Samenvatting H1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

leerdoelen:

1. Je kunt een deel berekenen. 
2. Je kunt een breuk in procenten schrijven en andersom.
3. Je kunt het nieuwe bedrag berekenen als de verhoging in procenten is gegeven.
4. Je kunt van een artikel waarvan de prijs zonder BTW bekend is, berekenen wat de prijs inclusief BTW is.
5. Je kunt de absolute toename/ afname berekenen
6. Je kunt relatieve toename of afname berekenen.

7. Je kunt grote getallen schrijven in cijfers.
8. Je kunt een percentage van een groot getal berekenen
9. Je kunt berekenen welk aantal 100% is.
10. Je kunt de oude prijs berekenen na een stijging of daling
11. Je kunt rekenen met promille.
12. Je kent het verschil tussen procent en promille.
13. Je kunt een exponentiële functie herkennen.
14. Je kunt een exponentiële functie opstellen bij een toename/afname.

Wat is 1/5 deel van 300? (1)

1. 50
2. 60
3. 55
4. 65

Hoeveel procent is 1/5 deel? (2)

1. 20%
2. 25%
3. 30%
4. 15%

Schrijf 60% als een breuk. (2)

Een laptop kost inclusief 21% btw 1265 euro.
wat is de prijs exclusief btw? (3, 4)

De prijs van bananen wordt verhoogd van 1,50 euro naar 2 euro. Wat is de absolute toename en wat is de relatieve toename? (5, 6)

16,3% van 3 miljoen is? (7,8)

1. 489 duizend
2. 4890 duizend
3. 48,9 duizend
4. 48,9 miljoen

In het 4e leerjaar zitten 197 leerlingen. Dat is 20,8% van het totale aantal leerlingen.
Wat is het totaal aantal leerlingen? (9)

Na een prijsstijging van 3,7% is een laptop nu 2300 euro. Wat is de oude prijs? (10)

Één procent is 1/100 deel.
Hoeveel is één promille?
(11, 12)

1. 1/100 deel
2. 10/1000 deel
3. 1/1000 deel
4. 1/10000 deel

Het aantal inwoners in Hardenberg is in de afgelopen jaren gestegen van 35667 naar 41345. Wat is de absolute toename? Wat is de relatieve toename in promille? (5, 6, 7, 11)

Je zet 200 euro op je bankrekening en je krijgt 1,5% rente. Hoeveel staat er na 5 jaar op je rekening? (13, 14)

leerdoelen:

1. Je kunt een deel berekenen. 
2. Je kunt een breuk in procenten schrijven en andersom.
3. Je kunt het nieuwe bedrag berekenen als de verhoging in procenten is gegeven.
4. Je kunt van een artikel waarvan de prijs zonder BTW bekend is, berekenen wat de prijs inclusief BTW is.
5. Je kunt de absolute toename/ afname berekenen
6. Je kunt relatieve toename of afname berekenen.

7. Je kunt grote getallen schrijven in cijfers.
8. Je kunt een percentage van een groot getal berekenen
9. Je kunt berekenen welk aantal 100% is.
10. Je kunt de oude prijs berekenen na een stijging of daling
11. Je kunt rekenen met promille.
12. Je kent het verschil tussen procent en promille.
13. Je kunt een exponentiële functie herkennen.
14. Je kunt een exponentiële functie opstellen bij een toename/afname.

Huiswerk.

• D-toets 1 t/m 19