1.4 Bacterierijk & schimmelrijk

H1 Organismen uit vier rijken
Les 1.4 Schimmelrijke en bacterierijk

Lesboek blz. 22 - 26
Werkboek blz. 28 - 32
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

H1 Organismen uit vier rijken
Les 1.4 Schimmelrijke en bacterierijk

Lesboek blz. 22 - 26
Werkboek blz. 28 - 32

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 2 - Diapositive

Welk onderdeel had een dierlijke cel niet?
A
Celkern
B
Celmenbraan
C
Celwand
D
Cytoplasma

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel heeft een plantencel niet?
A
Bladgroenkorrels
B
Celwand
C
vacuole
D
Hij heeft ze allemaal wel

Slide 4 - Quiz

Hoe blijven dieren stevig?

Slide 5 - Diapositive

Doel van de les
Je kent de onderdelen van een schimmel en bacteriecel.
Je beschrijft de bouw van een schimmel.
Je benoemt manieren om het bederf van voedsel te voorkomen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is een schimmel?
zwamvlok
sporenkapsel

Slide 8 - Diapositive

Schimmelcel

Slide 9 - Diapositive

https://schooltv.nl/video/de-kennis-van-nu-in-de-klas-schimmels/#q=schimmel

Slide 10 - Diapositive

Bacteriecel
Celwand - stevigheid
Cytoplasma - stroperige vloeistof waar celorganellen in liggen
Celmembraan - bepaalt welke stoffen de cel in en uit gaan
Geen celkern; wel DNA
Soms een zweepstaart

Slide 11 - Diapositive

Bacterie met zweepharen

Slide 12 - Diapositive

Bacterie
Ongeslachtelijke voortplanting
door deling 

Slide 13 - Diapositive

Celdeling

Slide 14 - Diapositive

raadsel
Je hebt 1 bacterie in een bakje yoghurt.
Deze bacterie deelt zich elke 20 minuten.
Hoeveel bacteriën heb je dan na 3 uur?

timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Indeling cellen
Er zijn vier duidelijk verschillende soorten cellen.
Schimmelcel
 Dierlijke cel
Plantencel
Bacterie cel
Hoe herken je ze?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Bacteriën en schimmels hebben geen bladgroenkorrels. Wat kunnen ze dus niet doen?
A
Water opnemen
B
Bewegen
C
Hun eigen eten maken
D
Voortplanten

Slide 20 - Quiz

Hoe kun je ervoor zorgen dat voedsel niet bederft?

Slide 21 - Question ouverte

Conserveren
Om je eten lang te bewaren, wil je het de bacteriën en schimmels die bederf veroorzaken zo moeilijk mogelijk maken.

Slide 22 - Diapositive

Drogen
Vocht uit voedsel halen; zo kan de reducent niet leven!

Slide 23 - Diapositive

Pasteuriseren
Verhitten tot 70 graden Celsius
Sommige bacteriën overleven wel!
Minder lang houdbaar.

Slide 24 - Diapositive

Steriliseren
Verhitten tot 120 graden Celsius of meer
Alle bacteriën gaan dood.
Lang houdbaar!

Slide 25 - Diapositive

Koelen (invriezen)
Bij lage temperatuur kunnen reducenten niet voortplanten. 
In de koelkast is groei langzaam.
In de vriezer is groei niet mogelijk.

Slide 26 - Diapositive

Conserveermiddel
Toevoegen van azijn, suiker, zout, of alcohol wat groei stopt.

Slide 27 - Diapositive

Vacuüm verpakken
Zuurstof (lucht) uit de verpakking halen. 

Slide 28 - Diapositive

Gasverpakken
De lucht wordt vervangen door een gasmengsel zonder zuurstof. Op de verpakking staat verpakt onder beschermde atmosfeer.

Slide 29 - Diapositive

Wat moet je doen?
Werkboek blz. 28 - 32 opdracht 1 t/m 21 maken
Werkboek blz. 45 - 46 samenvatting 1.4

Slide 30 - Diapositive