2k - H2 - Grafieken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H2 - Grafieken vergelijken

Welke woorden ken je
bij het woord 'grafiek'?

De coördinaten in een grafiek lees je:

1. eerst horizontaal dan verticaal
2. eerst verticaal dan horizontaal
3. eerst naar beneden dan naar boven
4. zoals je zelf wilt

Welke dingen zou je in een grafiek kunnen verwerken?

https:

Waar zouden deze grafieken

over kunnen gaan?

Waar zouden deze grafieken over kunnen gaan?

Ger gaat met de bus naar school. Rina gaat op de fiets naar school.
Bij wie hoort welke grafiek?

1. Grafiek A hoort bij Rina
2. Grafiek B hoort bij Rina
3. Grafiek A hoort bij Ger
4. Grafiek B hoort bij Ger

Hoe groot is de afstand naar school?

Hoe laat vertrok de bus?

1. 8:00 uur
2. 8:02 uur
3. 8:04 uur
4. 8:06 uur

Hoelaat haalde de bus Rina in?
Wie was er eerder op school?

1. Om 8.06 uur Ger was eerder
2. Om 8.06 uur Rina was eerder
3. Om 8.08 uur Ger was eerder
4. Om 8.08 uur Rina was eerder

Afstand naar school

Hoelaat vertrok de bus?

Hoelaat haalde de bus Rina in?

Wie was er eerder op school?

Bram en Noortje

Van de tweeling Bram en Noortje is elke twee jaar op hun verjaarag de lengte gemeten. Bij de gegevens van Noortje is al een grafiek gemaakt.

Op de verticale as is een zaagtand gebruikt. Leg uit waarom dat is gedaan.

Teken in hetzelfde assenstelsel ook de grafiek bij de lengte van Bram.
Maak er een foto van.

1. Wie was er op de tiende verjaardag het langst?

2. Hoeveel cm was het verschil in lengte?

1. 1. Bram was langer 2. 2 cm verschil
2. 1. Noortje was langer 2. 6-7 cm verschil
3. 1. Bram was langer 2. 6-7 cm verschil
4. 1. Noortje was langer 2. 3 cm verschil

Teken een assenstelsel bij vraag 13.
Kies een handige stapgrootte en schrijf getallen bij
de as en de betekenis.
Maak een foto van je grafiek.

Wat heb je vandaag geleerd over grafieken?

Klaar?

Lees de theorie stukjes op bladzijde 54 en 56 alvast door voor de volgende les. 

Maken

Maak opdracht 13 af en opdracht 14. 

Dit is huiswerk. 

Succes!