Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom klas 4
Ready to start?
- telefoon in jouw kluisje,
- werkboek + aantekeningenschrift,
- Kauwgom/snoep in de prullenbak?
MOOI! Dan kunnen wij beginnen!
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Plan voor vandaag..
- huiswerk bespreken + terugblik vorige les
- uitleg geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
- Practicum LELIE
- huiswerk + afronden.
Slide 2 - Diapositive
Doelen:
- Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvindt en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven.
- Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies en je kunt omschrijven wat eenslachtige en tweeslachtige bloemen zijn.
Slide 3 - Diapositive
Herhaling: Fotosynthese
Slide 4 - Diapositive
Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof
Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide
Slide 5 - Quiz
Wat krijg je door fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof
Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose (suiker)
C
water
D
koolstofdioxide
Slide 6 - Quiz
Wat levert de energie voor fotosynthese? en Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de
de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en
de celkernen zijn de fabriekjes
Slide 7 - Quiz
Herhaling vorige les
Slide 8 - Diapositive
Wordt door het verstoppen van de houtvaten het transport van water geremd? En wordt het transport van mineralen geremd?
A
Het transport van water en van mineralen wordt niet geremd.
B
Alleen het transport van water wordt geremd.
C
Alleen het transport van mineralen wordt geremd.
D
Zowel het transport van water als van mineralen wordt geremd.
Slide 9 - Quiz
Door gangen te boren in de stengel van een maïsplant verstoren de rupsen het vervoer van water, mineralen en suikers. Verstoren de rupsen zo het vervoer in de bastvaten? En in de houtvaten?
A
alleen in de bastvaten
B
alleen in de houtvaten
C
in de bast en houtvaten
D
beide niet
Slide 10 - Quiz
1.5/1.6: Voortplanting bij planten
Slide 11 - Diapositive
Schrijf in je aantekeningenschrift
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Bouw van een bloem
Man = Meeldraad
Slide 16 - Diapositive
Een stamper heeft eicellen net als bij de mens
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Neem over in je aantekeningenschrift
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
-->
-->
-->
-->
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Huiswerk en evaluatie
Oefen met deze LessonUp via de klassencode.
Maak van 1.5 opdracht 43 t/m 45 + 47
En van 1.6 opdracht 54 t/m 57 + 60.
Weet jij nu.....
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
thuis oefenen
Bekijk het filmpje
Maak daarna de vragen.
Slide 31 - Diapositive
De groene bessen van een aardappelplant hebben zich uit de stamper ontwikkeld.
Uit welk deel van de stamper groeit zo’n bes?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Blad
Slide 32 - Quiz
Hoe heet nummer 2?
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel
Slide 33 - Quiz
Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
Slide 34 - Quiz
De kamperfoelie heeft witte bloemen. Welk proces kan alleen optreden in de groene delen van de kamperfoelie, maar niet in de witte?
Slide 35 - Question ouverte
Hoe heet nummer 5?
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel
Slide 36 - Quiz
Hoe heet deel 2?
A
stempel
B
stijl
C
vruchtbeginsel
D
stamper
Slide 37 - Quiz
Waaruit bestaat de stamper?
A
vruchtbeginsel, helmknop en stijl
B
stijl, vruchtbeginsel en stuifmeel
C
stijl, vruchtbeginsel en kroonbladeren
D
vruchtbeginsel, stijl en stempel
Slide 38 - Quiz
Windbloemen maken veel stuifmeel dat erg licht is.