGAS
  • STEENKOOL

Slide 7 - Diapositive

Fossiele brandstof:
aardolie
aardgas
steenkool

Slide 8 - Diapositive

Volledige en onvolledige verbranding

Volledige verbranding

  • Voldoende zuurstof
  •  Er ontstaat H2O (l) en CO2 (g)


Onvolledige verbranding

  • Onvoldoende zuurstof
  • Er ontstaat CO(g) en/of roet

Slide 9 - Diapositive

Volledige verbranding

Slide 10 - Diapositive

Onvolledige verbranding

Slide 11 - Diapositive

Onvolledige verbranding / Koolstof Monoxide / CO






CO is kleurloos en reukloos en erg giftig!

Slide 12 - Diapositive

Verbrandingswarmte
De hoeveelheid warmte die een 
bepaalde brandstof van een bepaalde hoeveelheid
 kan leveren.

Eenheid: Joule / kilogram of Joule/cm3 
BINAS
Verbrandingswarmte van enkele stoffen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

In een verwarmingsketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas.
Bereken hoeveel warmte daarbij vrijkomt. Gebruik de Binas (tabel 19)
A
80 J
B
80.000.000 J
C
32m3J
D
Geen idee

Slide 15 - Quiz

Energieomzetting
Een lamp bijvoorbeeld 
elektrische energie in warmte en licht (stralingsenergie).

In een windturbine wordt windenergie 
via bewegingsenergie van de wieken omgezet in elektrische energie.

In een elektromotor wordt de elektrische energie omgezet in arbeid en warmte.

Slide 16 - Diapositive

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 
Het rendement is nooit 100%

Slide 17 - Diapositive

Verschillende soorten energie
Voorbeelden van energiesoorten zijn:

warmte
elektrische energie
stralingsenergie
bewegingsenergie
chemische energie.

Slide 18 - Diapositive

Als je hout verbrandt wordt?
A
Warmte omgezet in chemische energie
B
Chemische energie omgezet in licht
C
Warmte omgezet in licht
D
Chemische energie omgezet in warmte

Slide 19 - Quiz

Welke energieomzetting vindt er plaats in een stromende rivier?
A
zwaarte-energie --> bewegingsenergie
B
bewegingsenergie --> elektrische energie
C
bewegingsenergie --> zwaarte-energie

Slide 20 - Quiz

De energieomzetting in een batterij is
A
van chemische energie naar stralingsenergie
B
van zwaarte energie naar kinetische energie
C
van chemische energie naar elektrische energie
D
van elektrische energie naar chemische energie

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

ENERGIE STROOM DIAGRAM

Slide 23 - Diapositive

Energiestroom diagram van een elektrische kookplaat

Slide 24 - Diapositive

Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden. 

Slide 25 - Diapositive

Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling

Slide 26 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 27 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie

Slide 28 - Quiz

Wat is de opgenomen energie van deze kolencentrale? (energie die erin gaat)
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling

Slide 29 - Quiz

Wat is de opgenomen energie van dit apparaat? (energie die erin gaat)
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 30 - Quiz

Voorbeeld
Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen. 

Slide 31 - Diapositive

GEGEVEN
Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windmolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen. 
1
2

Slide 32 - Diapositive

GEVRAAGD

Het RENDEMENT is gevraagd
Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen. 

Slide 33 - Diapositive

FORMULE

Zie BINAS
Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windmolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen.
3

Slide 34 - Diapositive

Elektrisch fornuis
Antwoord
warmte

Slide 35 - Diapositive

Vraag
Een elektrisch fornuis zet in 20 minuten 1680 kJ elektrische energie om.

In Binas staat het rendement van het elektrisch fornuis.

Bereken hoeveel kJ energie in die tijd niet nuttig wordt gebruikt.

Slide 36 - Diapositive

Antwoord
Gegeven
 E = 1680 kJ = 1680.000 J
rendement = 70%
Gevraagd
nuttige energie in kJ
Formule





Berekening

70% = nuttige energie : 1.680.000 x                100%

0,7 = nuttige energie : 1.680.000

nuttige energie = 0,7 x 1.680.000

Antwoord
nuttige energie = 1.176.000 J
nuttige energie = 1176 kJ

Slide 37 - Diapositive

BEREKENING





Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windmolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen.
Rendement=720000003600000100

Slide 38 - Diapositive

ANTWOORD + EENHEID


Rendement = 5%

Een windturbine levert per uur 3600 kJ aan elektrische energie. 

De windmolen krijgt elk uur 72000 kJ bewegingsenergie van de lucht. 

Bereken het rendement van de windmolen.

Slide 39 - Diapositive

Wat is de opgenomen energie van deze windmolen? (energie die erin gaat)
A
warmte
B
elektrische energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie

Slide 40 - Quiz

Oefenopgave rendement
Bij evenementen is vaak extra straatverlichting nodig. Daarom zijn er mobiele lantaarnpalen met LED-lampen.

Overdag wekken de lantaarnpalen met behulp van zonnecellen zelf hun energie op. Deze energie wordt opgeslagen in een accu.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Vraag
Als de zon schijnt, is het opgevangen vermogen 126 W. Het zonnepaneel levert dan een vermogen van 18 W.

Bereken het rendement van dit zonnepaneel.

Slide 43 - Diapositive

Antwoord

Slide 44 - Diapositive

Antwoord



Rendement = 14%
rendement=n=12618100

Slide 45 - Diapositive