WOORDEN plus OPDRACHTEN bellen en mailen - rose - dag 6 NT2

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Thema 3 Bellen en mailen

de reden

• antwoord op een vraag 
• waarom doe je iets?
• waarom gebeurt er iets?
• de reden - de redenen
• zin: Hij heeft geen goede reden waarom hij te laat is.

sturen

• zenden (iets of iemand krijgt)
• post of mensen 
• werkwoord
• ik stuur - wij sturen
• zin: Ik stuur een brief.
• zin: Hij stuurt de man door naar het ziekenhuis.

thuis

• in je eigen huis
• voel je je veilig 
• zin: Zondag ben ik thuis.
• zin: Ik voel mij thuis op deze school.

de tijd 

• dat wat de klok meet 
• tijdstip, 
• moment

• zin: Het is tijd om te eten.
• zin: Het is tijd om naar huis te gaan. 

vaak

• veel keer 
• zin: Ik ga vaak naar de film.
• zin: Ik eet vaak pasta.
• zin: Zij gaat vaak naar de wc.

Je bent te laat op school.
Wat is een goede reden?

'Tijd' hoort bij

1. uren, seconden, datum, moment, vroeg
2. uren, dagen, nu, schrift, moment, vroeg
3. uren, vroeg, laat, gitaar, datum, leuk, vroeg
4. uren, moment, lokaal, afspraak, pen, vroeg

Ik ............. mijn vriend een brief en ik hoop dat hij mij ook iets ...................

1. koop, terugkoopt
2. krijg, terugkrijg
3. stuur, terugstuurt
4. zind, terugzind

Een synoniem voor het woord 'tijd'

1. school - thuis
2. vaak
3. horloge
4. moment

Noem 3 woorden over het woord:
thuis

Telefoon in de telefoontas.
Dat zegt de docent ............

1. vaak
2. sturen
3. uitleggen
4. nu

Schrijf de 6 goede vormen van het werkwoord 'sturen':
ik ........, jij ...... , hij/zij ..........., wij ............, jullie..........., zij .............

Wat of wie kun je sturen ?

1. je broertje
2. een What's app bericht
3. de groeten
4. een mail

Bij mijn vrienden voel ik me ..............
Ik kan mijzelf zijn.

2. appel
3. vaak
4. thuis

Maak de zin af: Ik ga vaak ...................., omdat ............................

Waarom je iets doet is een ..........

1. keuken
2. reden
3. help
4. uitleggen