Italiaanse handelaren trokken naar Frankse/Vlaamse jaarmarkten om goederen te kopen en verkopen.
Vanaf de 14e eeuw werden deze jaarmarkten minder belangrijk ivm oorlogsgeweld en hoge belastingen.
Genua en Venetië handelden nu direct met de Vlaamse handelssteden, over zee. Handel over zee werd steeds belangrijker!
Slide 13 - Diapositive
Handelsgebieden in Europa
Slide 14 - Diapositive
Stadsstichtingen
Edelen bevorderden groei van steden (meer steden = meer belastingopbrengsten)
Edelen probeerden extra steden te stichten en gaven extra vrijheden aan deze steden. Ze wilden dat handelaren en ambachtslieden zich daar vestigden. (dit leverde weer extra belastingen op.....)
Versterkte stad/ dorp kon bovendien edelman bijstaan om zijn grondgebied te verdedigen.
Slide 15 - Diapositive
“Ik, Otto, graaf van Gelre en Zutphen, heb van de plaats Arnhem een stad gemaakt en daaraan alle vrijheid verleend, opdat deze stad en de mensen die erin wonen en erin zullen wonen, zich in vrijheid mogen verheugen…”. 13 juli 1233
Arnhem krijgt stadsrechten.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Vrijheid in de stad
Stedelingen probeerden om invloed te krijgen op het bestuur van de stad en de rechtspraak.
Stedelingen betaalden belasting aan de heer en in ruil eisten ze stadsrechten .
Burgers hadden door deze rechten meer invloed op bestuur dan mensen in dorpen.
Slide 18 - Diapositive
politieke rechten
eigen bestuur
eigen rechtspraak
eigen verdediging
economische rechten
organisatie van een jaarmarkt
tolheffing
oprichten van gilden
het slaan van eigen munten
Stadsrechten
Slide 19 - Diapositive
Gilde
Samenwerkingsverband tussen vaklieden binnen de stad
zorgen voor leden
reguleren van scholing (leerling, gezel, meesterstuk, meester)
bewaken kwaliteit van de producten
vaststellen van prijzen voor de stad
zorgen dat buitenstaanders het ambacht niet kunnen uitoefenen in de stad
Slide 20 - Diapositive
Macht in de stad
Het stadsbestuur lag in handen van de patriciërs, de rijke burgers met veel grond.
Maar door toenemende handel en nijverheid neemt de welvaart bij de handelaars en de gilden toe. Zij eisen ook invloed op het bestuur.
Slide 21 - Diapositive
Vrijheid op platteland
Vrijheden en voorrechten lokten veel mensen naar stad.
Maar doordat veel horigen naar stad gingen, ontstond een tekort aan horigen op domeinen.
Oplossing: adel op domeinen verlaagde belastingen en verminderde herendiensten.
Opkomst van steden zorgde dus voor vrijheid voor iedereen.
Slide 22 - Diapositive
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 23 - Quiz
Vraag 6: Welk begrip hoort bij onderstaande bron.
A
stadsrechten
B
domein
C
herendiensten
D
handel
Slide 24 - Quiz
Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun
Slide 25 - Quiz
In de late middeleeuwen kregen veel steden stadsrechten van de vorst. Bij welk kenmerkend aspect past deze ontwikkeling?
A
het begin van staatsvorming en centralisatie
B
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
de opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-stedelijke samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Slide 26 - Quiz
Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten
Slide 27 - Question de remorquage
Lesdoelen
je weet in welke gebieden in Europa de overgang van een landbouw samenleving naar een landbouwstedelijke samenleving begon
Je kunt met voorbeelden beschrijven hoe de opkomst van handel leidde tot de opkomst van jaarmarkten en havensteden in Europa.
Je weet waarom burgers en boeren door de opkomst van steden meer vrijheid kregen.
Je weet waarom de groeiende economische welvaart van steden ervoor zorgde dat steden meer zelf mochten beslissen
je weet welke rechten een stad kreeg van de heer
Je weet wat een gilde is
Slide 28 - Diapositive
Wat was géén oorzaak voor de grotere landbouwopbrengsten in de elfde eeuw?
A
IJzeren ploegen met paarden
B
Vierslagstelsel
C
Betere bemesting
D
Beter klimaat
Slide 29 - Quiz
Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Boeren kunnen producten ruilen voor geld
Agrarische-stedelijke samenleving is ontstaan
Er komen verbeteringen in de landbouw. zoals ijzeren ploeg en drieslagstelsel
Ontstaan van steden bij belangrijke handelswegen
Landbouwopbrengsten worden hoger
Slide 30 - Question de remorquage
Wat bleef hetzelfde en wat er veranderde er na het jaar 1000
Continuïteit
Verandering
Gebruik ijzeren ploeg
Drieslagstelsel
Geloof speelt belangrijke rol
Standenmaat-schappij
Bevolking groeit
Ontginningen
Meeste mensen werken in landbouw
Paard als trekdier
Slide 31 - Question de remorquage
Wie profiteert niet van de opkomst van de steden?
A
burgers
B
hoge adel
C
lage adel
D
handelaren
Slide 32 - Quiz
Wat kreeg een leenheer/man in ruil voor het verstrekken van stadsrechten?