Herhaling H5

Hoofdstuk 5
Herhaling
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5.1
Koop jij op de markt?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat de volgende beschrijving over vraag of aanbod?

De supermarkt heeft chocola in de aanbieding.
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat de volgende beschrijving over vraag of aanbod?

Je bent op zoek naar een tweedehands fiets.
A
Vraag
B
Aanbod

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5.2
Wat wordt de prijs

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een telefoonwinkel koopt smartphones in voor € 140 en verkoopt ze met een brutowinstmarge van 45%.

Wat is de verkoopprijs van deze telefoon?

Slide 11 - Question ouverte

- € 140 : 100 x 45 = € 63.
- € 140 + € 63 = € 203.  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 5.3
Belasting op shoppen?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Wanneer betaal je 9% btw?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een nieuwe televisie betaal je € 338,38. De btw is 21%. Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 20 - Question ouverte

€ 338,38 : 121 x 100 = € 279,65
Paragraaf 5.4
Wat houd je over?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Simon heeft in zijn winkel deze maand een brutowinst van € 10.455. Daarnaast had hij de volgende kosten:

- Huur winkelpand: € 1.190
- Verzekeringen: € 240
- Personeel: € 5.539
- Gas en licht: € 350

Bereken de nettowinst.

Slide 27 - Question ouverte

€ 10.455 - € 1.190 - € 240 € 5.539 - € 350 = € 3.136
Opdrachten
Oefenen voor het proefwerk:
  • Paragraaf 1: opdracht 6 en 9
  • Paragraaf 2: opdracht 28 en 29
  • Paragraaf 3: opdracht 42, 47 en 50
  • Paragraaf 4: -

  • Rekenopdracht 1, 2, 5, 6, 21 en 25

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions