1MH Oefentoets ch. 2&3

Le but du cours:
- maken oefentoets ch. 2&3 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Le but du cours:
- maken oefentoets ch. 2&3 

Slide 1 - Diapositive

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 2 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
Je (manger) _______________ dans un restaurant à Paris.

Slide 3 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
La serveuse (parler) _______________ avec nous.

Slide 4 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
Mes grands-parents (regarder) la télé.

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal: (parler) Zij praten
A
Elle parle
B
Ils/ elles parlent
C
Nous parlons
D
Ils parlont

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken
A
Nous cherchons
B
On cherchons
C
Vous cherchez
D
On cherche

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
(danser) hij danst

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
(regarder) Ik kijk

Slide 9 - Question ouverte

être = zijn
de vormen van het
onregelmatige ww. être

Slide 10 - Diapositive

Weet jij het rijtje van être nog? Probeer zoveel mogelijk op te schrijven.
je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/elles

Slide 11 - Carte mentale

Être =  zijn
Ik ben
Je suis
Jij bent
Tu es
Hij/zij/men is
Il/elle/on est
Wij zijn
Nous sommes
Jullie zijn
U bent
Vous êtes
Zij zijn
Ils/elles sont

Slide 12 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van:
il (être)

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van:
vous (être)

Slide 14 - Question ouverte

Vous (être)________________ allemands?

Slide 15 - Question ouverte

18. Sophie et Charlotte (être)___________ des copines

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Lien

Maak de zin ontkennend.
Schrijf de hele zin op:
Tu________ demandes _________ la carte

Slide 18 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend. Schrijf de hele zin over:
Tu _____aimes _____ le coca

Slide 19 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend. Schrijf de hele zin over:
nous ______ habitons _____ à Paris

Slide 20 - Question ouverte