Groeipercentage berekenen

Groeipercentage berekenen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Groeipercentage berekenen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een groeipercentage?
Een groeipercentage geeft aan hoeveel iets is toegenomen of gedaald, maar dan in procenten.

Bijvoorbeeld:
De prijzen zijn het afgelopen jaar 6% gestegen
of
Er zijn volgend jaar 3% minder werklozen dan vorig jaar.

Slide 2 - Diapositive

Groeipercentage berekenen
Altijd in 2 stappen!

  1. Reken eerst het verschil in aantallen uit
  2. Maak dan een verhoudingstabel

Slide 3 - Diapositive

Groeipercentage berekenen

Reken eerst het verschil in aantallen uit
Maak dan een verhoudingstabel

Voorbeeld:
In 2020 verdiende jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000.
Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.

Slide 4 - Diapositive

Groeipercentage berekenen

In 2020 verdienden jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000. Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.
  1. Reken eerst het verschil in aantallen uit    49.000 - 45.000 = 4.000
  2. Maak dan een verhoudingstabel
45.000
1
4.000
%
100

Slide 5 - Diapositive

Groeipercentage berekenen

In 2020 verdienden jouw ouders samen €45.000. Nu verdienen jouw ouders samen €49.000. Bereken de procentuele groei van het inkomen van jouw ouders.
  1. Reken eerst het verschil in aantallen uit    49.000 - 45.000 = 4.000
  2. Maak dan een verhoudingstabel
45.000
1
4.000
%
100
0,0022..
8,89

Slide 6 - Diapositive

Antwoord
Het loon van jouw ouders is met 8,9 % gestegen ten opzichte van 2020. In die tijd zijn de prijzen in winkels met 11% gestegen. Zijn jouw ouders er op achteruit gegaan?

Slide 7 - Diapositive

Samen oefenen
Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename (of afname) van de werkloosheid.

Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen
Stap 2: maak een verhoudingstabel



Slide 8 - Diapositive

Samen oefenen
Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen  375.000 - 320.000 = 55.000
Stap 2: maak een verhoudingstabel






375.000
1
55.000
%
100

Slide 9 - Diapositive

Samen oefenen
Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.

Stap 1: bereken de toename (of afname) in aantallen  375.000 - 320.000 = 55.000
Stap 2: maak een verhoudingstabel






375.000
1
55.000
%
100
0,0002...
14,67

Slide 10 - Diapositive

Antwoord
Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.




De werkloosheid is gestegen/gedaald met 17,19 % 



375.000
1
55.000
%
100
0,0002..
14,67

Slide 11 - Diapositive

Zo mag het ook...
Stap 1: bereken het verschil in aantallen
Stap 2: Deel dat door het oude getal 
Stap 3: vermenigvuldig dat met 100

Dit jaar zijn er 320.000 mensen werkloos. In 2015 waren dat er nog 375.000. Bereken de procentuele toename van de werkloosheid.
Stap 1: 55.000
Stap 2: 55.000 : 375.000 x 100 = 





Slide 12 - Diapositive

Opdracht 
Wat: Maak opdracht 11 t/m 14 van Rekenen van Hoofdstuk 1 
Hoe: in je digitale methode (leermiddelen)
Tijd: 25 min
Klaar: Begin alvast met opdracht 10 t/m 13. Lees eerst de leerstof.
Resultaat: Bespreken

Slide 13 - Diapositive

Van week naar maand rekenen
Stel dat jij €100 per week verdient. Je wilt weten hoeveel dat per maand is, omdat bij een andere baan kan je €420 per maand verdienen.

Hoe reken je dit dan uit?


Slide 14 - Diapositive

Van week naar maand rekenen
In een maand zitten niet precies 4 weken, want 4 weken is 28 dagen (4 x 7 dagen).

De meeste maanden hebben 30 of 31 dagen. Kijk maar in jouw agenda of kalender.

Slide 15 - Diapositive

Van week naar maand rekenen
Om van een weekbedrag naar een maandbedrag om te rekenen moet je eerst naar een jaar omrekenen. 

In 1 jaar zitten namelijk wel precies 52 weken.




Slide 16 - Diapositive

Van week naar maand omrekenen
Dus...
€100 per week x 52 weken = €5200 per jaar

In een jaar zitten precies 12 maanden
€5200 = 12 maanden

€5200 : 12 = €433,33 per maand.   

Slide 17 - Diapositive

€100 per week = €433,33 per maand

en niet 4 x 100 = 400 per maand !!

Slide 18 - Diapositive

Van maand naar week
  • Van maand naar week = omgekeerde
  • wel weer eerst naar jaarbedrag!

Voorbeeld
€560 per maand
560 x 12 maanden = €6.720 
€6.720 : 52 weken = €129,23 per week

Slide 19 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 10 t/m 13 van rekenen van hoofdstuk 1 Hoe welvarend ben jij.

Klaar? Begin aan de oefentoets.


Slide 20 - Diapositive