1MH Oefentoets ch. 2&3

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Le but du cours:

- maken oefentoets ch. 2&3 

Het regelmatige werkwoord op -er

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
Je (manger) _______________ dans un restaurant à Paris.

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
La serveuse (parler) _______________ avec nous.

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in:
Mes grands-parents (regarder) la télé.

Vertaal: (parler) Zij praten

1. Elle parle
2. Ils/ elles parlent
3. Nous parlons
4. Ils parlont

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken

1. Nous cherchons
2. On cherchons
3. Vous cherchez
4. On cherche

Vertaal:
(danser) hij danst

Vertaal:
(regarder) Ik kijk

être = zijn

de vormen van het
onregelmatige ww. être

Weet jij het rijtje van être nog? Probeer zoveel mogelijk op te schrijven.
je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/elles

Être =  zijn

Ik ben	Je suis
Jij bent	Tu es
Hij/zij/men is	Il/elle/on est
Wij zijn	Nous sommes
Jullie zijn U bent	Vous êtes
Zij zijn	Ils/elles sont

Wat is de juiste vorm van:
il (être)

Wat is de juiste vorm van:
vous (être)

Vous (être)________________ allemands?

18. Sophie et Charlotte (être)___________ des copines

quizlet.com

Maak de zin ontkennend.
Schrijf de hele zin op:
Tu________ demandes _________ la carte

Maak de zin ontkennend. Schrijf de hele zin over:
Tu _____aimes _____ le coca

Maak de zin ontkennend. Schrijf de hele zin over:
nous ______ habitons _____ à Paris