3.6 Bataafse Revolutie
Franse Revolutie
1 / 28
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Franse Revolutie
Slide 1 - Carte mentale
Slide 2 - Diapositive
Wat voor bestuur had Nederland in de 17e en 18e eeuw?
A
een bestuur van de koning
B
een bestuur van de gewesten
C
een bestuur van de Fransen
D
een bestuur van de regenten en stadhouder
Slide 3 - Quiz
Nederland was een Republiek. Dat is een bestuur.... (maak af)
A
zonder regering
B
zonder koning
C
zonder inspraak
D
zonder grondwet
Slide 4 - Quiz
Wat is een patriot?
A
Een goede vaderlander
B
Een voorstander van een koning
C
Een revolutionair
D
Een Bataaf
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
1 Waarom kritiek op de stadhouder?
(2 redenen)
(2 redenen)
Slide 9 - Question ouverte
2. Hoe zorgen de patriotten ervoor dat ze steeds meer steun krijgen?
Slide 10 - Question ouverte
3 Wat zijn vrijkorpsen?
Slide 11 - Question ouverte
4 Hoe verloopt de rest van de opstand van de patriotten? Zet op de juiste volgorde. (1 t/m 4)
Steden worden patriottisch
Een Frans leger helpt de patriotten
Willem V vlucht naar Nijmegen
Een Pruisisch leger helpt de stadhouder
Slide 12 - Question de remorquage
De patriotten waren boos op Willem V. Welke reden hoort er NIET bij?
A
ze hadden geen inspraak
B
de handel lag stil
C
hij gedroeg zich als een koning
D
ze moesten veel belasting betalen
Slide 13 - Quiz
Hoe probeerden de patriotten de macht te grijpen?
A
met vrijkorpsen
B
met een staatsgreep
C
prinses Wilhelmina tegenhouden
D
met een grondwet
Slide 14 - Quiz
Vraag 2: Door welk verlichtingsideaal waren de patriotten geïnspireerd?
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
trias politica
D
broederschap
Slide 15 - Quiz
4b: de Verlichtingsdenker Locke past bij dit pamflet van Capellen tot den Pol. Waarom?
A
burgers mogen bepa-len wie hen regeert
B
burgers moeten regeren ipv de vorst
C
er moet een scheiding der machten komen
Slide 16 - Quiz
De Bataafse Revolutie van de patriotten mislukt eerst (in 1787). Waarom?
A
De Fransen verjagen de patriotten
B
De patriotten gaan eerst helpen bij de Franse Revolutie
C
Ze worden verjaagd door een Pruisisch leger
D
Er waren niet genoeg medestanders te vinden
Slide 17 - Quiz
In 1795 lukte het de patriotten wel. Waarom?
A
Willem V gaf de macht aan de patriotten
B
Pruisen wilde geen leger meer sturen
C
De patriotten waren sterker geworden
D
De Fransen legers trokken NL binnen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat is géén voorbeeld van een grondrecht in 1798?
A
vrijheid van meningsuiting
B
algemeen kiesrecht
C
vrijheid van drukpers
D
vrijheid van geloof
Slide 21 - Quiz
vraag 6: combineer de naam met de periode
1795-1806
1806-1810
1810-1813
1813-later
Provincie Franse Keizerrijk
Koninkrijk der Nederlanden
Bataafse Republiek
Koninkrijk Holland
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Vraag 5: Wat was het economisch gevolg van de inlijving bij Frankrijk?
A
de handel groeide met Frankrijk
B
De handel lag stil en hoge belastingen
C
Er was geen inspraak meer in het bestuur
D
Frans als verplicht vak
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Wie was Willem I, die koning van Nederland werd in 1813?
A
een nazaat van Willem van Oranje
B
voorheen stadhouder Willem V
C
De achterkleinzoon van Willem V
D
de zoon van stadhouder Willem V
Slide 26 - Quiz
vraag 6: combineer de naam met de machthebber(s)
Willem I
Koning Lodewijk Napoleon
Keizer Napoleon
Burgers
Provincie Franse Keizerrijk
Koninkrijk der Nederlanden
Bataafse Republiek
Koninkrijk Holland
