toets H1-3 woordenschat

Oefentoets H1-3 
Woordenschat 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H1-3 
Woordenschat 

Slide 1 - Diapositive

Wat komt er terug in de toets?
Hoofdstuk 1:
Betekenis zoeken
Hoofdstuk 2:
Synoniemen
Hoofdstuk 3:
Voorvoegsels

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is de betekenis van het onderstreepte woord: onbegaanbaar
A
er is geen weg
B
daar kun je niet lopen
C
niet begaanbaar
D
er staat een hek

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van het onderstreepte woord:
jutten
A
zoeken naar overblijfselen op het strand
B
iets sneller doen
C
slapen
D
opmaken

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van het onderstreepte woord: overblijfselen
A
stukken eten
B
rustig aan doen
C
resten
D
een paar

Slide 6 - Quiz

Wat betekent: De sprong van je leven!
A
je allereerste sprong
B
je allerlaatste sprong
C
je allermooiste sprong

Slide 7 - Quiz

Wat betekent draadloos?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het tegenovergestelde van aanrader?

Slide 9 - Question ouverte

uitgebreide
Instructie 
absoluut
moeten
Mogelijkheid
uitvoerige
uitleg
zeker weten
dienen
gelegenheid

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Geef een voorbeeld van letterlijk taalgebruik.

Slide 12 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Maak één woord van:
opnieuw examen doen

Slide 15 - Question ouverte

Maak één woord van:
over doen

Slide 16 - Question ouverte

Maak één woord van:
niet eerlijk

Slide 17 - Question ouverte

Laat je niet misleiden door haar lieve glimlach.
Wat betekent: misleiden

Slide 18 - Question ouverte

De herdruk van de Tina is nu te koop.
Wat betekent: herdruk

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent loos in werkeloos?
A
niets
B
zonder
C
geen
D
veel

Slide 20 - Quiz

Wat betekent ex in ex-leerling
A
oud-leerling
B
jonge-leerling
C
vervelende-leerling
D
een ex vriendje van school

Slide 21 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen ongezond en non-verbaal?

Slide 22 - Question ouverte

opnieuw examen 
niet eens
zonder stoppen 
vroegere leerling
verkeerd gedrag
wedstrijd tussen twee landen
verkeerd geplaatst
misplaatst
Interland
wangedrag
ex-leerling
non-stop
oneens
herexamen

Slide 23 - Question de remorquage

Klaar met de toets!
Je hebt nu alle onderdelen gehad. 
Ga nu aan de slag met woordenschat H3 
Je maakt de opdrachten. Heb je deze af? 
Trainen!!!

Slide 24 - Diapositive