Economisch rekenen H1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vraag

Van de 13 leerlingen hebben er 9 een voldoende gehaald.

Hoe bereken je hoeveel procent van de leerlingen een voldoende hebben gehaald?

Economisch rekenen H1

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je:

• Met getallen een percentage berekenen
• Verandering in procenten berekenen

Programma

• Uitleg rekenen + samen oefenen 
• Zelfstandig oefenen
• Energizer 
• Samenvatting H2 invullen

Een percentage uitrekenen

• Er zijn vandaag 19 leerlingen aanwezig in de klas. In deze klas zijn er 7 leerlingen linkshandig.

• Bereken hoeveel procent van de klas linkshandig is.

• 2 manieren:
• verhoudingstabel
• Formule

Percentage berekenen

Er zijn vandaag 19 leerlingen aanwezig in de klas. In deze klas zijn er 7 leerlingen linkshandig.

Bereken hoeveel procent van de klas linkshandig is.

Tabel:

%	100
Aantal	19	1	7

Percentage berekenen

Tabel:

Reken nu zelf uit met een tabel hoeveel procent €246,- van €837,- is.

%	100	5,26....	36,8
Aantal	19	1	7

Percentage berekenen

Tabel:

Reken nu zelf uit met een tabel hoeveel procent €246,- van €837,- is.

%	100
Aantal	837	1	246

Percentage berekenen

Tabel:

Reken nu zelf uit met een tabel hoeveel procent €246,- van €837,- is. 

Antwoord = 29,4%

%	100	0,119...	29,39
Aantal	837	1	246

Percentage berekenen

• Formule percentage berekenen =
• Wat je wilt weten : het totaal x 100 

• Van de 19 leerlingen zijn er 7 linkshandig. Hoeveel procent van de leerlingen is linkshandig?

• Welk getal wil je het percentage van uitrekenen?
• Wat is het totale aantal in het verhaaltje?

Percentage berekenen

• Formule percentage berekenen =
• Wat je wilt weten : het totaal x 100 

• Van de 19 leerlingen zijn er 7 linkshandig. Hoeveel procent van de leerlingen is linkshandig?

• Welk getal wil je het percentage van uitrekenen? 7
• Wat is het totale aantal in het verhaaltje? 19

7 : 19 x 100 = 36,84

Percentage berekenen

• Wat je wilt weten : het totale aantal x 100 
  
• Deel : geheel x 100

• In het voorbeeld => deel = linkshandige leerlingen
• Geheel = de totale groep

Opdracht

Wat: Maak in de rekenparagraaf van H1 de opdrachten die staan onder "een percentage berekenen"

Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.

Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 

Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 

Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.

Lesdoel 2

Een groeipercentage berekenen

"een verandering in procenten berekenen"

Wat is een groeipercentage?

Een groeipercentage geeft aan hoeveel iets is toegenomen of gedaald, maar dan in procenten.

Bijvoorbeeld:

De prijzen zijn het afgelopen jaar 6% gestegen

of

Er zijn volgend jaar 3% minder werklozen dan vorig jaar.

Groeipercentage berekenen

Altijd in 2 stappen!

1. Reken eerst het verschil in aantallen uit
2. Maak dan een verhoudingstabel

Groeipercentage berekenen

1. Reken eerst het verschil in aantallen uit
   
2. Maak dan een verhoudingstabel

Voorbeeld:

In 2020 verdienden jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000.

Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.

Groeipercentage berekenen

In 2020 verdienden jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000. Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.

1. Reken eerst het verschil in aantallen uit    49.000 - 45.000 = 4.000
2. Maak dan een verhoudingstabel (wat je wilt weten...)

€	45.000	1	4.000
%	100

Groeipercentage berekenen

In 2020 verdienden jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000. Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.

1. Reken eerst het verschil in aantallen uit    49.000 - 45.000 = 4.000
2. Maak dan een verhoudingstabel

€	45.000	1	4.000
%	100	0,0022..	8,89

Antwoord

Het loon van jouw ouders is met 8,9 % gestegen ten opzichte van 2020. In die tijd zijn de prijzen in winkels met 11% gestegen. Zijn jouw ouders er op achteruit gegaan?

Samen oefenen

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename (of afname) van de werkloosheid.

Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen

Stap 2: maak een verhoudingstabel

Samen oefenen

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

• Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen  375.000 - 320.000 = 55.000
• Stap 2: maak een verhoudingstabel

€	375.000	1	55.000
%	100

Samen oefenen

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen  375.000 - 320.000 = 55.000

Stap 2: maak een verhoudingstabel

€	375.000	1	55.000
%	100	0,0002...	14,67

Antwoord

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

De werkloosheid is gestegen/gedaald met 14,67 % 

€	375.000	1	55.000
%	100	0,0002..	14,67

Antwoord

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

De werkloosheid is gestegen/gedaald met 14,67 % 

€	375.000	1	55.000
%	100	0,0002..	14,67

Zo mag het ook...

Formule

(nieuw - oud) : oud x 100 

Stap 1: bereken het verschil in aantallen (nieuw - oud)

Stap 2: Deel dat door het oude getal 

Stap 3: vermenigvuldig dat met 100

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

Stap 1: 55.000

Stap 2: 55.000 : 375.000 x 100 = 14,7% daling 

Opdracht

Wat: Maak in de rekenparagraaf van H1 de opdrachten die staan onder "een verandering in procenten berekenen"

Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.

Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 

Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 

Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.

Opdracht 

Wat: Maak opdracht 11 t/m 14 van Rekenen van Hoofdstuk 1 

Hoe: in je digitale methode (leermiddelen)

Tijd: 25 min

Klaar: Begin alvast met opdracht 10 t/m 13. Lees eerst de leerstof.

Resultaat: Bespreken

Lopen of staan in de klas

(5 min)

Wandelen/ uitrekken

Opdracht

Wat: Vul de samenvatting van H2 in.

Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.

Tijd: 15 minuten (overleggen op normaal stemvolume is toegestaan)

Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 

Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.