hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Kenmerkend aspect: het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4.4: De opkomst van het christendom
In deze paragraaf leer je:
hoe joden in het hele Romeinse rijk terechtkwamen
hoe het christendom ontstond.
hoe het christendom werd verspreid en bestreden.
hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Kenmerkend aspect: het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst
Slide 1 - Diapositive
Het ontstaan van het christendom:
63 v.Chr. Romeinen veroveren Judea (Palestina)
Hier wonen Joden, zij geloven in één god en niet zoals de Romeinen in meerdere goden.
Monotheïsme: een godsdienst met maar één god
Slide 2 - Diapositive
Opstanden onder de Joden:
gevolgen:
opstanden en oorlogen
Joden worden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd.
hoop op de messias, verlosser groeit
Slide 3 - Diapositive
Opstanden onder de Joden:
oorzaken:
Judea wordt een provincie en de joden moeten hoge belastingen betalen.
Joden worden beledigd.
de tempel wordt verwoest.
Slide 4 - Diapositive
Het begin van het christendom
Rond 30 n.C. trok Jezus van Nazareth als joodse prediker door Judea
Volgens de Romeinen was Jezus een opstandeling en kruisigden hem
De volgelingen van Jezus geloofden dat hij was gestorven om mensen te verlossen van hun zonden
Slide 5 - Diapositive
Heeft Jezus echt bestaan?
Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen directe (geschreven) bronnen zijn.
Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon.
Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).
Slide 6 - Diapositive
De Bijbel: Het Boek van Lukas
(LEES VOOR OF LUISTER MEE)
In de Bijbel wordt verteld hoe Jezus na de kruisiging in een grafkamer werd begraven. Drie dagen later zou hij zijn opgestaan uit de dood.
Een van Jezus trouwe volgelingen (Lukas, ongeveer 100 n.C.) vertelt daarover het volgende:
Slide 7 - Diapositive
Lukas 23: 33-38
Jezus aan het kruis
Ze kwamen bij de plek die 'Schedelplaats' werd genoemd. Daar kruisigden ze Jezus. Ook de twee misdadigers werden gekruisigd. De één links en de ander rechts van Hem. Jezus zei: "Vader, vergeef het hun. Want ze weten niet wat ze doen!" En de soldaten dobbelden erom hoe ze zijn kleren zouden verdelen.
Slide 8 - Diapositive
De mensen stonden toe te kijken. Ook de leiders stonden daar. Ze maakten Jezus belachelijk en zeiden: "Andere mensen heeft Hij gered. Laat Hij dan nu Zichzelf redden, als Hij de Messias van God is, de Man die door God is uitgekozen!"
Slide 9 - Diapositive
Ook de soldaten kwamen Hem belachelijk maken. Ze brachten Hem zure wijn en zeiden: "Als Jij de koning van de Joden bent, red Jezelf dan!" Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond: 'Dit is de koning van de Joden.' Het stond er in het Grieks, het Romeins en het Hebreeuws.
Slide 10 - Diapositive
Lukas 24: 1-9
Het lege graf
En op de eerste dag van de week gingen ze al vroeg in de morgen naar het graf. Ze namen de zalf-olie mee die ze hadden klaargemaakt. Er gingen nog een paar vrouwen mee. Toen ze bij het graf kwamen, zagen ze dat de steen die voor het graf had gelegen, was weggerold. Toen ze het graf in gingen, zagen ze dat het lichaam van de Heer Jezus er niet in lag.
Slide 11 - Diapositive
Ze wisten niet wat ze ervan moesten denken. Op dat moment stonden er opeens twee mannen in stralend witte kleren bij hen. Ze schrokken hevig en durfden niet te kijken.
Toen zeiden de mannen tegen hen: "Waarom zoeken jullie Hem bij de doden? Hij leeft! Hij is hier niet. Hij is uit de dood opgestaan. Denk aan wat Hij tegen jullie heeft gezegd toen Hij nog in Galilea was.
Slide 12 - Diapositive
Toen heeft Hij gezegd dat de Mensenzoon door slechte mensen gevangen genomen en gekruisigd zou worden. Maar ook dat Hij op de derde dag weer uit de dood zou opstaan."
Toen herinnerden ze zich die woorden weer. Ze gingen weg van het graf en vertelden alles wat er was gebeurd aan de elf leerlingen en aan alle anderen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
De boodschap:
God beloont goede mensen en straft slechte mensen. De goede boodschap (evangelie) geldt voor iedereen. Voor God is iedereen gelijk, of je nu slaaf of meester, rijk of arm, man of vrouw bent.
Slide 15 - Diapositive
Een verboden godsdienst
Christelijke predikers reisden door het Romeinse rijk om mensen tot het christendom te bekeren.
Omdat christenen weigerden de Romeinse staatsgoden en de keizer te vereren, verboden keizers vanaf de 3e eeuw het christendom.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome
brandde af. Al gauw werd verteld dat keizer Nero
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen
als straatverlichting.’
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Diapositive
Een nieuwe staatsgodsdienst
Keizer Constantijn gaf de christenen in 313 n.C. godsdienstvrijheid: het recht om openlijk met een godsdienst bezig te zijn.
In 380 n.C. werd het christendom de Romeinse staatsgodsdienst. Later werden andere godsdiensten verboden.
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
En nu?
Paus: de hoogste leider van de katholieke kerk
Bisschoppen: leiders van een katholieke kerkprovincie
Rooms-katholiek: een christelijke katholieke stroming gebaseerd in Rome
Heilige: persoon die vereerd wordt om zijn goede christelijke daden
Slide 24 - Diapositive
Kijk de opdr. 2-4-5 en 7 par 4.2 na.
Slide 25 - Diapositive
Hoe heette het gebied waar de joden woonden toen zij werden ingelijfd bij het Romeinse Rijk?
A
Israël
B
Judea
C
Jeruzalem
D
Betlehem
Slide 26 - Quiz
De leerlingen / volgelingen van Jezus heetten
A
Joden
B
Christenen
Slide 27 - Quiz
Hoe wordt een Joods gebedshuis genoemd?
A
moskee
B
tempel
C
kathedraal
D
synagoge
Slide 28 - Quiz
Welke religie is monotheïstisch: christendom, jodendom of allebei?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Allebei
Slide 29 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Allebei
Slide 30 - Quiz
Welke keizer vervolgde de christenen?
A
Constantijn
B
Theodosius
C
Nero
D
Augustus
Slide 31 - Quiz
Een Messias is volgens gelovigen
A
een voetballer bij FC Barcelona
B
een bestuurder van de kerk
C
een verlosser
D
een bisschop
Slide 32 - Quiz
Heeft Jezus echt bestaan?
Ja
Nee
Misschien
Slide 33 - Sondage
Los de rebus op.
Slide 34 - Question ouverte
Maak zelf een rebus die past bij de paragraaf via de link en voeg een foto toe.