Bloedsomloop les 3 BK

Het Hart
Lesplanning
1. Voorkennis terughalen
2. Lessonup (klassikaal)
3. Opdrachten (zelfstandig)
4. Lessonup (klassikaal)
5. (huis)werk

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Het Hart
Lesplanning
1. Voorkennis terughalen
2. Lessonup (klassikaal)
3. Opdrachten (zelfstandig)
4. Lessonup (klassikaal)
5. (huis)werk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenstelling bloed

Slide 2 - Diapositive

Wat deden de 3 vaste bestanddelen ook alweer?
De bloedsomloop

Slide 3 - Diapositive

Waar gingen de grote en kleine bloedsomloop ook alweer naar toe? en waar is het bloed zuurstofrijk/arm? en waar koolstofdioxiderijk/arm?
De mens heeft een dubbele bloedsomloop.
Per omloop stroomt het bloed 2 x door het hart.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel

1. De onderdelen van het hart kunnen benoemen.
2. Kunnen uitleggen hoe het hart werkt. 
3. Kunnen uitleggen wat een hartinfarct is

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het hart?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Video over belang van hart, je krijgt vragen over:
1. Welke 2 stoffen wil je graag hebben, en dus opnemen in bloed? (bouwstoffen en zuurstof) waar doe je dat? (darmen en longen). Welke bloedsomloop is dat?
2. Welk afvalproduct van verbranding wil je graag kwijt? (CO2) Waar doe je dat? (Longen).

next: hoe werkt/pompt je hart?
Welke 2 stoffen wil je graag hebben, en dus opnemen in bloed?
A
zuurstof en koolstofdioxide
B
koolstofdioxide en voedingsstoffen
C
zuurstof en voedingsstoffen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar neem je zuurstof en voedingsstoffen op in je bloed?
A
In je longen en darmen
B
In je longen en maag
C
In de dunne en dikke darm
D
In je lever en darmen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

hoe werkt/pompt je hart?

Slide 11 - Diapositive

Pompen van het hart ziet er in het echt dan ongeveer zo uit. (animatie)
Basis: Opdracht 15 t/m 18 (blz 150)
Kader: Opdracht 8 & 9 (blz 79)
timer
8:00

Slide 12 - Diapositive

Voordat we precies kunnen kijken hoe het hart werkt, moeten we eerst de onderdelen kennen. Nu mee oefenen in stilte!. Als je eerder klaar bent leer ze vast uit je hoofd.
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
1. Boezems trekken samen
2. Hartkleppen gaan open
3. Bloed stroomt van de boezem naar de kamer

open
open

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 2

1. Hartkleppen gaan dicht


Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
1. De kamers trekken samen
2. Halvemaanvormige kleppen gaan open
3. Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 16 - Diapositive

Welke kant van het hart is dikker/gespierder? hoe komt dat?
Stap 4
1. Halvemaanvormige kleppen gaan dicht

Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

boezems bovenop, pompen naar de kamers waarbij de hartkleppen opengaan. Bij wegpompen uit de kamer gaan halvemaanvormige kleppen open naar de longslagader & Aorta. Halvemaanvormige klep van longslagader is te zien, want aangesloten op rechterkamer van het hart. 
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De kleppen nr 8. voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kransslagaders en Kransaders
  • Het hart gebruikt niet het zuurstof of de voedingstoffen uit het bloed dat het pompt
  • Het hart heeft wel veel zuurstof en voedingstoffen nodig.
  • Deze krijgt hij van de kransslagaders.
  • De afvalstoffen en koolstofdioxide worden weggevoerd door de kransaders.
  • Verstoppingen van de kransslagaders veroorzaken hartinfarcten. 

Slide 25 - Diapositive

Hartinfarct: bloedprop in kransslagader waardoor een deel van de hartspier geen bloedtoevoer meer krijgt. Daardoor kan een deel van de hartspier afsterven, en leiden tot hartritmestoornissen, hartfalen. 

Slide 26 - Diapositive

Er zijn algemene benamingen voor de aders in je lichaam. normaal gesproken slagaders zuurstofrijk, aders zuurstofarm. behalve long(slag)aders
Een bloedvat loopt vanuit het hart naar de longen toe, dit is een
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij van deze manier van les krijgen?
A
Leuk
B
Ik vond het eerst leuker, nu is er niks aan
C
Beter dan eerst, maar niet echt leuk
D
Verschrikkelijk

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen behaald?

1. De onderdelen van het hart kunnen benoemen. (werkboek)
2. Kunnen uitleggen hoe het hart werkt. (opschrijven in eigen woorden)
3. Kunnen uitleggen wat een hartinfarct is. (opschrijven in eigen woorden)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het (huis)werk
1. Opdrachten maken
Basis: 19 & 20 (blz 153) --> 19 goed? Opdracht 
Kader: 9 & 10 (blz 79) --> 9 goed? Opdracht 19 & 20
2. Kunnen uitleggen hoe het hart werkt. (opschrijven in eigen woorden) 
3. Kunnen uitleggen wat een hartinfarct is. (opschrijven in eigen woorden)

  

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 
timer
0:30

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


7 en 8
A
7: linker boezem 8: kransaders
B
7: rechter kamer 8: kransslagaders
C
7: rechter boezem 8: kransaders
D
7: rechter boezem 8: kransslagaders

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Telefoons weg!

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



1 en 2

A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke kleppen hebben geen nummer?
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De kleppen zonder nummer gaan open als de kamers samentrekken
A
ja
B
nee
C
nee, ze staan altijd open
D
nee ze zijn nooit open

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


3 en 4
A
3: onderste holle aders 4: longaders
B
3: bovenste holle aders 4: longslagaders
C
3: onderste holle aders 4: longslagaders
D
3: bovenste holle aders 4: longaders

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


5 en 6
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


9 en 10
A
9: aorta 10: rechter kamer
B
9: onderste holle ader 10: linker kamer
C
9: bovenste holle ader 10: linker boezem
D
9: onderste holle ader 10: rechter kamer

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Nr. 8
A
hartkleppen
B
halvemaanvormige kleppen
C
halve hartkleppen
D
kleppende manen

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions