Fictie H5 Beoordelingswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Verhaal

Een koekje van eigen deeg...

Wat zijn spanningsvragen bij dit verhaal?

Spanningsvragen

Dat zijn vragen die je nieuwsgierig maken naar het antwoord en daardoor een verhaal spannend maken.

Bijv. "Wie heeft de moord gepleegd?"

Wat is een cliffhanger?

Vervolg verhaal

Lesdoelen

Terugblik: spanningsvragen

Je weet wat beoordelingswoorden zijn

Je kunt vanuit de theorie bedenken wat ik over je boek kan vragen

Agenda

Dinsdag 14 juni:

Inleveren Video Instructie of Gedicht - in de ELO

Toetsweek (21-27 juni):

Boekentoets: boek mee, boek uit, alle theorie van Fictie 1.1 2.1 3.1 4.1 en 5.1 

Welke signaalwoorden voor een tijdsvolgorde ken je?

Schrijf een instructie 

- Kies tussen de volgende opties:

1. Hoe strik je je schoenveters?

2. Hoe vind je de weg van school naar je huis via Google Maps?

- Schrijf de stappen op (mag op papier of in Word)

- Gebruik signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven

(bvb eerst, daarna, voordat, toen, ten slotte)

Vervolg van Pokerface (4.1)

Wie kan samenvatten wat we dinsdag hebben gehoord?

Welke spanningsvragen horen er bij dit stuk?

Omschrijf Sem, Sander en Stoner.

Is dit voor of na de diefstal en het ongeluk?

Ik vind de fragmenten die we hebben gehoord uit het verhaal Pokerface realistisch

JA

NEE

Het boek Pokerface lijkt mij wel spannend.

JA

NEE

Ik kan mij goed inleven in het hoofdpersonage van Pokerface

JA

NEE

Het onderwerp van Pokerface is wel interessant

JA

NEE

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Mening en feit

Mening = wat je ergens van vindt

Feit = iets dat zo is. Een feit kan je controleren.

Mijn gevoel bij
dit fragment

Welke film of serie zou jij degene die naast je zit aanraden? Vertel het elkaar.

Leg ook uit waarom. Gebruik beoordelingswoorden en argumenten. 

5.1 Fictie Tekst 1

Lees Tekst 1: 5 dagen jou

Maak opdracht 2 en 3 in Talent Online

Daarna:

Lees verder in je leesboek

Werk aan je instructie

Voorbereiding toetsweek

Bedenk bij elke paragraaf van Fictie (1.1 t/m 5.1) een vraag die ik over jouw boek kan stellen.

Bij 4.1 hebben we het bijvoorbeeld over spanningsvragen. 

Een opdracht kan zijn: "Schrijf drie spanningsvragen op die in jouw boek voorkomen."