Oefentoets Hoofdstuk 4

Oefentoets Hoofdstuk 4
Heel veel succes!

Totaal: 
32 vragen
52 punten
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Hoofdstuk 4
Heel veel succes!

Totaal: 
32 vragen
52 punten

Slide 1 - Diapositive

Om te oefenen heb ik de antwoorden bij de uitleg gezet
Succes!

Slide 2 - Diapositive

Paragraaf 4.1
Oorlog in Europa
10 vragen

Slide 3 - Diapositive

Koppel het land aan het juiste bondgenootschap. (3p)
Geallieerden
Aslanden
Duitsland
V.S.
V.K.
Japan
Canada
Hongarije

Slide 4 - Question de remorquage

Zet de gebeurtenissen van vroeger naar later (2p)
1.
2.
3.
4.
5.
Du valt NL, Be, en Fr binnen
DU valt Polen binnen
Du verliest tegen S.U.
Geall. vallen Fr. binnen
Jap geeft zich over

Slide 5 - Question de remorquage

Bij welk bondgenootschap sloot Nederland zich voor de oorlog uitbrak aan? (1p)
A
Geallieerden
B
Aslanden
C
Geen

Slide 6 - Quiz

Op welke manier probeerden de Geallieerden oorlog met Duitsland te voorkomen? Noem alleen het begrip. (1p)

Slide 7 - Question ouverte

Toen Hitler Tsjechoslowakije binnenviel namen de Geallieerden geen actie. Leg uit waarom. (1p)

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heette de manier waarmee Duitsland snel gebied kon veroveren? (1p)
A
Veroveringsoolog
B
Blitzkrieg
C
Tankoorlog
D
Lebensraum

Slide 9 - Quiz

Bekijk de bron en beantwoord de vraag. Hier ontmoeten  soldaten van de V.S. en de S.U. elkaar in Duitsland. 

Slide 10 - Diapositive

Wanneer zou deze foto gemaakt zijn? (1p)
A
1942
B
1943
C
1944
D
1945

Slide 11 - Quiz

Noem drie antisemitische maatregelen die Duitsland nam. (3p)

Slide 12 - Question ouverte

Leg uit hoe Duitsland Joden vervolgde. Gebruik in je antwoord de woorden razzia, deportatie en concentratiekamp. (3p)

Slide 13 - Question ouverte

Hoe heet de volkerenmoord op de Joden? (1p)

Slide 14 - Question ouverte

Paragraaf 4.2
Oorlog in Nederland en buiten Europa
9 vragen

Slide 15 - Diapositive

Wat gebeurde er met de koningin toen Nederland werd veroverd. (1p)
A
De Koningin vluchtte naar Engeland.
B
De Koningin werd gevangen genomen.
C
De Koningin ging voor de Duitsers werken.
D
De Koningin dook onder.

Slide 16 - Quiz

Lees de bron en beantwoord de vraag.
Stuk uit een krant tijdens de Nederlandse bezetting: 
"Alle Amsterdamse Joden zijn opgeroepen om naar het Joodse Theater te komen. Waarschijnlijk worden ze daar opgepakt en naar Polen vervoerd. Waar ze in de gaskamers om zullen komen."

Slide 17 - Diapositive

Zou deze krant geschreven zijn door een collaborateur of iemand van het verzet? Leg je keuze uit. (2p)

Slide 18 - Question ouverte

Toen een verzetsgroep in Someren een Nederlandse wachter doodschoot namen de Duitsers wraak door de burgemeester van Someren en Asten dood te schieten. Welk begrip past het beste bij deze gebeurtenis? (1p)
A
Collaboratie
B
Accomodatie
C
Terreur
D
Censuur

Slide 19 - Quiz

Noem twee manieren waarop het verzet de Duitsers dwars kon zitten. (2p)

Slide 20 - Question ouverte

Welke opdracht kregen Nederlandse ambtenaren van de Duitsers net na de Nederlandse overgave? Leg uit welke opdracht de Duitsers gaven en waarom ze dit deden. (2p)

Slide 21 - Question ouverte

Japan besloot in 1941 de V.S. aan te vallen. Wat is de oorzaak voor deze aanval en wat is het gevolg? (2p) Doe het zo:
Oorzaak: ...
Gevolg: ...

Slide 22 - Question ouverte

Veel gebieden die de Japanners veroverden waren Europese kolonies. Waarom hielden de Europeanen de Japanners niet tegen? (1p)

Slide 23 - Question ouverte

Noem het verschil tussen een Jappenkamp en een concentratiekamp. (2p)

Slide 24 - Question ouverte

Duitsland en Japan gaven zich op een andere manier over. Noem het verschil. (2p)

Slide 25 - Question ouverte

Paragraaf 4.3
Internationale samenwerking
9 vragen

Slide 26 - Diapositive

Zet de samenwerkingen op volgorde van vroeger naar later. (2p)
1.
2.
3.
4.
EGKS
Benelux
EU
EEG

Slide 27 - Question de remorquage

Waarom werd er besloten om eerst alleen op gebied van kolen en staal samen te werken? (1p)

Slide 28 - Question ouverte

Noem 3 voordelen van de Europese Unie. (3p)

Slide 29 - Question ouverte

Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Boerenprotesten in Europa: Onvrede over EU-beleid

In diverse Europese landen, waaronder Nederland, Frankrijk en Duitsland, zijn boeren massaal de straat op gegaan om te protesteren tegen het landbouwbeleid van de Europese Unie. De boeren uiten hun onvrede.

Een belangrijke bron van frustratie zijn de strengere milieuregels, zoals de stikstofplannen, die boeren dwingen hun uitstoot drastisch te verminderen. 

Boeren voelen zich in de steek gelaten door het huidige beleid en eisen meer steun en eerlijke prijzen voor hun producten. De onvrede onder de boeren is groot en de roep om verandering klinkt steeds harder.


Slide 30 - Diapositive

Waarom zijn de boeren boos op de Europese Unie? (1p)

Slide 31 - Question ouverte

Wat willen de boeren dat de Europese Unie gaat doen? (1p)

Slide 32 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen het Europese Parlement en Europese Commissie? (2p)

Slide 33 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de veiligheidsraad en een vredesmissie? (2p)

Slide 34 - Question ouverte

Noem 2 mensenrechten (2p)

Slide 35 - Question ouverte

Wat is Amnesty International? (1p)
A
Een groep die zich inzet voor kinderen in arme landen.
B
Een groep die zich inzet tegen klimaatverandering
C
Een groep die zich inzet voor onderwijs in arme landen.
D
Een groep die zich inzet voor mensenrechten.

Slide 36 - Quiz

Paragraaf 4.4
Herdenken en vieren
4 vragen

Slide 37 - Diapositive

Noem twee plekken waar op 4 mei doden herdacht worden. (2p)

Slide 38 - Question ouverte

Waarom liggen er Duitse begraafplaatsen in Nederland? (1p)
A
Omdat ze in de buurt van het slagveld begraven werden.
B
Omdat ze Nederland hadden bezet.
C
Omdat ze door Nederlanders zijn gedood.
D
Omdat er geen Nazi's meer naar Duitsland mochten.

Slide 39 - Quiz

Wat is een veteraan? (1p)

Slide 40 - Question ouverte

In Nederland bestaat vrijheid van meningsuiting. Toch mag je niet alles zeggen. Welk soort uitspraken zijn in Nederland verboden? (1p)

Slide 41 - Question ouverte

Einde!

Slide 42 - Diapositive