Start 1HV

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour 1HV4!

Schooljaar 2024-2025

Programme

Voorstellen

Frans: wat weet je al en wat ga je leren?

Uitleg boek + materiaal

Qui est ton prof de français? 

Ecoute bien!

Je me présente.

Madame Evi Stringa

prof de français

[e-mail]

La classe se présente...

Je m'appelle + naam (uitspraak: sje mappèl)

Wat kan je nog meer al zeggen in het Frans?

 Les règles

1. Probeer zoveel mogelijk in het Frans te praten! Ik ook :)
   Zie ook de eerste pagina's van het werkboek!
2. Je telefoon: in het kluisje!
3. Je hebt je spullen op orde: iPad /oortjes/boek/schrift/huiswerk
4. Er is één iemand tegelijk aan het woord tenzij er mondeling geoefend wordt

Welke Franse woorden ken je al?

tot ziens

dag

hoe gaat het?

hoi

het gaat

bonjour

ça va?

ça va

salut

au revoir

Emportez (toujours) en classe:

Emportez toujours en classe!

un livre

un stylo

un sac à dos

Un ordinateur (portable)

Un cahier

Le matériel: 

• boek A Libre Service (schrijf naam + klas voorop!)
• een schrift Frans (om aantekeningen te maken) 
• een pen (eventueel een markeerstift)
• oortjes
• opgeladen iPad
• Extra materiaal + studiewijzer is te vinden op Teams

Start in het boek!

Le livre

Regarder

Lire

Ecouter

Ecrire

Parler

Grammaire

Apprendre's 

Planning

Pour finir...

Wat moet je meenemen naar de lessen?

Vaak moet je woordjes leren als huiswerk... Waar vind je die?

Wat ga je allemaal leren bij het vak Frans?

Les devoirs = het huiswerk

Leer apprendre 1 van Unité 1 (hoofdstuk 1) F-N en N-F

Ben je op vakantie geweest naar een land waar ze (ook) Frans spreken?

1. Oui
2. Non

Waar ben je geweest in de vakantie?

Programme d'aujourd'hui

Quizvragen huiswerk

Het werkwoord être

Aan het einde van de les weet je hoe je het werkwoord être moet vervoegen

Tot ziens is in het Frans...

1. Bonjour
2. Au revoir
3. A revaur
4. monsieur

Het meisje is in het Frans...

1. la file
2. le garçon
3. la fille
4. le garcon

Ik woon is in het Frans...

Ça va ? = ...

1. Hoe heet jij?
2. Hoe gaat het?
3. Waar woon je?
4. Hoe laat is het?

Il y a = ...

1. Hier is
2. Het is
3. Daar is, daar zijn
4. Er is, er zijn

Ik woon is in het Frans...

Vandaag: het werkwoord être

Wat is een werkwoord?

Onregelmatig / regelmatig werkwoord

Waarom zijn werkwoorden belangrijk?

Etre

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils

Je (etre)

elles (etre)

Vous (etre)

Elle _______ (etre)

Il _______ (etre)

Tu (etre)

Rijtje werkwoordsvormen leren!

Je suis = Ik ben

Tu es = Jij bent

Il est / elle est / on est = Hij is / zij is / men is

Nous sommes = Wij zijn

Vous êtes = Jullie zijn

Ils / elles sont = Zij zijn

Start in het boek

Grammaire Extra

Être: 8E, 8F blz. 43

Avoir: 8E, 8F, 8G blz. 76

Werkwoorden op -er: 8F, 8G, 8H, blz. 108

Aller: 8F, 8G blz. 142

Ontkenning: 16F, 16G blz. 143

Aujourd'hui

Nakijken ex. 6 (blz. 18) en 8E (blz. 20)

Getallen t/m 70

Ex. 9, 15